Brief regering : Cijfers en trends inzake actuele asielstromen
32 317 JBZ-Raad
Nr. 546
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2019
Tijdens het Algemeen Overleg inzake de JBZ-Raad d.d. 6 februari jl. (Kamerstuk 32 317, nr. 541) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de cijfers en trends inzake actuele
asielstromen.
In de jaarlijkse risicoanalyse van Frontex wordt gemeld, dat het aantal illegale grensoverschrijdingen
op de buitengrenzen, zowel over land als over zee, in 2018 tot het laagste punt in
de afgelopen vijf jaar is gedaald.1 Vorig jaar werden 150.114 illegale grensoverschrijdingen geregistreerd. Dit is een
afname van 27 procent ten opzichte van 2017 en een afname van 92 procent ten opzichte
van het aantal illegale grensoverschrijdingen ten tijde van de migratiecrisis in 2015.
Tegelijkertijd heeft zich een verschuiving voorgedaan tussen de locaties op de buitengrenzen
waar de meeste illegale grensoverschrijdingen plaatsvinden. Het aantal aankomsten
over de Centraal mediterrane route (Italië) is gedaald naar 23.485 in 2018. Dat is
een afname van 80 procent ten opzichte van 2015. Tegenover deze daling staat een stijging
in het aantal illegale aankomsten over de Westelijke mediterrane route (Spanje). In
2018 was dit aantal 57.034, d.w.z. twee keer zo veel als in 2017. De aankomsten op
de Oostelijk mediterrane route zijn significant gedaald sinds de EU-Turkije Verklaring.
Echter, door een toename in het aantal overschrijdingen van de landgrens tussen Turkije
en Griekenland was het aantal illegale aankomsten in 2018 met 56.561 personen 34 procent
hoger dan in 2017. Dit is nog altijd veel lager dan ten tijde van de migratiecrisis
in 2015, toen het aantal illegale aankomsten over deze route 885.386 was.
Voor wat betreft asielaanvragen, rapporteert EASO dat in 2018 rond de 634.700 aanvragen
zijn gedaan in de EU+ lidstaten.2 Veruit de meeste van deze aanvragen betroffen eerste aanvragen. Dit aantal is een
daling van 10 procent vergeleken met 2017. Het aantal aanvragen is daarmee terug naar
het niveau van voor de migratie crisis (in 2014 werden ongeveer 641.000 asielaanvragen
gedaan). Hoewel de daling in asielaanvragen in de EU+ landen minder snel verloopt
dan de daling in het aantal illegale grensoverschrijdingen, is dit op zich een positieve
ontwikkeling.
Echter, de daling in aanvragen op EU+ niveau doet zich niet voor in Nederland. In
2018 werden in ons land zelfs meer eerste asielaanvragen gedaan dan in 2016 en 2017.
In 2016 en 2017 waren dat respectievelijk 18.171 en 14.716 eerste aanvragen, terwijl
in 2018 20.353 eerste aanvragen werden gedaan.3 Ter vergelijking: in 2018 werden in België ook circa 20.000 eerste aanvragen gedaan,
in Duitsland circa 184.000 en in Zweden circa 21.000. Nederland en deze omringende
landen ontvingen de meeste asielaanvragen ten opzichte van andere lidstaten, afgezien
van de lidstaten van eerste aankomst Spanje en Italië. Dit laat zien dat Nederland,
naast landen als Duitsland, Zweden en België een belangrijk bestemmingsland blijft.
Het feit dat het aantal illegale grensoverschrijdingen aan de buitengrenzen van de
EU fors afneemt, terwijl de asielinstroom van eerste aanvragers in Nederland toeneemt,
duidt op de problematiek van secundaire migratie binnen het Schengengebied. Uit analyses
blijkt bovendien dat, hoewel verreweg de meeste van de vreemdelingen die in Nederland
een asielverzoek indienen doorreizen uit andere lidstaten, maar de helft op dat moment
door andere lidstaten is geregistreerd.
Dit illustreert de voortdurende tekortkomingen in het EU registratiesysteem. Nog steeds
worden niet alle illegale grensoverschrijdingen geregistreerd, omdat zij onopgemerkt
blijven of omdat het minderjarigen betreft onder de 14 jaar. Bovendien worden de gegevens
over personen die aan de buitengrenzen zijn aangehouden, overeenkomstig de huidige
Eurodac verordening, ten hoogste achttien maanden bewaard, waarna deze worden gewist.
Dezelfde verordening voorziet er niet in dat personen die zich illegaal ophouden binnen
een lidstaat alsnog (of wederom) worden geregistreerd.
Dergelijke tekortkomingen stellen migranten mede in staat om eenmaal op het Schengen
grondgebied een lidstaat van hun voorkeur als bestemming te kiezen. Dit vormt op zich
een pull-factor. Zoals bekend acht het kabinet deze situatie ongewenst en dringt zij in Europees
kader continu aan op maatregelen om dit te corrigeren.4 Tevens stimuleert Nederland de Europese Commissie en de agentschappen om meer onderzoek
naar secundaire migratiestromen te doen, zodat EU-breed betrouwbaar cijfermateriaal
beschikbaar komt ter schraging van een doelgerichtiger optreden.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid