Brief regering : Appreciatie rapport Transparency International over de Eurogroep
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1582
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2019
Tijdens het AO Ecofin van 7 februari jl. (Kamerstuk 21 501–07, nr. 1580) heb ik aangegeven met een schriftelijke appreciatie te komen van het rapport van
Transparency International over de Eurogroep1. Hierbij zend ik u deze appreciatie.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Appreciatie rapport Transparancy International over de Eurogroep
Met interesse heb ik kennisgenomen van het onderzoek en de aanbevelingen die Transparency
International heeft gedaan in haar rapport over transparantie, verantwoording en integriteit
van de Eurogroep (hierna: het rapport). Zoals het kabinet reeds in eerdere brieven
aan uw Kamer heeft gemeld, hecht het kabinet zeer aan de versterking van transparantie
in de Europese besluitvorming.2 Het kabinet is, net zoals uw Kamer, van mening dat transparantie en toegang tot documenten
rondom het Europese besluitvormingsproces essentieel zijn voor het goed functioneren
van een representatieve democratie. Evenwel geldt dat elk besluitvormingsproces ook
bij een bepaalde mate van beslotenheid is gediend. Dit neemt uiteraard niet weg dat
er ruimte is voor verbetering en Nederland zal zich daar actief voor blijven inzetten.
Het verbeteren van de transparantie in de Eurogroep is ook een belangrijk onderdeel
van deze agenda en Nederland heeft het onderwerp al meerdere malen aan de orde gesteld.
Zoals u weet geldt voor transparantie in den brede dat, ondanks de inspanningen van
Nederland, verbetering van transparantie van EU-besluitvorming niet altijd breed wordt
gedragen onder lidstaten. Het kabinet heeft zich het afgelopen jaar gesteund gevoeld
door initiatieven vanuit verschillende hoeken, bijvoorbeeld vanuit uw Kamer, in COSAC-verband
en door de Europese Ombudsman, waarin aandacht wordt gevraagd voor transparantie in
de besluitvorming in de EU. Het rapport van Transparency International levert ook
een bijdrage aan deze discussie met een aantal aanbevelingen om de transparantie,
verantwoording en integriteit van de Eurogroep te verbeteren. Hieronder zal ik op
deze onderdelen ingaan. Daarbij vermeld ik voor de volledigheid dat deze appreciatie
een weergave geeft van de Nederlandse inzet. Ondanks dat het onderwerp van transparantie
de afgelopen jaren meerdere malen is besproken binnen de Eurogroep, ligt het niet
in de lijn der verwachting (met het oog op het krachtenveld) dat de Nederlandse positie
(volledig) op steun kan rekenen van de overige leden van de Eurogroep.
Transparantie
Eén van de aanbevelingen in het rapport is om het EU-transparantieregime toe te passen op de Eurogroep. De Eurogroep is een informeel orgaan waar de
Ministers van Financiën van de Eurozone samenkomen en waar van gedachte wordt gewisseld
over verschillende onderwerpen. Vanwege het informele karakter is de Eurogroep niet
direct gebonden aan Europese regels inzake transparantie en toegang tot documenten,
zoals in 2017 is geconstateerd door de parlementair advocaat.3 Dit neemt niet weg dat informele organen zich kunnen committeren aan het treffen
van vergelijkbare voorzieningen als formele organen. In dit kader maakt Nederland
zich reeds meerdere jaren hard voor meer transparantie in de Eurogroep. Onder leiding
van mijn voorganger zijn er in 2016 dan ook belangrijke afspraken gemaakt om de transparantie
van de Eurogroep te vergroten.4
Zo wordt de geannoteerde agenda voorafgaand aan de vergadering op de website van de
Eurogroep gepubliceerd5 en wordt hier na afloop een samenvattende brief («summing up letter») aan toegevoegd.6 Documenten ter voorbereiding op thematische discussies worden na afloop van bespreking
in de Eurogroup Working Group (EWG) en voorafgaand aan de Eurogroep gepubliceerd.7 Daarnaast wordt elk half jaar een werkprogramma opgesteld waarin wordt beschreven
welke onderwerpen er per vergadering naar verwachting besproken zullen worden.8 Dit draagt bij aan een lange termijnfocus, kan helpen bij het voorbereiden van de
discussies en vergroot de transparantie van besprekingen in de Eurogroep. De werkprogramma’s
zijn eveneens terug te vinden op de publieke website van de Eurogroep.9 Verder geeft de voorzitter van de Eurogroep na afloop van elke Eurogroep een persconferentie
waar vragen gesteld kunnen worden. Ook deze persconferenties zijn terug te zien op
de website.
Een andere aanbeveling in het rapport is het opzetten van een documentenregister waar
alle Eurogroepdocumenten terug te vinden zijn. Naar mijn mening biedt de website van
de Eurogroep reeds een handzaam overzicht van de belangrijkste documenten, gecategoriseerd
per vergadering.10
Het rapport beveelt daarnaast aan om de huidige transparantiestandaard van de Eurogroep
ook toe te passen op de voorbereidende organen. Hiermee wordt verwezen naar de ambtelijke
comités en werkgroepen die de gedachtewisseling van Ministers in de Eurogroep voorbereiden.
Wat het kabinet betreft geldt voor de voorbereidende organen van de Eurogroep, net
als de raadswerkgroepen van de Raad, dat de zogenaamde space to think op dit niveau gewaarborgd dient te worden ten behoeve van het bereiken van overeenstemming
binnen de Eurogroep en ook met het oog op bescherming van het diplomatieke verkeer
en internationale relaties.
Tot slot gaat het rapport in op de transparantie van de besluitvorming van het Europees
Stabiliteitsmechanisme (ESM), met name ten aanzien van steunprogramma’s. Zo beveelt
het rapport aan om de EU-regels inzake transparantie toe te passen op de Eurogroep
indien deze samenkomt als Raad van gouverneurs van het ESM. In tegenstelling tot de
Eurogroep is de Raad van gouverneurs van het ESM, net als de Raad van bewind, geen
informeel gremium. Het is een formeel gremium waarin officiële besluiten worden genomen
over steunprogramma’s van het ESM, bijvoorbeeld over de start van een ESM-programma
(Raad van gouverneurs) en de goedkeuring van de afzonderlijke lening delen binnen
een lopend programma (Raad van bewind). In navolging van de verbeterde transparantie
inde Eurogroep wordt voorafgaand aan vergaderingen van de Raad van gouverneurs en
de Raad van bewind een agenda en na afloop een verslag van de genomen besluiten gepubliceerd.
In Nederland is ten behoeve van de betrokkenheid van uw Kamer een specifiek informatieprotocol
ESM/EFSF-besluiten opgesteld.11 De Tweede Kamer wordt voorafgaand aan besluitvorming in zowel de Raad van gouverneurs
als de Raad van bewind van het ESM geïnformeerd conform dit specifiek daarvoor opgestelde
protocol.
Verantwoording
Een tweede thema waar het rapport aanbevelingen over uitbrengt betreft het versterken
van de plicht tot het afleggen van verantwoording (accountability). Dit zou, volgens het rapport, op een directere, meer geformaliseerde wijze en op
EU-niveau moeten plaatsvinden.
Zoals eerder aangegeven is de Eurogroep een informeel orgaan waar de Ministers van
Financiën van de Eurozone samenkomen. Het afleggen van verantwoording over besprekingen
in de Eurogroep gebeurt primair op nationaal niveau, waar de Ministers van Financiën
verantwoording afleggen aan hun eigen parlement. Juist vanwege het belang dat ik hecht
aan deze verantwoordingstaak, wordt in Nederland voorafgaand aan elke Eurogroep een
Algemeen Overleg (AO) met de Kamer gehouden. Hier heeft de Kamer de gelegenheid om
met de Minister en Staatssecretaris van Financiën over de Nederlandse inzet van gedachten
te wisselen en vragen te stellen. Om dit overleg te faciliteren wordt de Kamer voorafgaand
aan de Eurogroep middels een Geannoteerde Agenda (GA) geïnformeerd over de agendapunten.
