Brief regering : Aanvullende antwoorden op vragen gesteld tijdens het plenair debat over de visie op de toekomst van Defensie van 22 januari 2019
34 919 Defensienota
Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2019
In het plenaire debat over de visie op de toekomst van Defensie (22 januari jl. (Handelingen
II 2018/19, nr. 43, item 25)) is door het lid Belhaj gevraagd hoe de in november 2018 gepubliceerde toekomstvisie
van de Koninklijke Landmacht samenhangt met de in maart 2018 gepubliceerde Defensienota
(Kamerstuk 34 919, nr. 1). Ook is gesproken over hoe de investeringsprioriteiten genoemd in het nationale
plan voor de NAVO (Kamerstuk 28 676, nr. 308) passen binnen de visie in de Defensienota. Ik heb toegezegd uw Kamer hierover te
informeren. Ik ga daarbij ook in op het proces van de herijking van de Defensienota.
De Defensienota en de toekomstvisie van de Koninklijke Landmacht
Ontwikkelingen als de veranderde geopolitieke verhoudingen, de opkomst en verspreiding
van nieuwe technologieën en wapens, de verwevenheid van de interne en externe veiligheid
en hybride oorlogsvoering leiden ertoe dat het aantal dreigingen de afgelopen jaren
is toegenomen en die dreigingen complexer, diverser en onvoorspelbaarder zijn geworden.
Defensie moet kunnen inspelen op deze veranderende veiligheidscontext. De Defensienota
beschrijft in dat kader de richting waarin Defensie zich de komende jaren gaat bewegen.
Het dreigingsbeeld vraagt om een krijgsmacht die robuust, wendbaar en snel inzetbaar
is: we moeten er kunnen staan als dat nodig is en kunnen inspelen op de snelle en
onvoorspelbare veranderingen om ons heen.
De toekomstvisie van de Koninklijke Landmacht, «Veiligheid is Vooruitzien», volgt
de Defensienota en geeft hier nadere uitvoering aan, als het gaat om de landstrijdkrachten.
De Commandant Landstrijdkrachten stelt niet voor niets in de inleiding van de publicatie
dat de visie een vervolg is op de Defensienota. In haar visie bespreekt de landmacht
het belang van hoogwaardige technologie, goed getrainde mensen en slagvaardigheid.
De landmacht wil het adaptief vermogen vergroten en de samenwerking met nationale
en internationale partners versterken. Dit sluit naadloos aan op de speerpunten uit
de Defensienota.
Zoals beschreven staat in de Defensienota (pagina 24, middelste kolom) en ook in de
landmachtvisie is opgenomen, zal hiertoe een kleine eenheid gaan experimenteren met
onbemande systemen in het landoptreden. Dit sluit ook aan bij een andere maatregel
in de Defensienota, namelijk dat we investeren in kennisopbouw op het gebied van cyber,
informatiegestuurd optreden en nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie,
robotica, 3D-printing en bio en nano-technologie.
Overigens hebben ook de andere krijgsmachtdelen visies gepubliceerd («Vijfde Generatie
Luchtmacht», «Sailplan 2030» en de KMar-ontwikkelagenda). Deze teksten sluiten alle
aan op de defensiebrede visie en kaders.
De prioriteiten in het nationale plan voor de NAVO
De vijf prioritaire capaciteiten die het kabinet heeft vastgesteld in het nationale
plan voor de NAVO vloeien voort uit de visie zoals beschreven in de Defensienota.
Ze geven verdere invulling aan het kader voor de capaciteitsopbouw van Defensie dat
in de Defensienota is opgenomen: een veelzijdig inzetbare krijgsmacht, het moderniseren
van huidige wapensystemen en het investeren in informatiegestuurd optreden met een
stevige IT-infrastructuur.
De vijf prioritaire capaciteiten uit het nationale plan dragen bij aan de verdere
versterking van de slagkracht en het voortzettingsvermogen van onze krijgsmacht. De
capaciteiten passen zowel in de visie voor de eigen organisatie (Defensienota 2018),
alsook in die van de NAVO (NAVO-capaciteitendoelstellingen) en van de EU (EU Capability Development Plan en de EU Capability Development Priorities 2018).
Het kabinet heeft de intentie om als onderdeel van de afweging bij de voorjaarsnota
2019 een eerste stap te zetten en extra middelen die in de rijksbegroting beschikbaar
komen toe te voegen aan de begroting van Defensie om in deze prioriteiten te investeren.
Omdat het nationale plan voor de NAVO is, met als doel te laten zien hoe Nederland
zich houdt aan de afspraken over defensie-uitgaven en de door Nederland geaccepteerde
NAVO-capaciteitendoelstellingen, heeft het plan een focus op investeringen in capaciteiten.
Dit laat onverlet dat verdere investeringen in mensen, middelen en manieren onderdeel
zijn van de lange lijnen die zullen worden uitgewerkt in de herijking van de Defensienota
in 2020.
F-35 jachtvliegtuigen
Met extra F-35’s vergroten we de slagkracht in het luchtdomein in het hoogste geweldsspectrum.
F-35’s maken de krijgsmacht robuuster én wendbaarder. Ze kunnen ondersteuning bieden
aan optreden op land en zee en luchtgevechten beslechten.
Deze vijfde generatie multi purpose jachtvliegtuigen kan doelen in de lucht en op de grond of op het water uitschakelen
tot diep in vijandelijk gebied en vormt hiermee één van de belangrijkste wapensystemen
om de A2AD-capaciteiten van tegenstanders (o.a. Rusland) te bevechten.
Ze kunnen daarbij ook als sensor voor Intelligence Surveillance en Reconnaissance (ISR)-taken fungeren en zijn daarmee uitermate geschikt voor een krijgsmacht die
inzet op informatiegestuurd optreden.
Ook zijn vijfde generatie jachtvliegtuigen binnen de NAVO en EU een schaarse capaciteit.
Door hierin te investeren vervult Nederland een kritieke behoefte, aangezien deze
jachtvliegtuigen een van de belangrijkste middelen zijn om in te zetten in verschillende
type conflicten.
Vuurkracht op land
Deze intensiveringoptie is door de NAVO benoemd als belangrijkste prioriteitsdoelstelling
voor Nederland. Het gaat hierbij om versterking van de gemechaniseerde brigade waarmee
we de mogelijkheid krijgen om zowel op kortere én langere afstand zwaardere vijandelijke
doelen uit te schakelen.
Hiermee nemen de slagkracht en het voortzettingsvermogen van onze krijgsmacht dus
significant toe.
Het gaat om moderne wapensystemen die worden ingezet in een genetwerkte omgeving.
Zoals in de Defensienota is aangegeven, gaan we de sensoren en informatiesystemen
van die wapensystemen in een netwerk aan elkaar koppelen om het informatiegestuurde
optreden te verbeteren. Dat betekent dat met informatie uit alle defensiebreed beschikbare
sensoren, waaronder ook de F-35, een beeld wordt opgebouwd. Op basis daarvan worden
doelen in het landdomein op effectieve en efficiënte wijze uitgeschakeld.
Vuurkracht op zee
Deze specifieke capaciteit biedt bescherming tegen vijandelijke ballistische raketten
door ze te onderscheppen in de ruimte. Dit vergroot de slagkracht vanuit het maritieme
domein in het hoogste geweldsspectrum en draagt bij aan de bescherming van grote delen
van een operatiegebied (alsmede eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, waaronder
grote bevolkingscentra en essentiële infrastructuur).
Door deze capaciteit weer te koppelen aan technologieën en wapensystemen die onze
schepen al hebben, kunnen we beschikken over een unieke en schaarse capaciteit die
slechts een paar landen hebben.
Special Operations Forces (SOF)
Dreigingen zijn complexer, diverser en onvoorspelbaarder geworden en hierdoor neemt
het belang van speciale operaties in conflicten gestaag toe. De Nederlandse speciale
eenheden hebben een zeer goede naam en kunnen een bijdrage leveren aan vele soorten
operaties, waaronder contraterrorisme, gerichte interventies in hybride conflictsituaties
en beeldopbouw in de pre-conflictfase.
Tevens zijn SOF-capaciteiten een belangrijke aanvulling op het defensiebrede palet
aan systemen om de A2AD-capaciteiten van tegenstanders (o.a. Rusland) in een multi-domeinbenadering
te bevechten.
Door te investeren in ondersteunende grond-, lucht-, informatie- en logistieke capaciteiten
voor SOF-operaties kunnen deze eenheden sneller en beter worden ingezet en operaties
langer volgehouden. Het ontlast bovendien de druk op de ondersteuning van reguliere
eenheden, wat de inzetbaarheid van de gehele krijgsmacht ten goede komt (waaronder
de inzetbaarheid van helikopters).
Cyber- en informatiedomein
Zoals in de Defensienota staat vermeld breiden we onze cybercapaciteit uit om een
grotere rol te kunnen vervullen bij de bescherming van ons land tegen digitale dreigingen.
Hiertoe zetten we nu in nauw overleg met andere spelers de eerste stappen. Nederland
ontwikkelt unieke capaciteiten op het gebied van het cyber- en informatiedomein en
is een van de eerste landen geweest om cybercapaciteiten aan te bieden aan de NAVO.
Om informatiegestuurd te kunnen optreden, zijn verdere investeringen in het cyber-
en informatiedomeindomein (waaronder ook inlichtingen) cruciaal. We zijn bezig met
het leggen van de fundering van de informatie-infrastructuur voor de krijgsmacht.
Met een investering in technologisch hoogwaardige capaciteiten in dit domein wordt
de connectiviteit voor het mobiele gevecht verbeterd en waar nodig uitgebreid met
sensoren. Zo zijn we beter in staat om informatie te ontsluiten en om big data te verwerken en gebruiken.
De herijking van de Defensienota 2020
Zoals omschreven in de Defensienota 2018, willen we in deze kabinetsperiode ook gestalte
geven aan de langere lijnen naar de toekomst die nodig zijn voor een stabiele financiering
en versterking van de krijgsmacht. Een stapsgewijze groei in het kader van deze lange
lijnen om de capaciteitendoelstellingen van de NAVO te realiseren nemen we op in de
herijking van de Defensienota. Deze staat gepland in 2020.
In de Defensienota 2020 zullen naast de prioritaire capaciteiten uit het nationale
plan dus in ieder geval de overige capaciteitendoelstellingen van de NAVO worden opgenomen.
Zoals hierboven beschreven, zijn verdere investeringen in mensen, middelen en manieren
eveneens onderdeel van de lange lijnen die nodig zijn voor een stabiele groei en versterking
van de krijgsmacht. Deze zullen dus ook meegenomen worden in de Defensienota 2020.
De komende tijd gaan we aan het werk met de herijking van de Defensienota. Het uitgangspunt
hiervoor is de visie zoals omschreven in de huidige Defensienota. Zoals met de Kamer
besproken, gaan we hiervoor in gesprek met onze mensen in de organisatie. Dit doen
we onder andere door interne dialoogtafels te organiseren. Ook betrekken we mensen
van buiten de organisatie, waaronder Kamerleden. Hiervoor worden onder andere twee
externe bijeenkomsten georganiseerd: één voor de zomer en één in de tweede helft van
2019. We pakken zo het traject op een soortgelijke manier aan als dat we hebben gedaan
ter voorbereiding op de Defensienota 2018.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie