Brief regering : Kaderovereenkomst inzake de oprichting van de International Solar Alliance (ISA); Marrakesh, 15 november 2016
35 163 (R2121) Kaderovereenkomst inzake de oprichting van de International Solar Alliance (ISA); Marrakesh, 15 november 2016
A/ nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
13 maart 2019.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde
Ministers van Aruba, Curaçao of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op
12 april 2019.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk wordt
niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid
jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2019
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en derde lid, en artikel 5, eerste
en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van
State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen de op 15 november 2016 te Marrakesh tot stand gekomen Kaderovereenkomst
inzake de oprichting van de International Solar Alliance (ISA) (Trb. 2018, nr. 85 en Trb. 2019, nr. 15).
Een toelichtende nota bij deze Overeenkomst treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.
Aan de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten is verzocht hogergenoemde
stukken op 13 maart 2019 over te leggen aan de Staten van Aruba, Curaçao en van Sint
Maarten.
De Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten zijn van deze overlegging
in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
TOELICHTENDE NOTA
1. Inleiding
Het initiatief voor de oprichting van een internationale organisatie ter bevordering
van zonne-energie is in oorsprong afkomstig van de Minister-President van India, Narendra
Modi en de president van Frankijk, François Hollande. Tijdens de van 30 november tot
12 december 2015 gehouden Klimaatconferentie van Parijs – the United Nations Framework
Convention on Climate Change (UNFCCC) Conference of Parties (COP) 21 – is de International
Solar Alliance (ISA) als initiatief gelanceerd met het doel om het gebruik van zonne-energie
op mondiaal niveau te bevorderen. Vooral de landen met verminderde energiezekerheid
zouden moeten profiteren. ISA richt zich daarom primair op landen die zich in de geografische
regio’s tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring bevinden. Toepassing van
deze technologie biedt met name daar een uitermate geschikte oplossing voor energietoegang
gezien de vele zonuren in deze regio’s.
Het Koninkrijk der Nederlanden is, vanwege de geografische ligging van het Caribisch
deel van het Koninkrijk en vanwege haar hoogstaande technologische en beleidsmatige
kennis, in de aanloop naar COP21 uitgenodigd lid te worden van het initiatief en is
sindsdien aanwezig geweest bij de bijeenkomsten van de internationale stuurgroep en
overige vergaderingen.
De Kaderovereenkomst inzake de oprichting van ISA kwam tot stand na voorbereidende
vergaderingen van de internationale stuurgroep gedurende de periode van 2016–2017.
Ter ere van het in werking treden van de overeenkomst op 6 december 2017, nadat de
eerste 15 lidstaten de overeenkomst geratificeerd hadden, vond op 11 maart 2018 te
New Delhi, India de eerste internationale ISA-top plaats met regeringsleiders. Inmiddels
hebben 71 landen de Kaderovereenkomst ondertekend en 48 geratificeerd.
2. Belang van de Kaderovereenkomst
In het licht van de noodzaak om het gebruik van traditionele fossiele energiebronnen
af te bouwen is hernieuwbare energie het primaire alternatief om de wereld in de toekomst
van energie te voorzien. Zonne-energie is daarvan een variant die gemakkelijk toepasbaar
is vanwege de schaalbaarheid, relatief eenvoudige en mondiale toepasbaarheid en toenemende
kosteneffectiviteit. Zonne-energie draagt bij aan armoedebestrijding, het creëert
werkgelegenheid en bredere sociaaleconomische ontwikkeling in zowel geïndustrialiseerde
landen als opkomende en ontwikkelingslanden.
In 2015 zijn twee belangrijke afspraken door de internationale gemeenschap aangenomen
met als doel het bevorderen van duurzame inclusieve groei en wereldwijd de mondiale
broeikasgasuitstoot significant te verminderen: respectievelijk de zeventien duurzame
ontwikkelingsdoelen voor 2030 (Sustainable Development Goals – SDG’s (Kamerstuk 26 485, nr. 232) en de op 12 december 2015 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst van Parijs (Trb. 2016, nr. 94). Uitvoering van deze afspraken is voor Nederland uitermate belangrijk. In het Regeerakkoord
geeft het kabinet aan een ambitieus klimaatbeleid na te streven. De eerder gepubliceerde
Energieagenda (Kamerstuk 31 510, nr. 64) richt zich op een koolstofarme economie in 2050. Deze agenda voorziet erin dat de
wereldwijde energietransitie om een nieuwe internationale positionering van Nederland
op energie vraagt, met aandacht voor onder meer, mondiale klimaatactie, handel en
investeringen, voorzieningszekerheid, governance en vergroening van energie-investeringen
in opkomende economieën en ontwikkelingslanden. In de beleidsnota Investeren in Perspectief
(Kamerstuk 34 952, nr. 1) staan de SDG’s centraal. SDG 7 (duurzame energietoegang) en 13 (klimaatactie) zijn
in dit geval met name relevant. Bovendien draagt toegang tot schone energie bij aan
het behalen van andere SDG’s.
ISA als intergouvernementele organisatie stelt zich tot doel landen op een operationeel
niveau te ondersteunen bij het ontwikkelen en realiseren van zonne-energie. De voornaamste
taken daarbij zullen zijn ondersteuning te bieden bij:
– het formuleren van projecten en programma’s die het gebruik van zonne-energie voor
de allerarmsten moeten faciliteren;
– het opstellen van een gemeenschappelijk aanbestedingsmechanisme voor zonne-energie.
Dit mechanisme moet onder meer de vraag naar en het aanbod van zonne-energie beter
op elkaar laten aansluiten, de kosten van zonnepanelen verlagen en de markt voor zonne-energie
vergroten;
– het bevorderen van standaarden voor de zonne-industrie;
– het ontwikkelen van innovatieve financieringsmechanismen voor zonne-energie; en
– het bevorderen van onderzoek en ontwikkeling en capaciteitsopbouw op het gebied van
zonne-energie.
Met de bovengenoemde activiteiten is de organisatie een aanvulling op andere intergouvernementele
organisaties. Als lid van ISA kan het Koninkrijk actief bijdragen aan de marktontwikkeling
voor zonne-energie die mensen in opkomende economieën toegang moet verschaffen tot
zonne-energie. Het accent ligt daarbij op kennisdelen en samenwerking. Voor het Koninkrijk
der Nederlanden biedt lidmaatschap de mogelijkheid om kennis en ervaring op het gebied
van onderzoek en ontwikkeling voor zonnetechnologie te exporteren. De Nederlandse
kennissector is sterk internationaal georiënteerd en actief op slimme energietechnieken.
Daarmee kan het Koninkrijk andere landen ondersteunen bij het ontwikkelen en bijdragen
aan de mondiale maatschappelijke uitdaging waaraan ISA het hoofd wenst te bieden.
Omdat de Kaderovereenkomst uitsluitend afspraken tussen staten betreft, bevat de overeenkomst
naar het oordeel van de regering geen eenieder verbindende bepalingen in de zin van
artikel 93 en 94 Grondwet, die aan rechtssubjecten rechtstreeks rechten toekennen
of plichten opleggen. Voor de uitvoering van de overeenkomst is geen nadere regelgeving
nodig.
3. De plaats van ISA tussen andere internationale initiatieven
De mondiale transitie naar een duurzame energievoorziening is in de universele agenda
van de Verenigde Naties opgenomen als SDG7 «toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame
en moderne energie voor iedereen». De eindverklaring van het SDG High Level Political
Forum van juli 2018, waar de voortgang ten aanzien van SDG7 werd geëvalueerd, verwelkomt
de vestiging van ISA in het licht van de versnelling van de transformatie van de mondiale
energiesystemen.
Gezien het feit dat mondiaal ook andere internationale organisaties actief zijn bij
het ontwikkelen van (hernieuwbare) energiebeleid is het van belang dat geen overlapping
plaatsvindt en dat er een duidelijke taakafbakening is. De bestaande internationale
organisaties met een werkgebied op dit terrein zijn primair het Internationaal Energie
Agentschap te Parijs (IEA), het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie
(IRENA) te Abu Dhabi, de Wereldbank te Washington D.C., de Verenigde Naties te New
York en Sustainable Energy for All (SEforALL) te Wenen.
– IEA – het International Energy Agency is een organisatie van geïndustrialiseerde energie
consumerende landen en is actief bij het verzamelen van statische gegevens over energie,
het analyseren en modelleren van energiebeleid op het gebied van energiebesparing
en van zowel hernieuwbare als conventionele energie;
– IRENA – International Renewable Energy Agency is een organisatie die hernieuwbare
energie in brede zin tot zijn hoofdtaak heeft. IRENA adviseert lidstaten bij het ontwikkelen
van randvoorwaarden voor de bevordering van hernieuwbare energie. Daarbij kan in het
bijzonder gedacht worden aan het op strategisch niveau ontwikkelen van beleid;
– Wereldbank assisteert via het Energy Sector Management Assistance Program (ESMAP)
overheden van lage- en middeninkomenslanden met technische kennis om beleid en institutionele
capaciteit te ontwikkelen ten behoeve van de inzet van duurzame energie voor armoede
bestrijding en duurzame economische groei, en om investeringen in deze sector voor
te bereiden;
– Verenigde Naties – hoewel er geen specifieke VN organisatie is voor energie, raakt
het werk van een groot aantal thematische en regionale VN organisaties aan de mondiale
energietransitie. De economische en sociale afdeling van het VN secretariaat in New
York heeft een coördinatierol gespeeld bij de formele SDG7 processen en biedt een
platform aan de diverse VN organisaties en instituties als IEA, IRENA en Wereldbank
om hun SDG7 inzet te coördineren.
– SEforALL – het Sustainable Energy for All Initiative heeft bijgedragen aan het tot
stand komen van SDG 7 en is hoofdzakelijk een netwerk gericht op het uitwisselen van
beleidskennis. Uniek is de multistakeholder benadering van SEforALL. Tot de deelnemers
behoren vertegenwoordigers van overheden, niet-gouvernementele organisaties (NGO’s)
en het bedrijfsleven.
Bovengenoemde initiatieven en organisaties hebben gemeen dat zij het gebruik van duurzame
energie stimuleren. ISA beoogt daarentegen een organisatie te zijn die zonne-energie
en daaraan verwante toepassingen specifiek tot haar hoofdtaak heeft en deze zo effectief,
efficiënt en praktisch toepasbaar maakt daar waar de inzet van snel doeltreffend is.
ISA heeft om die reden een duidelijke toegevoegde waarde. ISA richt zich nadrukkelijk
op de landen die zich tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring bevinden
en onderscheidt zich door de leidende rol van India. Daarenboven hebben beoogde lidstaten
ISA duidelijk opdracht gegeven overlap te voorkomen en, daar waar mogelijk, verbinding
met bestaande initiatieven te zoeken. ISA heeft daartoe zowel partnerschappen opgezet
alsook met een aantal van bovengenoemde internationale organisaties memoranda of understanding
getekend.
4. Gevolgen voor de begroting van het Koninkrijk
De financiële middelen van de organisatie worden overeenkomstig artikel VI middels
vrijwillige bijdragen door de leden bekostigd. Gastland India heeft aangeboden de
kosten tot 2021 te dekken. Daarna zullen de leden, zo nodig, overeenstemming moeten
zien te bereiken over een budget. Lidmaatschap brengt voor het Koninkrijk der Nederlanden
voorlopig geen kosten met zich mee.
5. Artikelsgewijze toelichting
Doelstelling (artikelen I, II en III)
Artikel II omschrijft de leidende beginselen van ISA. Leden zullen gecoördineerde
maatregelen nemen via programma's en activiteiten die op vrijwillige basis worden
opgezet. De betreffende programma’s zijn gericht op een betere harmonisatie en aggregatie
van de vraag naar onder meer financiering voor zonne-energie, technologieën voor zonne-energie,
innovatie, onderzoek en ontwikkeling en capaciteitsopbouw. Leden streven naar samenwerking
met relevante organisaties, publieke en private belanghebbenden, en met derde landen.
Leden zullen informatie met elkaar delen, het secretariaat zal een database opzetten
om mogelijkheden voor samenwerking inzichtelijk te maken. In artikel III worden de
criteria omschreven waaraan de in artikel II bedoelde programma’s en activiteiten
moeten voldoen, en de wijze waarop programmavoorstellen aanvaard kunnen worden.
Organisatie (artikelen IV en V)
De ISA kent een vergadering en een secretariaat. De vergadering is het hoogste orgaan,
waarbinnen de lidstaten op ministerieel niveau worden vertegenwoordigd. Dit orgaan
komt jaarlijks bijeen en kan besluiten nemen over aangelegenheden die voortvloeien
uit de ISA-kaderovereenkomst en/of betrekking hebben op het functioneren van ISA.
Ieder lid heeft één stem in de vergadering. Besluiten over procedurele aangelegenheden
worden met eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen. Andere besluiten
worden met een tweederdemeerderheid van uitgebrachte stemmen genomen. Het secretariaat
heeft een ondersteunende functie en bereidt onder meer de werkzaamheden van de vergadering
voor. Daarnaast coördineert het secretariaat de uitvoering van de in de Vergadering
door de leden genomen besluiten.
Aan het hoofd van het secretariaat staat een directeur-generaal, die voor een termijn
van vier jaar wordt benoemd door de vergadering. De termijn van de directeur-generaal
kan eenmaal worden verlengd.
Budget (artikel VI)
De operationele kosten van het secretariaat en de vergadering worden uit het budget
van ISA voldaan. Het budget bestaat uit vrijwillige bijdragen van lidstaten, partnerlanden
en -organisaties en aanvullende financiering uit andere bronnen. De programma’s en
activiteiten van ISA, zoals omschreven in artikel III, worden gefinancierd door de
leden die rechtstreeks bij de betreffende programma’s en activiteiten zijn betrokken.
Lidmaatschap (artikelen VII, VIII en IX)
Het lidmaatschap van ISA staat open voor staten met veel zonuren die zich volledig
dan wel gedeeltelijk tussen de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring bevinden
en lid van de Verenigde Naties zijn. Aangezien ISA streeft naar samenwerking met alle
landen, worden mogelijk in de toekomst de criteria voor lidmaatschap aangepast. Thans
kunnen andere staten de status van partnerland krijgen, zodat zij kunnen deelnemen
aan programma’s van ISA. Organisaties kunnen de status van partnerorganisatie verwerven.
Daarnaast kunnen staten en organisaties als waarnemer tot de vergadering worden toegelaten.
Slotbepalingen (artikelen X, XI, XII, XIII en XIV)
ISA zetelt in India. Het secretariaat verkrijgt rechtspersoonlijkheid overeenkomstig
het zetelverdrag met India. Uit dien hoofde kan ISA contractuele relaties met derden
aangaan, het eigendom van roerende en onroerende goederen verkrijgen en overdragen,
en juridische procedures initiëren. Het zetelverdrag regelt daarnaast de privileges
en immuniteiten van het secretariaat. Zodra ISA is opgericht, houdt de internationale
stuurgroep op te bestaan.
6. Koninkrijkspositie
De Kaderovereenkomst zal voor het Europese en het Caribische deel van Nederland, Aruba
en Sint Maarten worden aanvaard. Het Caribische deel van Nederland is over de overeenkomst
geïnformeerd.
De regering van Curaçao beraadt zich nog over de wenselijkheid van medegelding van
de overeenkomst. Teneinde het mogelijk te maken dat, wanneer deze regeringen medegelding
wenselijk zullen achten, die medegelding direct tot stand wordt gebracht, wordt de
goedkeuring voor het gehele Koninkrijk gevraagd.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
De Minister van Buitenlandse Zaken
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.