Brief regering : Aanpak implementatie programma eID
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 590
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2019
Met mijn brief d.d. 16 juli 2018 berichtte ik u over de voortgang van het programma
eID over de periode januari tot en met juni 2018 (Kamerstuk 26 643, nr. 550). Het programma eID heeft tot doel om gebruiksvriendelijke, veilige en betrouwbare
digitale interactie van burgers en bedrijven met de overheid mogelijk te maken. In
deze brief informeer ik u over de aanpak van de implementatie eID.
Terugblik
In bijlage twee geef ik een overzicht van de voortgang van het programma eID in de
tweede helft van 2018. Ik ga daarbij onder meer in op de behandeling van de ingediende
wetsvoorstellen, de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van voorzieningen
en de aanbesteding van één of meerdere private authenticatiediensten.
Wendbaar en flexibel
De digitale overheid wordt sterk beïnvloed door snel voortschrijdende technologische
ontwikkelingen. Om die ontwikkelingen in goede banen te kunnen leiden moeten we wendbaar
en flexibel zijn. Dat betekent dat wij in kleinere stappen gaan werken, zodat we vooruitgang
boeken en waar nodig bij kunnen sturen. Mijn wetsvoorstel Digitale overheid biedt
daarvoor de ruimte (Kamerstuk 34 972).
Implementatie
De fase van implementatie start; niet overheidsbreed, maar – gezien eerdere adviezen
en lessons learned – stap voor stap. Ik kan en wil niet wachten op volledig voltooide
oplossingen voor alle sectoren en gebruikers. IJkpunten voor de implementatie zijn
de waarden gebruiksvriendelijkheid, veiligheid en betrouwbaarheid uit de agenda NL
DIGIbeter, alsmede digitale inclusie. Over digitale inclusie informeerde ik u op 12 december
2018 met mijn brief «Digitale inclusie – iedereen moet kunnen meedoen» (Kamerstuk
26 643, nr. 583). De groep mensen die digitaal zaken doet met de overheid wil ik vergroten. Dat vergt
een aanpak die de gebruiker centraal stelt en die oog heeft voor het oplossen van
belemmeringen. Deze ijkpunten vormen het kompas voor de komende jaren. Het eindplaatje
staat niet vast, maar wordt bepaald door hoe wij met dit kompas inspelen op de voortschrijdende
technologische ontwikkelingen. Voor de volledigheid merk ik op dat voor burgers die
dat wensen, fysieke interactie met de overheid mogelijk blijft.
Ik licht in deze brief het belang van de implementatie toe aan de hand van een casus
in het burger- en een casus in het bedrijvendomein. Vervolgens ga ik in op de implementatie
problematiek en licht ik de vier actielijnen voor 2019 en verder toe. Dan ga ik in
op de startsituatie voor de actielijn Substantieel. Ik besluit met een aantal conclusies.
Belang van implementatie: casussen in burger- (zorg) en bedrijvendomein (UWV)
In de zorg is het verkrijgen van de juiste informatie op het juiste moment, op de
juiste plek en bij de juiste persoon cruciaal. Goede en tijdige informatie-uitwisseling
tussen zorgaanbieders en met patiënten draagt bij aan goede kwaliteit van zorg. Het
kabinet heeft daarom meer dan € 400 miljoen beschikbaar gesteld voor versnellingsprogramma’s
voor informatie-uitwisseling in diverse (zorg)sectoren, gericht op uitwisseling met
burgers en tussen zorgprofessionals onderling.
Het UWV wisselt bij ziekte, arbeidsongeschiktheid, zwangerschap, indiensttreding of
ontslag, gegevens uit met werkgevers en werknemers. Dit zijn veelal intensieve en
ingewikkelde administratieve processen, die veel tijd en geld kosten. Als er misverstanden
ontstaan door onjuiste gegevens, kan dit de werkgever of de werknemer schade opleveren.
De potentiële maatschappelijke baten van het digitaliseren van deze uitwisselingsprocessen
zijn fors.
Voor de digitalisering in deze sectoren is het noodzakelijk dat de waarborgen dat
de juiste persoon de gegevens inziet, aanlevert of ontvangt worden verhoogd. Omdat
in beide domeinen zeer gevoelige persoonlijke informatie wordt uitgewisseld, heeft
de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zowel het UWV als het Ministerie van VWS bericht
dat digitale dienstverlening pas aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
kan voldoen, als deze op een hoger betrouwbaarheidsniveau plaatsvindt. De Minister
van VWS wil dit de komende twee jaar realiseren, maar is daarvoor afhankelijk van
de ontwikkelingen in het programma eID. Voor de uitwisseling met het UWV verlangt
de AP vanaf november 2019 in ieder geval 2-factor inloggen1. Ik hanteer deze aanwijzingen van de AP als richtinggevend voor de overige sectoren.
Deze casuïstiek laat de maatschappelijke urgentie zien van een hoger betrouwbaarheidsniveau
van toegang tot digitale dienstverlening en de implementatie en het gebruik daarvan.
Ik verbind mij dan ook aan de realisatie van de plannen van de ministeries van VWS
en SZW, maar zie deze uitdrukkelijk als voorlopers op de overige dienstverleners en
overheden.
Implementatieproblematiek
Het programma eID heeft als opdracht het opleveren van authenticatiediensten op betrouwbaarheidsniveau
Substantieel en Hoog2. Het programma ontzorgt (overheids-)dienstverleners door aansluiting op deze authenticatiediensten
te vergemakkelijken.
Op het burgerdomein zijn er toegankelijkheidsproblemen waarover ik u in mijn vorige rapportage in juli
2018 informeerde (Kamerstuk 26 643, nr. 550). Dit komt voort uit het feit dat de inlogmiddelen DigiD Substantieel en Hoog voor
een brede groep burgers nog niet toegankelijk zijn, onder andere omdat Apple-producten
de chips op de identiteitsdocumenten niet kunnen lezen, omdat nog niet iedereen beschikt
over een identiteitsbewijs met uitleesbare chip en omdat er nog een oplossing moet
worden gevonden voor anders dan mobiele toegang (pc’s en laptops).
De belemmeringen in het bedrijvendomein hebben een ander karakter. Deze zijn veelal op korte termijn oplosbaar, maar omdat
het er relatief veel zijn, moet de aanpak voortvarend worden opgepakt om de invoering
van hogere betrouwbaarheidsniveaus niet onnodig te belemmeren. Dit betreft problemen
op het gebied van interoperabiliteit, aansluiten en techniek. Daarnaast is er ook
sprake van een groot aantal partijen die mogelijk uitgesloten worden omdat een inschrijving
bij de Kamer van Koophandel (KvK) wordt vereist voor en door eHerkenning op de niveaus
Substantieel en Hoog3. Dit probleem treft instanties die niet bij de KvK zijn ingeschreven zoals de Hoge Colleges van Staat, organisaties zonder rechtspersoon en kerken.
Actielijnen voor implementatie
Het is noodzakelijk om zo snel mogelijk hogere niveaus van betrouwbaarheid te introduceren.
Door stapsgewijs te implementeren en rekening te houden met wat er nu mogelijk is,
bieden we ruimte voor voortdurende innovatie, terwijl er tegelijkertijd wordt gewerkt
aan oplossingen die veilig, betrouwbaar en gebruiksvriendelijk zijn.
In samenwerking met de dienstverleners is besproken dat de stapsgewijze implementatie
wordt ingezet langs de volgende parallelle actielijnen:
1. Een brede beweging naar 2-factor inloggen (met DigiD app of sms-code)
2. Een lerende uitrol van «Substantieel», te beginnen in de zorgsector in het burgerdomein
en bij het UWV in het bedrijvendomein.
3. Een lerende uitrol van «Hoog» bij noodzaak of maatschappelijke baten.
4. Het vergroten van de mogelijkheden van burgers voor toegang tot het niveau Substantieel.
De actielijnen 1, 2 en 3 zijn van toepassing op zowel het burger- als het bedrijvendomein.
Actielijn 4 betreft alleen het burgerdomein.
Actielijn 1: Brede beweging naar 2-factor inloggen
Doordat inlogmiddelen op niveau Substantieel nog niet op een voldoende gebruiksvriendelijke
manier toegankelijk zijn, hebben te weinig burgers gemakkelijk toegang tot een hoger
betrouwbaarheidsniveau.
Een no regret actie, die later de brede uitrol naar het niveau «Substantieel» en «Hoog»
kan vergemakkelijken en versnellen, is het nu al beginnen met het stimuleren van het
gebruik van de DigiD App. Deze 2-factor oplossing is een goede stap in het verhogen
van het betrouwbaarheidsniveau en laat de gebruikers wennen aan het gebruik van een
App als methode om in te loggen. Ik wil derhalve het gebruik van de App stimuleren
en ik overweeg daarom een landelijke voorlichtingscampagne en wil afspraken maken
met de dienstverleners om ditzelfde te doen.
Als overbrugging kan er voorlopig gebruik gemaakt worden van identificatie met DigiD
en wachtwoord waarbij wordt bevestigd met een sms bericht. Deze voorziening is toegankelijk
voor alle huidige DigiD-gebruikers.
Een vergelijkbare situatie en aanpak zijn aan de orde op het bedrijvendomein.
Actielijn 2: Lerende uitrol «Substantieel»
Omdat de randvoorwaarden voor een brede uitrol van het authenticatieniveau «Substantieel»
nog niet zijn vervuld kies ik voor een lerende uitrol voor dit authenticatieniveau.
Voor deze lerende uitrol hanteer ik de volgende strategie:
A. Richten op specifieke sectoren: de zorg en het UWV
Op basis van de eerder genoemde aanwijzing van de AP voor wat betreft het verwerken
van gevoelige persoonlijke gegevens, is in die domeinen de noodzaak en bereidheid
om tempo te maken het hoogst. Daarom ligt het in de rede om bij de genoemde lerende
aanpak te kiezen voor het zorgdomein en de uitwisselingsprocessen van bedrijven met
UWV, om in die domeinen zo snel mogelijk tot een hoger betrouwbaarheidsniveau te komen.
B. Wegnemen van belemmeringen
De strategie is erop gericht dat alle betrokken partijen zich tijdens de implementatie
kunnen focussen op het signaleren en wegnemen van belemmeringen.
In het burgerdomein zijn onder andere de volgende belemmeringen geconstateerd:
• Er zijn circa 2,5 miljoen mensen die hulp nodig hebben bij de (digitale) interactie
met de overheid. Hierover informeerde ik u op 12 december 2018 in de brief over digitale
inclusie (Kamerstuk 26 643, nr. 583). Met de ingebruikname van een hoger betrouwbaarheidsniveau, voorzie ik dat de behoefte
aan een goede machtigingsvoorziening sterk toeneemt.
• Het veilig en betrouwbaar aansluiten op verschillende mogelijkheden (DigiD, privaat
middel, machtigen, etc) vergt voor kleine dienstverleners, zoals huisartsen en kleine
gemeenten, een verhoudingsgewijs (te) grote inspanning. Deze dienstverleners beschikken
over relatief beperkte mogelijkheden om hun klanten toegang te bieden tot hun digitale
dienstverlening. Ondersteuning van deze groep om deze zo efficiënt mogelijk aan te
laten sluiten bij toename van het betrouwbaarheidsniveau en bij gebruik van bijvoorbeeld
machtigen wordt steeds belangrijker.
• In de huidige systematiek van doorbelasting leidt een toename van digitale interactie
tot toename van de kosten voor dienstverleners. Dat verhoudt zich niet met de wens
om de groep mensen die digitaal zakendoet met de overheid te vergroten.
Voor het bedrijvendomein heb ik in december een taskforce opgericht, die als taak heeft oplossingen te ontwikkelen
die de belemmeringen die ik onder «Implementatieproblematiek» beschreef weg te nemen.
C. Starten is belangrijk
Er zullen voortdurend nieuwe innovaties komen die een bijdrage kunnen leveren aan
een betrouwbare, veilige, digitale interactie. Wachten is echter geen optie. Bij aanvang
zijn onvermijdelijk overbruggingsmaatregelen, zoals zuilen, balies en kaartlezers
noodzakelijk. De voortgang van deze maatregelen licht ik verderop toe.
Actielijn 3: Lerende inzet Hoog bij noodzaak of maatschappelijke baten.
De pilot DigiD Hoog in het burgerdomein om met een rijbewijs met uitleesbare chip
en een smartphone met NFC-reader (Near Field Communication) in te loggen is succesvol
verlopen. Na de inwerkingtreding van de gewijzigde paspoortwet, mogelijk in 2019,
komt deze voorziening ook beschikbaar op de nieuw uitgegeven Nederlandse identiteitskaart
(NIK). Op dit betrouwbaarheidsniveau is het bij elke inlog noodzakelijk om een daarvoor
geschikt identiteitsbewijs uit te kunnen lezen.
Omdat bij elke inlog het gebruik van de identiteitskaart noodzakelijk is, is voor
de implementatie van Hoog, zowel de Apple problematiek, als de beperkte beschikbaarheid
van identiteitsbewijzen met uitleesbare chip een belemmerende factor. Wel is bij DigiD
Hoog naast een mobiele oplossing, ook een PC-oplossing gecombineerd met een kaartlezer
nagenoeg gereed. Vooralsnog is deze oplossing voor het niveau Substantieel niet gerealiseerd.
Vanwege het beperkte bereik kan slechts op kleinere schaal gestart worden met een
lerende uitrol van middelen op niveau Hoog. Ik kies dan ook voor die gebieden waar
het noodzakelijk geacht is niveau Hoog in te zetten en de gebieden waar de maatschappelijke
en financiële baten het mogelijk maken de aanloopproblemen op acceptabele wijze te
compenseren.
In het bedrijvendomein is eHerkenning niveau 4 beschikbaar. Eventuele aanloopproblemen
bij het gebruik worden opgepakt door de eerder toegelichte taskforce.
Actielijn 4: Het vergroten van de mogelijkheden van burgers voor toegang tot het niveau
Substantieel
Omdat het verhogen van de betrouwbaarheidsniveaus op korte termijn veel belemmeringen
kent, is dit een risico voor het vergroten van digitale inclusie. Omdat ik uitsluiting
wil voorkomen en zoveel mogelijk burgers op een zo eenvoudig mogelijke wijze toegang
wil bieden tot een authenticatiemiddel op niveau Substantieel, loopt er een aantal
parallelle sporen om een oplossing te bieden voor de toegankelijkheidsproblemen. Deze
sporen zijn:
• het verkrijgen van alternatieve authenticatiediensten (naast DigiD) via een Europese
aanbesteding;
• het verbeteren van de mogelijkheden dat burgers en bedrijven iemand kunnen machtigen
om de digitale diensten af te nemen. Hiervoor wordt het programma Machtigen uitgevoerd;
• het faciliteren van burgers om op een alternatieve wijze het niveau Substantieel te
verkrijgen.
Deze verschillende sporen vergen tijd. Ik blijf parallel werken aan het beproeven
van alternatieve oplossingen voor de Apple-problematiek, waarbij het uitgangspunt
is dat deze net zo eenvoudig, gebruiksvriendelijk en goedkoop zijn als de Android
werkwijze. Dit is onderdeel van permanente ontwikkeling en innovatie.
Startpositie en nadere maatregelen t.a.v. actielijn 2 voor burgers
In deze brief heb ik u meegenomen in de implementatiestrategie. Zoals ik al eerder
in de brief opmerkte zijn op dit moment de randvoorwaarden voor een brede uitrol van
het authenticatieniveau «Substantieel» nog niet vervuld. Om de doelen van actielijn
2 in het burgerdomein te behalen zijn overbruggingsmaatregelen nodig. In bijlage 2
worden deze opgesomd. De maatregelen worden al enige tijd voorbereid. Het betreft
een fors aantal, die technisch meer complex zijn en daardoor meer tijd blijken te
kosten om deze te realiseren. Vanwege het belang van de beschikbaarheid van Substantieel
zal ik daarom op korte termijn laten inventariseren of versnellingen mogelijk zijn.
Ik zal u hierover in de volgende voortgangsrapportage in juli 2019 informeren.
Conclusies
Ik heb in deze brief mijn strategie toegelicht voor de digitale toegang tot interactie
met de overheid. Ik kies voor een stimulerende brede aanpak door voor alle sectoren
op de kortst mogelijke termijn naar 2-factor inloggen te gaan.
Daarnaast kies ik voor een lerende maar – gelet op de urgentie – niet vrijblijvende
aanpak voor de uitrol van het betrouwbaarheidsniveau Substantieel door in eerste instantie
te focussen op het zorgdomein en UWV. Ik verbind mij daarmee aan de doelen die mijn
collega’s van VWS en SZW hebben gesteld. Aanvullend zal ik mij inzetten om de randvoorwaarden
te scheppen zodat de digitale toegang tot interactie met de gehele overheid op een
hoger betrouwbaarheidsniveau in de komende jaren wordt gerealiseerd. Door in de komende
periode te focussen op twee sectoren verwacht ik meer snelheid en rendement te bereiken
en tevens te kunnen ontdekken wat wel en wat niet werkt. Ook andere sectoren zullen
van deze leerervaringen profiteren. Het blijft vanzelfsprekend de bedoeling dat het
betrouwbaarheidsniveau van de digitale diensten van alle andere sectoren en alle andere
dienstverleners wordt verhoogd.
Hierbij doe ik recht aan de implementatiestrategie van «je doel bereiken in kleine
stappen». Door naast veiligheid en betrouwbaarheid ook te streven naar gebruiksvriendelijkheid,
beoog ik de groep mensen en bedrijven die digitaal zaken doen met de overheid te vergroten.
De voortgang van de implementatie hangt af van onder meer technische voortgang, marktraadpleging
en acceptatie door gebruikers. Dit heeft invloed op de kosten die met de totale implementatie,
waaronder overbruggingsmaatregelen, gemoeid zijn. Ik zal dit volgen en indien nodig
bijsturen. In de eerstvolgende voortgangsrapportage ga ik daar nader op in. De halfjaarlijkse
voortgangsrapportage zal ik in het vervolg opbouwen langs de vier genoemde actielijnen.
Tot slot wil ik benadrukken dat een spoedige behandeling van de Wet digitale overheid
en van de wijziging van de Paspoortwet rand voorwaardelijk is om deze aanpak te kunnen
uitvoeren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Bij deze brief zijn de volgende bijlagen gevoegd:
1. Tabel Indicatie betrouwbaarheidsniveaus
2. Voortgangsrapportage programma eID
3. Privacyvisie4
4. Privacy Impact Assessments (PIA) voor DigiD Hoog5
5. Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA Machtigingsstelsel)6
Bijlage 1 Indicatie betrouwbaarheidsniveau’s
Onderstaande tabel geeft een indicatie van de wijze waarop de dienstverlening van
overheidsaanbieders kan worden ingeschaald. De criteria uit de tabel komen uit de
Handreiking betrouwbaarheidsniveaus van het Forum Standaardisatie. Daarbij geldt dat
voor de inschaling van de betrouwbaarheidsniveaus momenteel wordt gewerkt aan criteria,
die worden opgenomen in uitvoeringsregelgeving onder de Wet digitale overheid (WDO).
De criteria uit de Handreiking betrouwbaarheidsniveaus zullen daarbij als vertrekpunt
dienen.
Daarnaast geeft de tabel aan welke middelen (voor burger- en bedrijvendomein) beogen
te corresponderen op de eIDAS betrouwbaarheidsniveaus (electronic IDentification Authentication
and trust Services). In het kader van de uitvoeringsregelgeving onder de WDO, wordt
voor beide domeinen gewerkt aan de invulling van de vereisten op basis van de eIDAS
verordening. Daarna kan definitieve toetsing van de middelen plaatsvinden.
eIDAS
Criteria
Burgerdomein
Bedrijvendomein
Geen eisen aan authenticatie
Geen verwerking persoonsgegevens (klasse 0)
Geen BSN
Geen rechtsgevolg
Geen wijzigingen in basisregistratie
Economisch belang nihil
Publiek belang niet van toepassing
Laag
Persoonsgegevens max. klasse 1
BSN zelf verstrekt of impliciet in authenticatie
Mogelijk indirect rechtsgevolg
Alleen wijziging van niet risicovolle basisregistratiegegevens
Gering economisch belang
Publiek belang laag
(DigiD gebruikersnaam + wachtwoord)
of
DigiD-gebruikersnaam + wachtwoord + sms-code
of
DigiD-app + pincode
eHerkenning 1 gebruikersnaam +wachtwoord
of
eHerkenning 2 gebruikersnaam + sterk wachtwoord
of eHerkenning 2 gebruikersnaam + wachtwoord + sms of tokencode
Substantieel
Persoonsgegevens max. klasse 2
Verzwarende factor voor persoonsgegevens bovenop klasse 1 (aard verwerking)
BSN verwerkt in combinatie met aanvullende persoonsgegevens
Direct rechtsgevolg
Opgeven of wijzigen van basisregistratiegegevens die niet onder Hoog vallen
Gemiddeld economisch belang
Gemiddeld publiek belang
DigiD-app + eenmalig extra ID-check
of
Privaat Middel verkregen door Europese aanbesteding
eHerkenning 3 gebruikersnaam + wachtwoord + sms of tokencode + verificatie KvK
Hoog
Persoonsgegevens klasse 3
Verzwarende factor voor persoonsgegevens bovenop klasse 2 (aard verwerking)
BSN verwerkt in combinatie met aanvullende persoonsgegevens
Direct creëren, muteren of effectief beëindigen van (authentieke) basisregistratiegegevens
Groot economisch belang
Groot publiek belang
Inloggen met identiteitsbewijs en DigiD-app (altijd uitlezen id-bewijs via smartphone
of kaartlezer)
eHerkenning 4 gebruikersnaam + wachtwoord + sms of tokencode + verificatie KvK + uitlezen
identiteitsbewijs
Bijlage 2: Voortgangsrapportage programma eID
Deze bijlage is onderdeel van de brief over de implementatie eID en bevat de rapportage
over de voortgang van het programma eID in de tweede helft van 2018.
Wet- en regelgeving
In de op 21 december 2018 door uw Kamer ontvangen Nota naar aanleiding van het verslag
heb ik uw Kamer geïnformeerd over het voorstel voor de Wet digitale overheid (Kamerstuk
34 972, nr. 6), die rand voorwaardelijk is om burgers en bedrijven een veiligere wijze van inloggen
te bieden.
Op 1 oktober werd de wijziging van de Paspoortwet bij de Tweede Kamer aangeboden.
Deze wetswijziging is vereist in verband met de invoering van elektronische identificatie
op het hoogste betrouwbaarheidsniveau (DigiD Hoog) met de Nederlandse Identiteitskaart
(NIK) (Kamerstuk 35 047 (R2108)).
Implementatieplan
In de Voortgangsrapportage eID van 16 juli 2018 (Kamerstuk 26 643, nr. 550) kondigde ik het Implementatieplan voor het betrouwbaarheidsniveau «Substantieel»
aan. In de onderhavige brief heb ik de vier parallelle actielijnen van het implementatieplan
geschetst.
DigiD app
De DigiD App kwam in november 2017 gereed voor gebruik. In 2018 zijn diverse verbeteringen
van de gebruikersvriendelijkheid gerealiseerd. Aan de gebruiksvriendelijkheid wordt
doorgewerkt in 2019. Een belangrijke verbetering is het activeren van de DigiD app
vanaf één device (telefoon of tablet) waarop de app is geïnstalleerd. Het is niet
langer nodig om naar mijn.digid.nl te gaan en er zijn geen twee apparaten meer nodig.
Veel overheidsdienstverleners willen hun dienstverlening ontsluiten met een app. Om
het inloggen bij dergelijke apps net zo veilig te laten verlopen als via een vaste
computer, is de mogelijkheid gebouwd om met de DigiD-app bij andere apps in te loggen
(app2app). In december is de technische ontwikkeling aan de DigiD-app opgeleverd.
Voor de Berichtenbox-app van MijnOverheid wordt het als eerste mogelijk om op deze
manier in te loggen.
Startpositie en nadere maatregelen t.a.v. actielijn 2 voor burgers
DigiD «Substantieel» (alternatieven voor Apple gebruikers)
In de brief heb ik aangegeven dat ik de startpositie en nadere maatregelen ten aanzien
van actielijn 2 voor burgers heb laten inventariseren. In deze paragraaf zet ik deze
maatregelen en de status ervan uiteen.
DigiD Substantieel vergt een koppeling tussen een identiteitsdocument en het inloggen.
Wij hebben een oplossing nodig voor die groep burgers, die niet beschikken over een
smartphone met een geschikte NFC-lezer (Near Field Communication). Apple heeft de
NFC-lezer in zijn toestellen niet voldoende open gesteld voor dit doel7. Het gevolg hiervan is dat een gebruikersvriendelijke toegang tot dit authenticatieniveau
voor meer dan 60% van de burgers nog niet is geregeld. Er is een aantal – elkaar aanvullende
– overbruggingsmaatregelen nodig om alle burgers toegang tot dit niveau te geven.
Ik geef u hier een inventarisatie van de overbruggingsmaatregelen en de status daarvan:
• Servicezuilen
Logius heeft een eerste oplossingsrichting uitgewerkt, als overbruggingsmaatregel
voor Apple-gebruikers. Door middel van een servicezuil met NFC-lezer kan iemand de
controle van zijn of haar identiteitsbewijs uitvoeren. Hiermee wordt hun DigiD-app
(die kan wel geïnstalleerd worden op een Apple-toestel) versterkt naar het betrouwbaarheidsniveau
«Substantieel».
De servicezuiloplossing voor DigiD «Substantieel» is technisch gereed. In het voorjaar
van 2019 start een pilot met bibliotheken, gemeentes en zorgverleners. Na evaluatie
van de pilot vindt besluitvorming plaats over de eventuele bredere uitrol. Voor deze
brede uitrol is een aanbesteding en een implementatieplan nodig.
• Koppelen van een Iphone aan een externe reader
Er wordt gewerkt aan een oplossing waarin door het koppelen van een Iphone aan een
externe reader het voor burgers mogelijk moet worden om met deze methode een identiteitsbewijs
uit te kunnen lezen. Na het beproeven van deze oplossing moet de bijdrage van deze
oplossing aan de implementatieproblematiek worden vastgesteld.
• Koppelen van een Iphone + externe reader voor een PC
Een andere mogelijkheid is om een kaartlezer via de USB-lezer aan een PC te koppelen.
Dit kan zowel een eigen PC zijn als een PC van een ander (huisarts of bibliotheek).
Door deze oplossing te verbinden met de telefoon van de gebruiker kan ook het betrouwbaarheidsniveau
tot het niveau Substantieel worden verhoogd. Het onderzoek hiernaar moet nog worden
gestart.
• Het opwaarderen van het niveau bij een balie.
Het onderzoek naar het realiseren van een technische oplossing is gestart.
• Het realiseren van een oplossing op de PC van de gebruiker
Het realiseren van een oplossing op een PC vergt ook een andere technische oplossing
omdat in tegenstelling tot een smartphone er geen eenduidige relatie is tussen de
gebruiker en het apparaat. De technische realisatie en beproeving van deze oplossing
moet nog worden gestart.
• Gastgebruik
Een beproeving wordt voorbereid om een burger zonder geschikt apparaat zijn DigiD
te laten versterken naar niveau DigiD Substantieel. De gebruiker maakt daarbij éénmalig
(voor het activeren) gebruik van het apparaat van een vertrouwd persoon. Dit wordt
gastgebruik genoemd. Na het beproeven van deze oplossing moet de bijdrage van deze
oplossing aan de implementatieproblematiek worden vastgesteld.
Het tijdig realiseren van deze overbruggingsmaatregelen is cruciaal voor de in de
brief uiteengezette implementatiestrategie en de digitale inclusie. Zoals toegezegd
informeer ik u in de volgende voortgangsrapportage over deze maatregelen.
DigiD Hoog (mobiele app en desktop app)
De pilot om in te loggen met DigiD met eRijbewijs op het betrouwbaarheidsniveau «Hoog»
is succesvol verlopen. Na inwerkingtreding van de Wet digitale overheid kan gestart
worden met het beschikbaar stellen van deze oplossing aan burgers. De rijbewijzen
die sinds juni 2018 worden uitgeleverd zijn geschikt voor inloggen met DigiD «Hoog».
Tot 1 januari 2019 zijn er circa één miljoen rijbewijzen uitgegeven met een eID-functionaliteit.
In 2019 vindt verdere (door)ontwikkeling plaats om inloggen met DigiD «Hoog» met eNIK
(Nederlandse Identiteitskaart) mogelijk te maken. Het moment waarop deze mogelijkheid
voor burgers beschikbaar komt hangt mede af van inwerkingtreding van de Wet digitale
overheid en van de gewijzigde Paspoortwet.
BSNk polymorfe pseudoniemen
Via BSNk PP (BSN-koppelregister polymorfe pseudoniemen (PP)) wordt een authenticatiemiddel,
respectievelijk inlogmiddel, gekoppeld aan het BSN van de gebruiker. In voorbereiding
op de Wet digitale overheid is er in 2018 een koppeling gemaakt tussen het rijbewijs
en het BSNk PP ten behoeve van DigiD «Hoog». Elk nieuw uitgegeven rijbewijs wordt
via deze infrastructuur geactiveerd.
Het BSNk PP is in 2018 geschikt gemaakt voor het inloggen van de eerste Europese burgers
volgens de eIDAS-verordening. Er is een koppeling gelegd met het Nederlandse eIDAS-koppelpunt.
Dit koppelpunt zorgt voor connectie naar elk van de aangesloten lidstaten en het stelsel
Elektronische Toegangsdiensten (ETD). Ook is het BSNk PP aangesloten op de MachtigingenRegister
van het ETD-stelsel ten behoeve van eenmanszaken.
In 2019 wordt BSNk PP verder doorontwikkeld ten behoeve van o.a.:
• De realisatie van het Misbruikbestrijdingsregister ten behoeve van detectie van fraude
met een authenticatiemiddel respectievelijk inlogmiddel;
• De realisatie van een koppeling tussen de Nederlandse Identiteitskaart en het BSNk
PP ten behoeve van DigiD «Hoog», in voorbereiding op de Wet digitale overheid en de
gewijzigde Paspoortwet;
• Voorbereiding op de aansluiting van inlogmiddelen van een private authenticatiedienst(en).
Routeringsvoorziening
Ontzorging van kleine overheidsdienstverleners wordt bij toename van het betrouwbaarheidsniveau
steeds belangrijker. Kleine partijen beschikken immers over beperkte mogelijkheden.
Deze dienstverleners hebben behoefte aan één koppelvlak voor de aansluiting op de
toegelaten publieke en private burger-authenticatiemiddelen (inclusief de eIDAS-middelen).
Binnen het programma eID wordt daarom gewerkt aan de realisatie van een routeringsvoorziening
waarmee mogelijk wordt gemaakt dat dienstverleners maar op één punt behoeven aan te
sluiten. Op dit moment worden twee reeds bestaande mogelijkheden verkend, te weten
het gebruik van de Identity Bridge bij de Belastingdienst en het gebruik van de Toegangsverleningsservice
(TVS), de routeringsvoorziening ontwikkeld door het Ministerie van EZK. Laatstgenoemde
verkenning wordt uitgevoerd door het Ministerie van VWS. Daarnaast wordt onderzocht
of de huidige makelaars in het bedrijvendomein een rol kunnen spelen in de aansluitingsproblematiek.
In 2019 zullen aan de hand van de opgedane ervaringen keuzes worden gemaakt voor de
inrichting van de routeringsvoorziening.
Stoppen van pilots met inlogmiddelen van Idensys en iDIN
Over het beëindigen van de pilots met inlogmiddelen van Idensys en iDIN informeer
ik uw Kamer door middel van de beantwoording van de schriftelijke vragen gesteld door
het lid Middendorp (VVD) over de berichten «Pilots met Idensys stopt per 31 december
2018» en »Einde pilot inloggen met Idensys en iDIN».
Toelatingsprocedure voor één of meerdere private authenticatiediensten
In de vorige kamerbrief (Kamerstuk 26 643, nr. 550) sprak ik de verwachting uit om in 2018 de aanbesteding te kunnen publiceren op TenderNed.
Dit bleek niet mogelijk. Het is mijn verwachting de opdracht voor verwerving in de
eerste helft van 2019 op TenderNed te publiceren zodat in de tweede helft van 2019
kan worden gestart met de technische implementatie van de private authenticatiediensten.
Machtigen
Het programma machtigen werkt aan de realisatie van de eerder aangegeven gevraagde
functionaliteiten en machtigingsoplossing. U bent hierover eerder geïnformeerd (Kamerstuk
26 643, nr. 552). De realisatiefase van het programma loopt stapsgewijs om zo ook in te kunnen spelen
op de veranderende wensen en eisen.
Als bijlage 5 bij deze brief is de Maatschappelijke Kosten en Batenanalyse (MKBA)
machtigen bijgevoegd8. Deze MKBA laat een positieve businesscase zien voor alle betrokkenen. Burgers, bedrijven,
professionals en overheidsdienstverleners gaan zowel maatschappelijke baten als ook
financiële baten ondervinden van de verbeterde machtigingsfunctionaliteit. De inzichten
opgedaan in de MKBA worden eveneens gebruikt voor de toekomstige bekostiging van de
machtigingsoplossing.
eIDAS
In 2018 zijn de voorzieningen gereed gekomen waardoor inwoners uit de EU met een genotificeerd
inlogmiddel ook bij alle publieke organisaties in Nederland kunnen inloggen. Tevens
zijn de voorzieningen gereed om, indien beschikbaar en noodzakelijk, geautomatiseerd
een BSN mee te sturen naar de overheidsdienstverleners. Op deze wijze kunnen overheidsdienstverleners
voldoen aan de eIDAS Verordening. Een groot aantal overheidsdienstverleners voldoet
hier inmiddels aan. Een aantal dienstverleners heeft aangegeven hier iets meer tijd
voor nodig te hebben.
Bedrijven
Bedrijven kunnen reeds inloggen bij de overheidsdiensten door gebruik te maken van
eHerkenning. Het stelsel van eHerkenning is bij de Europese Commissie aangemeld om
genotificeerd te worden. Dit proces zal in de tweede helft van 2019 zijn afgerond.
Daarna kunnen Nederlandse bedrijven eHerkenning ook gebruiken bij elektronische dienstverlening
van overheden in andere Lidstaten.
Implementatie aanbevelingen CIO oordeel en Gateway-review.
Naar aanleiding van de aanbevelingen uit de Gateway en uit het CIO-oordeel is het
afgelopen half jaar een aantal verbetermaatregelen in gang gezet. Ik verwacht deze
aanbevelingen voor de komende zomer afdoende te hebben verwerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.