Ook wordt er, waar mogelijk en voor zover reeds ontvangen, een toelichting gegeven
op de stukken. Daarnaast ontvangt de Kamer na afloop van elke Eurogroep een verslag.
Op deze manier span ik me in om de Kamer zowel voorafgaand als achteraf goed te informeren
over de onderwerpen die voorliggen, het Europese krachtenveld en de Nederlandse inbreng.
Wat betreft het vergroten van de rol voor het Europees Parlement bij het Europees
Semester, benadruk ik graag dat het Europees Parlement hier reeds een formele rol
speelt, specifiek bij de Annual Growth Survey en de Country Specific Recommendations. Het vergroten van deze rol voor het Europees Parlement overstijgt de kwestie van
het afleggen van verantwoording door de Eurogroep.
Het rapport adviseert een medebesluitvormende rol van het Europees Parlement bij de
ontwerpbegrotingen en landenspecifieke aanbevelingen. Ontwerpbegrotingen worden besproken
in de Eurogroep omdat deze alleen worden ingediend door eurolanden. Hierover wordt
in de Eurogroep echter geen besluit genomen, maar slechts een Eurogroepverklaring
aangenomen.12 Als hoeder van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) is het de Europese Commissie
die een oordeel velt over de ontwerpbegrotingen. Ten aanzien van landenspecifieke
aanbevelingen is het Europees Parlement reeds betrokken, maar heeft het geen besluitvormende
rol zoals het rapport adviseert. Besluiten over de landenspecifieke aanbevelingen
voor alle EU-lidstaten worden besproken in de Raad (Ecofinraad) en uiteindelijk bekrachtigd
in de Europese Raad.
Ten aanzien van het advies voor een verplichte hoorzitting van de voorzitter van de
Eurogroep in het Europees Parlement kan worden afgevraagd wat de toegevoegde waarde
hiervan is, aangezien de voorzitter reeds met regelmaat met het Europees Parlement
spreekt over lopende dossiers in de Eurogroep en voornemens is dit te blijven doen.
Integriteit
Als laatste geeft het rapport aanbevelingen op het terrein van integriteit. Het stelt
voor om een vaste voorzitter voor de Eurogroep aan te stellen en een aanvullende code of conduct voor de Eurogroep te formuleren als integriteitswaarborg.
De discussie over een vaste voorzitter werd al eerder gevoerd (in 2015 als gevolg
van het Five Presidents Report; afgelopen jaar naar aanleiding van het Commissievoorstel voor een vaste voorzitter
van de Eurogroep). Het kabinet is kritisch op het introduceren van een permanente
voorzitter van de Eurogroep omdat het de noodzaak hiertoe niet ziet. Bovendien zal
dit gepaard gaan met het uitbreiden van de hier bijbehorende staf en middelen. Het
voorzitterschap van de Eurogroep is vooralsnog geen fulltimebaan en een vaste voorzitter
zal zijn takenpakket mogelijk willen uitbreiden. Dit is wat het kabinet betreft niet
wenselijk
Daarnaast is niet duidelijk of een vaste voorzitter daadwerkelijk leidt tot versterking
van de integriteit (en verantwoording) van de Eurogroep, zeker als het iemand betreft
die niet democratisch is gekozen. Juist omdat een voorzitter ook Minister in eigen
land is, dient hij democratische verantwoording af te leggen. Op basis van mijn waarnemingen
lijkt er in de praktijk geen aanwijzing te zijn dat het combineren van de rol van
Eurogroepvoorzitter en Minister van Financiën zou leiden tot belangenverstrengeling.
Het rapport werkt de aanbeveling inzake het introduceren van een code of conduct niet nader uit. Het is dan ook onduidelijk waar een gedragscode voor de Eurogroep
in moet voorzien. Het is daardoor niet mogelijk een (goed onderbouwde) kabinetsappreciatie
van deze aanbeveling te geven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën