Brief regering : Fiche: Wijzigingsvoorstellen ETIAS
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2771 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2019
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Wijzigingsvoorstellen ETIAS
Fiche: Mededeling voor meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken
(Kamerstuk 22 112, nr. 2772)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Wijzigingsvoorstellen ETIAS
1. Algemene gegevens
a) Titel
1. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling
van de voorwaarden voor de toegang tot andere EU-informatiesystemen en tot wijziging
van de Verordening (EU) 2018/1862 en de Verordening ECRIS TCN
2. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling
van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden
van Europees informatie- en reisautorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van Verordening
(EU) 2018/1240, Verordening (EU) 767/2008, Verordening (EU) 2017/2226 en Verordening
(EU) 2018/1861
b) b) Datum ontvangst Commissiedocument
7 januari 2018
c) Nr. Commissiedocument
1. COM (2019) 3
2. COM (2019) 4
d) EUR-Lex
1. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52019PC0…
2. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52019PC0…
e) e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
N.v.t.
f) f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
g) g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Justitie en Veiligheid
h) h) Rechtsbasis
1. Artikel 82, eerste lid, onder d, en artikel 87 tweede lid onder a van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
2. Artikel 77 tweede lid, onder a, b en d VWEU.
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstellen
Met de onderhavige twee voorstellen voor een verordening beoogt de Europese Commissie
een kader te scheppen voor de automatische informatie-uitwisseling tussen het Europees
informatie- en reisautorisatiesysteem (ETIAS) en andere Europese ICT- systemen zoals
het Europees in- en uitreissysteem (EES), het Schengeninformatiesysteem (SIS), het
Europees Visa Informatiesysteem (EU VIS) en het Europees strafregister informatiesysteem
(ECRIS TCN). In artikel 11 tweede lid van de ETIAS-verordening is namelijk bepaald
dat wijzigingen van de wetgevingshandelingen tot instelling van het EU-informatiesystemen,
die noodzakelijk zijn om tussen de verschillende informatiesystemen (EES, SIS, EU
VIS, ECRIS-TCN en Eurodac) en ETIAS interoperabiliteit tot stand te brengen, in afzonderlijke
wetgevingsinstrumenten geregeld moeten worden. Op basis van deze bepaling heeft de
Commissie de onderhavige wetgevingsvoorstellen uitgewerkt.
In de voorstellen wordt het volgende geregeld:
1. Wijziging van de ECRIS TCN Verordening waarmee de toegang tot ECRIS TCN voor het doel
grensbeheer wordt geregeld.
2. Wijziging van de SIS Verordening om de technische relatie tussen ETIAS en SIS te kunnen
implementeren. Een ETIAS autorisatie kan worden ingetrokken na registratie in het
SIS. Om ervoor te zorgen dat het SIS signalering automatisch meldt aan het ETIAS moet
een geautomatiseerde procedure worden opgezet tussen het SIS en het ETIAS. Met de
wijzigingsvoorstellen wordt dit nu mogelijk.
3. Wijziging van de EES-Verordening om de technische koppeling tussen ETIAS en EES mogelijk
te maken. In artikel 6, derde lid, van de ETIAS Verordening is bepaald dat omwille
van de efficiëntie en kostenbesparing de voor het EES ontwikkelde hardware en softwarecomponenten
van de identiteitsgegevens worden hergebruikt. In de wijzigingsvoorstellen worden
de procedures hiertoe beschreven.
4. Wijziging van de EU VIS verordening zodat het EU VIS zoekopdrachten van het ETIAS
kan ontvangen, verwerken en beantwoorden.
In de wetgevingsvoorstellen wordt ook beschreven welke alfanumerieke identiteitsgegevens
uit het ETIAS met de andere systemen mag worden gedeeld.
b) Impact assessment Commissie
De Commissie heeft geen impact assessment uitgevoerd omdat dit voorstel volgens de
Commissie geen nieuwe politieke elementen bevat maar slechts beperkte technische wijzigingen
van de bepalingen in de ETIAS-verordening.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het Nederlandse beleid is erop gericht om enerzijds de veiligheid te waarborgen en
anderzijds de bescherming van de grondrechten van het individu te beschermen. Binnen
dit beleidskader acht Nederland het van belang dat de Europese informatie-uitwisselingprocessen
die bijdragen aan een effectief beheer van de buitengrenzen van de lidstaten van de
Europese Unie en een doeltreffende preventie en bestrijding van irreguliere migratie,
zware criminaliteit en terrorisme goed zijn ingericht. Het is belangrijk dat de Europese
informatie-uitwisselingprocessen effectief en efficiënt zijn waardoor grensautoriteiten
en rechtshandhavingsautoriteiten sneller en vollediger informatie beschikbaar hebben
om hun taken te kunnen uitoefenen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
In grote lijnen komen de voorstellen tegemoet aan standpunten die de Raad eerder op
verordeningen ETIAS, EES, SIS, interoperabiliteit en Europees Agentschap voor het
operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid
en recht (EU-LISA) heeft ingenomen. Het kabinet onderschrijft het belang van interoperabiliteit
van genoemde EU-informatiesystemen en de componenten door middel waarvan die moeten
worden verwezenlijkt. Zoals ook in het fiche over de Interoperabiliteit verordening
is aangegeven zal de informatiepositie van (Nederlandse) grens- en opsporingsdiensten
worden verbeterd waardoor zij beter, gerichter en efficiënter hun taak kunnen uitvoeren.1 Dit draagt bij aan een goed functionerend grensbeheer en effectievere aanpak van
grensoverschrijdende criminaliteit. Door de geautomatiseerde informatie-uitwisseling
tussen de betreffende systemen zal de administratieve lasten van deze uitvoeringsdiensten
verminderen. Het kabinet vindt dit positieve ontwikkelingen en dit past ook binnen
het kader van het Nederlands EU-voorzitterschap ontwikkelde EU-routekaart voor informatievoorziening,
informatie-uitwisseling inclusief interoperabiliteitoplossingen.
Daarentegen is het kabinet kritisch op het voorstel voor de wijziging van de ECRIS
TCN verordening. In tegenstelling tot het standpunt van de Commissie vindt het kabinet
dat dit voorstel een substantiële wijziging is omdat de doelbinding van deze verordening
wordt uitgebreid met toegang voor het grensbeheer. Het interoperabiliteitsvoorstel
biedt de mogelijkheid de gegevens uit de ETIAS en de ECRIS TCN verordeningen uit te
wisselen ten behoeve van het vaststellen van identiteitsfraude. Het onderhavige voorstel
breidt het doel van de gegevensverwerking uit tot grensbeheer en gaat daarmee verder
dan het interoperabiliteitvoorstel. Het voorstel gaat verder dan sec noodzakelijk
voor het doel van interoperabiliteit. De Commissie baseert zich hierbij op de overweging
uit de reeds van kracht zijnde ETIAS-Verordening, waarin staat dat om veiligheidsrisico’s
voor een reisaanvraag te kunnen beoordelen de interoperabiliteit tussen ETIAS en ECRIS-TCN
tot stand moet worden gebracht. Er is daarmee sprake van vergaande doeluitbreiding.
De nut en noodzaak van deze verdergaande doeluitbreiding wordt niet onderbouwd en
is niet gepaard gegaan met een impact assessment. Hierdoor zijn het doel en de toegevoegde
waarde van de informatie-uitwisseling van gegevens tussen het ETIAS en ECRIS TCN nog
onvoldoende duidelijk. Het kabinet zal zich inzetten voor de onderbouwing van de noodzaak
en proportionaliteit van het doel grensbeheer en de voorwaarden waaronder toegang
voor dit doel kan plaatsvinden door grensautoriteiten en de rechtsgrondslag van dit
voorstel. Een ander aandachtspunt zijn de uitvoeringslasten die het voorstel in de
huidige vorm met zich meebrengt.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Bij de eerste bespreking in de Raadswerkgroep grenzen hebben de meeste lidstaten een
algemeen studievoorbehoud gemaakt waarbij een meerderheid van de lidstaten een positieve
grondhouding heeft ten aanzien van de wijzigingsvoorstellen die nodig zijn om de interoperabiliteit
met het SIS, EES, en EU VIS te regelen. Daarentegen heeft een groot aantal lidstaten
een kritische grondhouding ten aanzien van het voorstel tot wijziging van de ECRIS
TCN verordening. De lidstaten delen het standpunt van Nederland dat dit voorstel een
aantal substantiële wijzigingen kent die nadere onderbouwing missen en uitvoeringslasten
met zich meebrengen.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid voor wat betreft het wijzigingsvoorstel ETIAS
ECRIS TCN positief met een kanttekening. De Commissie baseert de bevoegdheid van de
EU op artikel 82, eerste lid, onder d, artikel 87, tweede lid, onder a, Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie (VWEU). Het kabinet twijfelt of de rechtsgrondslag
voor het wijzigingsvoorstel ECRIS TCN en SIS onvolledig is. Artikel 82, eerste lid,
onder d, en artikel 87, tweede lid, onder a, geven alleen de basis voor samenwerking
tussen strafrechtelijke (en equivalente) partijen. Dat lijkt een onvolledige grondslag
te bieden voor deze gegevensverwerking met het doel grensbeheer. Deze rechtsgrondslag
zou daarom kritisch moeten worden bezien. In dit verband zal worden bezien of artikel
77 tweede lid, onder a,b en d toegevoegd zou moeten worden.
Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid voor wat betreft het wijzigingsvoorstel voor
ETIAS om toegang te verlenen tot de andere EU-informatiesystemen positief. De Commissie
baseert de bevoegdheid van de EU op artikel 77 tweede lid, onder a, b en d van de
VWEU. Op grond van dit artikel heeft de EU de bevoegdheid regels te stellen ten aanzien
van het stellen van grenscontroles en de geleidelijke invoering van een geïntegreerd
systeem van beheer van buitengrenzen.
b) Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit van beide voorstellen als positief. Het op
een efficiënte manier regelen van de interoperabiliteit tussen de verschillende Europese
databanken en Europese IT-systemen kan niet door acties van lidstaten afzonderlijk
worden bereikt en kan alleen op EU-niveau worden gerealiseerd.
c) Proportionaliteit
De proportionaliteit van de voorstellen wordt als positief met kanttekening beoordeeld.
Het kabinet acht de voorstellen die nodig zijn voor de interoperabiliteit tussen het
ETIAS en EES, EU VIS en SIS noodzakelijk om te komen tot een betere geautomatiseerde
uitwisseling van de identiteitsgegevens. Tegelijkertijd is het kabinet kritisch ten
aanzien van het voorstel tot wijziging van de ECRIS TCN verordening. Het kabinet mist
de onderbouwing van noodzaak en proportionaliteit van dit wijzigingsvoorstel, waarmee
een doeluitbreiding plaatsvindt naar grensbeheer en de toegang tot gegevens wordt
uitgebreid tot grensautoriteiten en daarmee verder reikt dan de doelstelling van het
interoperabiliteitsvoorstel.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Zoals vastgelegd in de Kamerbrief van 1 juni 2018 over de Kabinetsappreciatie van
het Commissie MFK-voorstel, maken de onderhandelingen wat betreft de financiële aspecten,
integraal onderdeel uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader
(MFK) 2021–2027. Nederland hecht eraan dat besprekingen niet vooruitlopen op de integrale
besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland zal ondersteunend
moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen zoals hierboven toegelicht,
te weten een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK. Dit vraagt scherpe
keuzes, én bezuinigingen. Om het vertrek van het Verenigd Koninkrijk op te kunnen
vangen en nieuwe prioriteiten te kunnen financieren moeten substantiële bezuinigingen
worden doorgevoerd. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op
de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale
overheden
In tegenstelling tot het standpunt van de Commissie meent de overheid dat er wel financiële
gevolgen zijn voor de lidstaten. Uit een eerste kostenindicatie blijkt onder andere
dat het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) aangepast moet worden om te kunnen voldoen
aan het wijzigingsvoorstel van de ECRIS TCN verordening. Een impactanalyse naar de
voorstellen zal inzicht moeten geven in de daadwerkelijke kosten voor de betrokken
uitvoeringsdiensten in Nederland.
Eventuele budgettaire gevolgen zullen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Niet van toepassing.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
Niet van toepassing.
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
Niet van toepassing.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
De verordeningen zijn verbindend in al hun onderdelen en zijn rechtstreeks toepasselijk
in de lidstaten overeenkomstig het VWEU. Desalniettemin is het de verwachting dat
voor de eenvormige toepassing van de verordeningen aanpassing noodzakelijk zal zijn
van de nationale wet- en regelgeving. Hiertoe zal mogelijk de regelgeving aangaande
justitiële en strafvorderlijke gegevens, dat onder meer de autoriteiten bepaald die
toegang hebben tot de justitiële documentatie en de verstrekking van gegevens daaruit,
moeten worden aangepast.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
De technische en administratieve regelingen ten behoeve van de uitwisseling van alfanumerieke
identiteitsgegevens tussen de verschillende EU ICT-systemen en databanken worden opgenomen
in uitvoeringshandelingen. Het kabinet kan instemmen met de keuze voor uitvoeringshandelingen
omdat deze erop gericht zijn dat gewaarborgd wordt dat de verordening volgens eenvormige
voorwaarden wordt uitgevoerd. De keuze voor de onderzoeksprocedure is volgens het
kabinet geschikt, omdat het hier gaat om handelingen van algemene strekking (zie art.
2, lid 2, onder a van Verordening 182/2011 (de Comitologieverordening).»
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De verordeningen treden in werking op de twintigste dag volgend op die van bekendmaking
in het publicatieblad van de Europese Unie. De voorstellen treden voor een deel direct
(20 dagen na publicatie) in werking. Inwerkingtreding is voor het andere deel gekoppeld
aan completering van de benodigde ICT-systemen en andere voorzieningen. Het kabinet
zal erop aandringen dat deze inwerkingtredingsdata goed op elkaar aansluiten en realistische
implementatietermijnen inhouden, zowel als het gaat om de benodigde nationale regelgevende
activiteiten als uitvoeringsvoorzieningen en informatievoorzieningen. Indien (aanpassing
van) nationale wetgeving toch nodig blijkt, zal worden aangedrongen op een langere
termijn om deze wetgeving te kunnen doorvoeren.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Niet van toepassing.
e) Constitutionele toets
Niet van toepassing.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
a) Uitvoerbaarheid
De implementatie van de voorstellen zal investeringen in techniek, infrastructuur
en personeel vergen. De exacte uitvoeringsconsequenties voor de lidstaten zijn op
dit moment nog niet goed in te schatten omdat de uitvoerbaarheid van het voorstel
onder andere afhankelijk zal zijn van de beleidskeuze voor het nationale contactpunt
in Nederland.
b) Handhaafbaarheid
Ook de exacte consequenties voor de handhaving zijn op dit moment niet goed in te
schatten.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Er zijn geen implicaties voor ontwikkelingslanden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken