Brief regering : Verslag van de informele Raad Algemene Zaken van 11 en 12 maart 2019
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 1979 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2019
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Algemene Zaken van 11 en 12 maart
2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 11 EN 12 MAART 2019
De informele Raad Algemene Zaken vond op 11 en 12 maart plaats in Boekarest. Op de
agenda stonden het Meerjarig Financieel Kader en de toekomst van de Europese Unie
c.q. de totstandkoming van een nieuwe strategische agenda van de Europese Raad.
Meerjarig Financieel Kader
De Raad had een gedachtewisseling over het EU Meerjarig Financieel Kader voor de periode
2021–27 (MFK). Bij de eerste sessie hierover waren eveneens leden van het Europees
parlement aanwezig. Namens de Europese Commissie nam commissaris Timmermans aan de
discussie deel. De EP-leden pleitten voor een groter budget dan wat de Commissie heeft
voorgesteld en stelden dat de huidige kortingen op de EU-afdrachten in de volgende
periode moeten vervallen. Nederland maakte zich in de discussie met EP-leden sterk
voor ambitieuze hervormingen en bezuinigingen, alsook voor een effectieve koppeling
tussen EU-fondsen en voorwaarden ten aanzien van rechtsstatelijkheid, structurele
hervormingen en afspraken over migratie.
Daarna had de Raad een informele discussie over door het voorzitterschap ingeleide
thema’s. Ten eerste sprak de Raad over beleidscoherentie en hoe het MFK de politieke
prioriteiten van de Unie kan ondersteunen. Het voorzitterschap noemde daarbij o.a.
groei, concurrentiekracht, veiligheid en convergentie tussen lidstaten. Ook wees zij
op de externe rol van de Unie in het licht van diverse globale uitdagingen. Daarnaast
wees het voorzitterschap erop dat beleidscoherentie vergt dat bij de vormgeving van programma’s oog is voor synergiën, stroomlijning en het tegengaan van fragmentatie.
In de discussie werden deze punten breed gesteund, ook door Nederland. Een aantal
lidstaten greep deze discussie aan om te pleiten voor behoud van de budgetten voor
het GLB en het cohesiebeleid. In hun visie betekent beleidscoherentie een evenwichtige
verdeling tussen nieuwe prioriteiten en bestaande uitgavencategorieën. Nederland benadrukte
dat beleidscoherentie een kwestie is van modernisering en het stellen van strikte prioriteiten, om zo de toegevoegde waarde van
Europese uitgaven te versterken en te kunnen verantwoorden. Ook dienen gedeelde waarden
over bijvoorbeeld de rechtsstaat verankerd te worden in de begroting.
Ten tweede had het voorzitterschap discussievragen voorbereid over begrotingsflexibiliteit
en hoe het MFK adequaat kan reageren op onvoorziene uitdagingen en veranderende prioriteiten.
De Europese Commissie heeft hiervoor voorstellen gedaan als onderdeel van het MFK-pakket
van mei 2018 (kabinetsappreciatie, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1349). In de discussie haalden de Europese Commissie en diverse lidstaten de migratiecrisis
aan als voorbeeld van een situatie waarin begrotingsflexibiliteit wenselijk is. Meerdere
lidstaten waaronder Nederland stelden dat er een goede balans gevonden moet worden
tussen flexibiliteit en de voorspelbaarheid van uitgaven. Het kabinet is voorstander
van een flexibel MFK, maar is kritisch ten aanzien van enkele voorstellen van de Commissie.
Nederland stelde dat het huidige MFK voldoende in staat is gebleken om te reageren
op onvoorziene omstandigheden. Nederland ziet daarom geen noodzaak om het bestaande
instrumentarium voor flexibiliteit te verruimen. Ook stelde Nederland dat deze instrumenten
onder het MFK-plafond geplaatst moeten worden. Diverse lidstaten lieten zich in vergelijkbare
bewoordingen uit. Andere lidstaten spraken steun uit voor de voorstellen om flexibiliteit
te vergroten.
Ter afsluiting benadrukte het voorzitterschap het belang van tijdige besluitvorming
over het nieuwe MFK. Zij zal daartoe voorstellen uitwerken voor verdere discussie
in de RAZ.
Toekomst EU/Strategische Agenda
Lidstaten grepen de werksessie over de Strategische Agenda aan om de thema’s die zij
zien als prioritair toe te lichten. Het betrof een eerste bespreking in aanloop naar
de informele Europese Raad in Sibiu op 9 mei en de Europese Raad van juni, waar de
inzet is de nieuwe strategische agenda van de ER vast te stellen. Namens de Europese
Commissie nam Eerste vicepresident Timmermans aan de werksessie deel. Lidstaten somden
de thema’s op die voor hen prioritair zijn. Een breed scala aan onderwerpen passeerde
de revue: van vervollediging van de interne markt, economische groei, het functioneren
van de Unie, klimaat, cybersecurity, migratie, uitbreiding, sociaal Europa tot de
rol van de EU in de wereld en de EU als hoeder van de International Rules Based Order.
Nederland benadrukte dat de prioriteiten voor de nieuwe strategische agenda migratie,
veiligheid, een sterke en duurzame economie die bescherming biedt, klimaat, en een
EU die eigen belangen en waarden verdedigt in de wereld zouden moeten zijn. Een aantal
lidstaten benadrukten net als Nederland dat om prioriteiten te realiseren vereisten
gesteld moeten worden t.a.v. het functioneren van de EU. Nederland heeft in dit kader
specifiek aandacht gevraagd voor het scheiden van de handhavende en wetgevende taken
van de Commissie, en voor een modern en coherent transparantiebeleid. Hierbij heeft
Nederland ook stilgestaan bij de openbaarheid van documenten. Nederland gaf aan dat
niet gewacht hoeft te worden tot het aantreden van de nieuwe Commissie om hier stappen
te zetten. Documenten die geen vertrouwelijke info bevatten dienen meteen openbaar
gemaakt te worden, zoals de vergaderdocumenten voor deze informele Raad. Vooralsnog
is het Roemeense voorzitterschap niet tot publicatie overgegaan. Daarnaast gaf Nederland
aan dat Brussel de enige zetel voor het Europese parlement zou moeten zijn. Tot slot
benadrukte Nederland dat het streven van het Nederlandse kabinet is om tot prioriteiten
te komen die de Unie verbinden en ambitieus zijn en dat vermeden moet worden dat in
aanloop naar de verkiezingen voor het Europees parlement het debat alleen gaat over
de vraag of je voor of tegen Europa bent. Dit doet geen recht aan de vele facetten
van Europese samenwerking.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.