Brief regering : Voortgang maatregelen opleidingen in de creatieve sector
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
29 544
Arbeidsmarktbeleid
Nr. 397
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2019
In mijn brief van 30 april 2018 (Kamerstukken 31 524 en 29 544, nr. 363) heb ik toegezegd uw Kamer ruim voor 1 april 2019 te informeren over de voortgang
op de maatregelen die in gang zijn gezet als reactie op het advies van de Commissie
Marcodoelmatigheid mbo (CMMBO) over het arbeidsmarktperspectief en de doelmatigheid
van creatieve mbo opleidingen. Met deze brief kom ik die toezegging na.
Het advies van de CMMBO nam 24 opleidingen in de creatieve sector onder de loep. Het
aantal studenten van deze 24 creatieve mbo-opleidingen is vanaf 2005 met 65% gegroeid
tot bijna 60.000 studenten in 2016. De omvang van de arbeidsmarkt voor creatief opgeleiden
is hierbij achtergebleven en werkzaamheden zijn complexer geworden. Dit heeft er mede
toe geleid dat de arbeidsmarktpositie van gediplomeerden van creatieve mbo-opleidingen
doorgaans matig tot onvoldoende is. Volgens de CMMBO vragen de opleidingen artiest,
desktoppublisher, specialist mode-maattechniek en mediavormgeving specifieke aandacht.
In mijn reactie heb ik aangegeven dat het beeld dat door de CMMBO is geschetst, verontrustend
is. Ik vind het van groot belang dat jongeren een mbo opleiding volgen die voldoende
perspectief biedt op een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Opleiden voor de arbeidsmarkt,
is net als opleiden voor vervolgonderwijs en goed burgerschap onderdeel van de drievoudige
kwalificatie van het mbo. Deze drie onderdelen zijn niet los van elkaar te zien, maar
ongeacht de prestaties op de andere aspecten dient het arbeidsmarktperspectief ook
op orde te zijn. De CMMBO heeft een gedegen advies uitgebracht met een analyse van
het arbeidsmarktperspectief van creatieve opleidingen. Dit advies maakt duidelijk
dat het arbeidsmarktperspectief van de genoemde opleidingen onvoldoende was.
Naar aanleiding van het advies van de CMMBO heb ik SBB gevraagd advies uit te brengen
over de houdbaarheid van de kwalificaties artiesten en desktoppublisher. Voorts heb
ik alle mbo-scholen die de opleidingen specialist mode-maattechniek en mediavormgeving
verzorgen, gevraagd zich te verantwoorden over de naleving van de zorgplicht arbeidsmarktperspectief.
Onderwijs en bedrijfsleven, verenigd in SBB, hebben mij eind december 2018 een advies
doen toekomen hoe de doelmatigheid en het arbeidsmarktperspectief van opleidingen
te verbeteren (zie bijlage 1)1. Het advies beschrijft een werkwijze voor alle opleidingen in het mbo. In verschillende
fases wordt het arbeidsmarktperspectief van een opleiding onderzocht en wordt aangegeven
wat er moet gebeuren om het arbeidsmarktperspectief te verbeteren. Daarnaast heeft
SBB geadviseerd het kwalificatiedossier DTP te beëindigen en te vervangen door een
nieuw dossier Mediamaken.
Ik ben verheugd dat SBB in samenwerking met de scholen het kritische advies van CMMBO
heeft aangegrepen om verantwoordelijkheid te nemen om tot een zo goed mogelijke aansluiting
van het mbo op de arbeidsmarkt te komen. SBB heeft het initiatief genomen voor Artiesten
en DTP en de scholen voor mediavormgeving en mode/maattechniek. Het is mooi dat dit
tot één gezamenlijke werkwijze in SBB verband heeft geleid. In lijn met het wettelijke
uitgangspunt van zelfregulering, wil ik onderwijs en bedrijfsleven het vertrouwen
geven hun verantwoordelijkheid waar te maken. In het belang van mbo-studenten bewaak
ik vanzelfsprekend dat de juiste stappen worden gezet. Mbo-studenten moeten immers
kunnen rekenen op het tijdig vinden van een baan na diplomering.
Vervolgstappen die door onderwijs en bedrijfsleven de komende periode worden gezet:
• Mbo-scholen en het bedrijfsleven hebben afgesproken dat het totaal aantal studenten
voor de vier opleidingen voor studiejaar 2019/2020 landelijk gelijk zal zijn aan het
aantal studenten dat op 1 oktober 2017 ingeschreven stond op deze opleidingen. Zowel
door mij als door de MBO Raad zijn de mbo-scholen gewezen op de mogelijkheid van een
numerus fixus. Deze kan immers ingesteld worden indien er sprake is van onvoldoende
arbeidsmarktperspectief. Voor de genoemde opleidingen, waarbij instellingen gezamenlijk
van mening zijn dat deze opleidingen niet zouden moeten groeien, is dit een geëigend
middel. Een eerste analyse van de door de scholen opgestelde numeri fixi per 1 februari
2019 en de daarbij behorende prognose voor het aantal studenten in studiejaar 2019/2020
laat zien dat deze afspraak wordt nagekomen. De sector heeft hiermee een eerste en
belangrijke stap gezet en laat zo zien dat waar nodig lastige maatregelen genomen
kunnen worden.
• Voor de opleiding DTP delen onderwijs en bedrijfsleven de conclusie van de CMMBO dat
de kwalificatie verouderd is. Zij hebben, via de SBB, inmiddels een nieuw kwalificatiedossier
ontwikkeld en ter vaststelling aan mij aangeboden. Op dit moment heb ik in overweging
of dit aangepaste kwalificatiedossier (met de naam Mediamaken) voldoende tegemoet
komt aan de veranderingen in het beroep zodat het door mij vastgesteld kan worden.
Het kwalificatiedossier artiesten is door SBB op de onderhoudslijst voor 2019 geplaatst.
• SBB zal mij uiterlijk eind mei 2019 laten weten of en zo ja met hoeveel studenten
de instroom van mbo-studenten voor de opleidingen artiesten en DTP terug zal moeten
gaan. In dit eindadvies worden ook de opleidingen mediavormgeving en mode/maattechniek
betrokken. De komende maanden heeft SBB nodig om de opleidingen langs de verschillende
onderdelen van de werkwijze te halen. Het is hierbij van belang dat SBB zich goed
verhoudt tot de criteria zoals die opgenomen zijn in de beleidsregel macrodoelmatigheid.
Dat zijn immers de kaders op basis waarvan ik mijn afwegingen maak. Ik verwacht van
de SBB dat zij het advies van de CMMBO ter harte nemen en tot een zodanige reductie
van het aantal studenten komt dat het arbeidsmarktperspectief van de genoemde opleidingen
daadwerkelijk verbetert.
• Op basis van het hiervoor genoemde advies van SBB zal de MBO Raad, indien nodig, voor
eind 2019 besluiten bij welke mbo-scholen de instroom moet worden terug gebracht,
danwel welke mbo-scholen de opleiding(en) beëindigen. De MBO raad heeft mij laten
weten dat de vakinstellingen als groep hierbij het aantal studenten dat zij op 1 oktober
2017 hadden, kunnen handhaven. Ik verwacht dat bij de afweging welke scholen de instroom
gaan beperken verschillende invalshoeken worden meegenomen. Ik vind het van belang
dat kwaliteit, toegankelijkheid en de regionale arbeidsmarkt in ieder geval worden
meegewogen.
Indien SBB of de MBO Raad bij een van de te nemen stappen onvoldoende zelfregie laat
zien, dan kan dat een reden voor mij zijn om alsnog de CMMBO te vragen nader onderzoek
te doen naar de naleving van de zorgplicht arbeidsmarktperspectief bij afzonderlijke
mbo-scholen. Het eerder uitgevoerde themaonderzoek naar opleidingen in de creatieve
sector adresseerde het vraagstuk op landelijk niveau. Voor handhaving van de zorgplichten
is specifiek onderzoek naar individuele mbo-scholen nodig.2 Ik hoop dat het zover niet hoeft te komen.
Tot slot is naar aanleiding van het advies van de CMMBO de MBO Raad verder gegaan
met het versterken van het alumnibeleid. Onderdeel daarvan is een generieke alumni
tool, die mbo-scholen voor alle opleidingen kunnen gebruiken om inzicht te krijgen
in de bevindingen van oud-studenten ten aanzien van de drievoudige kwalificatie. Deze
tool dient vooral ter bevordering van de verdere kwaliteitsverbetering van opleidingen.
In de voortgangsbrief over leven lang ontwikkelen van de Minister van SZW en mij die
u voor de zomer ontvangt zal nader worden ingegaan op alumnibeleid. Dat is vanzelfsprekend
breder dan de generieke alumni-tool.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap