Brief regering : Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland 2019-2023
33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Nr. 56
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 29 januari 2019.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 28 februari 2019.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 1 maart 2019 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de
in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2019
Ter voldoening aan artikel 4.10 van de Comptabiliteitswet 2016 stuur ik u het ontwerp
van de Regeling Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland 2019–20231. Ik ga niet eerder over tot publicatie van deze regeling dan nadat dertig dagen zijn
verstreken na verzending van deze brief.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.