Brief regering : Voortgang Nederlandse bijdrage aan piraterijbestrijding en recente ontwikkelingen in Somalië
29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies
Nr. 376 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE, VOOR BUITENLANDSE HANDEL
EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2019
Met deze brief informeert het kabinet u over de voortgang van de Nederlandse bijdrage
aan piraterijbestrijding in Somalië, zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg
Raad Buitenlandse Zaken van 15 januari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1953). Daarnaast zal in deze brief worden ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek
en humanitair vlak in Somalië.
Recente politieke- en veiligheidsontwikkelingen in Somalië
Somalië behoort tot de minst ontwikkelde landen ter wereld en heeft al enkele decennia
te maken met terugkerende conflicten, gebrekkig of soms zelfs volledig afwezig openbaar
bestuur, chronische armoede en hoge werkloosheid, met name onder jongeren.
De huidige regering onder leiding van President Mohamed Abdullah Mohamed (bekend als
«Farmajo») die februari 2017 is aangetreden heeft sindsdien economische, politieke
en veiligheidshervormingen aangekondigd. De prioriteiten van de regering zijn onder
andere het herzien van de Grondwet en het organiseren van een referendum hierover,
het overnemen van veiligheidstaken van de AU-vredesmissie in Somalië (African Mission in Somalia – AMISOM), en het organiseren en houden van vrije algemene verkiezingen. Na een voortvarende
start nam het tempo van de hervormingsagenda in 2018 af. Dit kwam onder andere door
terugkerende politieke crises binnen de federale regering. De regering van president
Farmajo werd in 2018 in toenemende mate autoritair en beperkte de ruimte voor de oppositie
en het maatschappelijke middenveld aanzienlijk. Daarnaast bereikte de relatie met
de federale deelstaten een dieptepunt in september 2018, toen de Council of Inter State Cooperation, bestaande uit de federale deelstaten, de samenwerking met de federale regering in
Mogadishu verbrak.
Ook de relatie met de internationale gemeenschap staat na disproportioneel ingrijpen
van de federale regering in deelstaatverkiezingen eind vorig jaar, op gespannen voet.
Dit ingrijpen ging gepaard met grootschalige mensenrechtenschendingen door de Somalische
veiligheidstroepen. In reactie op vragen hierover van de hoogste VN-vertegenwoordiger
in Somalië verklaarde de Somalische regering hem tot persona non grata. Na een demarche van de EU en een bezoek van de VN Under Secretary-General for Political Affairs aan Somalië zegde de federale regering toe een onafhankelijk onderzoek naar de mensenrechtenschendingen
in te stellen en meer vaart te maken met het doorvoeren van de hervormingen. De EU
zal op korte termijn een artikel 8-dialoog, die in het kader van het Cotonou-verdrag
wordt gevoerd, starten met Somalië. In deze politieke dialoog met Somalië zullen zaken
aan bod komen als mensenrechten, democratische principes, rechtsorde en goed bestuur.
Op veiligheidsgebied is de rol van AMISOM en internationale donoren onmisbaar. De
veiligheidssituatie is in grote delen van Zuid- en Centraal Somalië fragiel en onvoorspelbaar.
Al-Shabaab is in grote delen van het land actief en heeft directe controle over een
aanzienlijk ruraal gebied en over de belangrijke wegen tussen grote steden. De federale
regering heeft veiligheidshervormingen tot prioriteit verklaard, maar heeft vooralsnog
onvoldoende vooruitgang geboekt om de veiligheidstaken van AMISOM over te nemen. Met
een financiële en personele bijdrage aan het Amerikaanse Africa Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)-programma ondersteunt Nederland de training van eenheden die in AMISOM uitgezonden
worden.
Humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking
Het gewelddadige conflict in delen van het land en de terugkerende droogte en andere
natuurrampen hebben een ernstige impact op mensen. Met 4,2 miljoen hulpafhankelijke
mensen en 2,6 miljoen ontheemden blijft de humanitaire situatie zorgwekkend. Daarnaast
worden rond de 800.000 Somalische vluchtelingen opgevangen in buurlanden. Nederland
biedt humanitaire hulp via ongeoormerkte financiering voor VN-organisaties, het Red Cross en Red Crescent Movement, en via NGO's, zoals de Dutch Relief Alliance (DRA). Ook steunt Nederland het Somalia Humanitarian Fund (SHF) om een snelle en effectieve humanitaire respons mogelijk te maken.
In deze uiterst moeilijke context steunen de VN en de EU de Somalische overheid bij
de wederopbouw van het land. Het leveren van basisdiensten als gezondheidszorg, onderwijs
en infrastructuur blijft vooralsnog een uitdaging voor de Somalische overheid. Wel
neemt de capaciteit van de overheid gestaag toe en blijkt de overheid in staat meer
verantwoordelijkheden op zich te nemen. Dit wordt echter bemoeilijkt door aanhoudende
corruptie en politieke instabiliteit. Somalië staat onderaan op de wereldranglijst
Corruption Perceptions Index 2018 van Transparency International.
Naast het leveren van humanitaire hulp zet Nederland in op humanitaire ontmijning
via bijdragen aan de United Nations Mine Action Service (UNMAS) en de NGO Halo Trust. Verder richt de Nederlandse inzet zich op het aanpakken van grondoorzaken van conflict,
instabiliteit, irreguliere migratie en piraterij. Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
richt zich daarbij primair op het bevorderen van de stabiliteit in Somalië, met programma’s
voor veiligheid en rechtsorde. Zo is Nederland actief als medevoorzitter van de Rule
of Law werkgroep en heeft het via het United Nations Office on Drugs en Crime (UNODC) bijgedragen aan de bouw van twee gevangenissen en een gerechtsgebouw. Via
het Somalia Stability Fund (SSF) ondersteunt Nederland in het bijzonder activiteiten op het gebied van stabiliteit,
zoals het versterken van de zichtbaarheid van de overheid en het betrekken van gemeenschappen.
In dit kader zet Nederland ook in op het vergroten van de deelname van de bevolking,
waaronder vrouwen en achtergestelde groepen, aan overheidsprocessen in gebieden die
veroverd zijn op Al-Shabaab.
Nederlandse bijdrage aan piraterijbestrijding
De dreiging van piraterij is nog niet voorbij. Hoewel verschillende Somalische piratenleiders
zijn overgestapt op andere vormen van (maritieme) criminaliteit en het aantal kapingen
sterk is afgenomen, is de voedingsbodem voor piraterij nog altijd aanwezig. Piratennetwerken
beschikken nog steeds over de intentie en de middelen om hun activiteiten weer op
te pakken als zij daartoe de kans krijgen. De Somalische federale regering is nog
niet in staat effectief op te treden tegen piratennetwerken. Nederland beoogt nog
altijd een duurzame bestrijding van piraterij, die gericht is op het aanpakken van
grondoorzaken en het versterken van de maritieme veiligheid. Nederland draagt daarom
in Somalië met personeel bij aan de EU-missies European Capacity Building (EUCAP) Somalië en European Union Naval Force (EUNAVFOR) Atalanta. De bijdrage aan de EU trainingsmissie (EUTM) Somalië is per 2 april
2018 beëindigd.1
EUCAP Somalië
Door middel van strategische advisering en mentoring van Somalische counterparts werkt EUCAP Somalië aan de vergroting van capaciteiten van Somalische instituties
om zo meer stabiliteit voor de kust en op het land te creëren. De missie richt zich
specifiek op maritieme capaciteitsopbouw bij de Somalische autoriteiten en het adviseren
bij de opzet en uitrol van de Somalische kustwacht. Met de verlenging van het EU-mandaat
tot eind 2020 is het takenpakket van EUCAP uitgebreid en richt de missie zich in nauwe
samenwerking met internationale partners ook op ontwikkeling van de bredere maritieme
justitie-keten in Somalië.
De Nederlandse bijdrage aan EUCAP Somalië bestaat uit maximaal tien civiele- en politie
experts. Deze experts zijn actief op verschillende strategische adviesfuncties binnen
het juridische, institutionele en politiedomein. Binnenkort levert Nederland ook het
hoofd van het veldkantoor te Hargeisa.
EUCAP opereert onder moeilijke omstandigheden, wat ervoor zorgt dat een groot beroep
wordt gedaan op de flexibiliteit en het doorzettingsvermogen van de missieleden. Deze
omstandigheden leiden er ook toe dat deze missie minder snel dan wenselijk tot significante
stappen vooruit in staat is.
EUNAVFOR Atalanta
Het EU-mandaat voor EUNAVFOR Atalanta is begin 2018 door de Raad Buitenlandse Zaken
van de EU (RBZ) verlengd tot eind 2020. In het kader van de Brexit besloot de RBZ
ook om het operational headquarter (OHQ) van de missie per 29 maart 2019 te verplaatsen van Northwood naar Rota, in Spanje.
Echter, het Maritime security Centre Horn of Africa (MSCHOA) verhuist naar Brest in Frankrijk. Het MSCHOA is de (civiele) link van Atalanta naar
de koopvaardij. De primaire taak in het huidige mandaat van Atalanta betreft piraterijbestrijding
en bescherming van kwetsbare scheepvaart, waaronder noodhulptransporten van het World
Food Programme en bevoorradingsschepen voor de African Union Mission in Somalia (AMISOM).
Sinds de herziening van het EU-mandaat in het najaar van 2014 heeft de missie tevens
de secundaire taak om de andere EU-missies (European Union Training Mission (EUTM) Somalië en EUCAP Somalië) waar mogelijk en met reeds aanwezige capaciteiten
te ondersteunen. Daarnaast draagt Atalanta bij aan het monitoren van visserij in de
Somalische wateren.
In de periode dat piraterij op zijn hoogtepunt was, is door Nederland sterk ingezet
op bestrijding ervan. Piraterij raakt immers rechtstreeks aan de economische veiligheid
van Nederland. Van 2009 tot en met 2017 werd jaarlijks met minimaal één schip bijgedragen
aan de missie. Inmiddels is het aantal succesvolle kapingen door piraten voor de kust
van Somalië drastisch afgenomen en zijn de activiteiten van de missie sterk teruggebracht.
Nederland droeg in 2018 geen schip bij, en zal dat ook dit jaar niet doen. De Nederlandse
bijdrage aan Atalanta zal in 2019 bestaan uit drie stafofficieren op het OHQ en een politiek adviseur gestationeerd in de regio.2
Nederland heeft zich in de afgelopen jaren in Brussel en in de regio actief ingezet
om de effectiviteit van Atalanta en EUCAP te versterken en de mandaten af te stemmen
op de veranderende context waarin de missies opereren. Zo heeft Nederland aangedrongen
op versterking van synergie tussen de activiteiten van de EU-missies en meer samenwerking
tussen de EU-missies en derde partners, zoals de verschillende VN-organisaties.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid