Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake verzoek Scholtens Advocaten, namens Comité tot behoud van een volwaardige rechtbank in Lelystad, om aandacht voor ontwikkelingen rondom rechtbank Lelystad i.h.k.v. motie van het lid Oskam c.s. over middelen vrijmaken om rechtbanken in krimpregio's open te houden (Kamerstuk 34300-VI-34)
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 488 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2019
Bij brief van 6 december 2018 heeft u mij verzocht om een reactie op het e-mailbericht
van Scholtens Advocaten te Emmeloord d.d. 20 november 2018 aan de vaste commissie
voor Justitie en Veiligheid. Omdat de vraag ook ziet op bevoegdheden van het Openbaar
Ministerie, stuur ik u deze reactie mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid.
In het e-mailbericht van Scholtens Advocaten wordt gemeld dat er bewegingen worden
gemaakt die, naar het oordeel van Scholtens Advocaten, kunnen worden gekwalificeerd
als het gaandeweg uitkleden van de rechtbank Lelystad als volwaardige rechtbank. De
rechtbank Midden-Nederland zou in het voorjaar van 2018 hebben besloten om in het
vervolg alle voorgeleidingen van meerderjarige verdachten alleen nog te laten plaatsvinden
in Utrecht en het Openbaar Ministerie (OM) zou hebben besloten om alle TOM-zaken voor
volwassenen en OTP-zaken voor minderjarigen1 per 1 januari 2019 ook alleen nog in Utrecht te houden.
Iedere op het oog kleine stap versterkt, naar het oordeel van Scholtens Advocaten,
het proces van uitkleding en ontmanteling van een volwaardige rechtbankvestiging.
De toegang voor de burger wordt beperkt en het op niveau kunnen beoefenen van de strafrechtadvocatuur
in Flevoland wordt bemoeilijkt aldus de e-mail.
Ontwikkelingen Lelystad
De Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie hebben mij geïnformeerd over
de ontwikkelingen ten aanzien van de plaats van voorgeleiding van meerderjarige verdachten
en de locatie van TOM-zittingen en OTP-zittingen. Hieronder ga ik in op deze ontwikkelingen,
waarbij ik een onderscheid maak tussen de plaats van voorgeleiding van meerjarige
verdachten enerzijds en de locatie van TOM-zittingen en OTP-zittingen anderzijds.
Het eerste is aan het betreffende gerechtsbestuur en het andere aan de leiding van
het arrondissementsparket.
Voorgeleidingen meerderjarige verdachten
Het aantal voorgeleidingen van meerderjarige verdachten in Lelystad is relatief beperkt
en wisselend. Voorgeleidingen op rechtspraaklocaties in Utrecht en Lelystad betekent
voor de rechtbank Midden-Nederland, rekening houdend met piekbelasting, op één of
beide locaties overcapaciteit. Met de concentratie van voorgeleidingen op één locatie
kunnen twee rechters-commissarissen minder worden ingezet op de voorgeleidingen. Met
de concentratie is de rechtbank ook beter in staat om de deskundigheid te waarborgen.
Bij de beslissing om de voorgeleidingen van gedetineerde verdachten voortaan in Utrecht
te houden is voor het gerechtsbestuur van belang geweest dat vervoer voor de verdachte
is geregeld en er (behoudens de advocaat) geen andere betrokkenen zijn bij de voorgeleiding.
De voorgeleidingen zijn niet voor het publiek toegankelijk. Het vervolg van de strafprocedure
vindt wel plaats in Lelystad. Ook de voorgeleidingen van minderjarige verdachten vinden
zowel plaats in Lelystad als Utrecht, omdat er dan wel andere betrokkenen zijn. De
ouder(s)/voogd(en) van de verdachte wordt/worden uitgenodigd aanwezig te zijn.
De zaaksverdeling over de locaties is in de Wet op de rechterlijke organisatie primair
de bevoegdheid van de gerechtsbesturen. Zij zijn het beste in staat om in het belang
van de kwaliteit en de organisatie van de rechtspraak te beoordelen wat nodig is en
betrekken daarbij het belang van goede toegankelijkheid van de rechtspraak. In het
regeerakkoord is opgenomen dat bestaande rechtbanken en gerechtshoven in beginsel
niet worden gesloten. De relatief beperkte wijziging van de zaaksverdeling in Midden-Nederland
past naar mijn oordeel binnen dit kader. Van sluiting van de rechtbanklocatie Lelystad
is geen sprake.
TOM-zaken en OTP-zaken
Het gaat hier om zogenoemde OM-zittingen, waarbij vanuit het OM een transactievoorstel
wordt gedaan waarmee strafvervolging uitblijft. De rechtspraak is hier niet bij betrokken.
De afgelopen jaren heeft het OM voor het arrondissement Midden-Nederland TOM- en OTP-zittingen
gehouden in het gemeentehuis van Lelystad, het Veiligheidshuis Flevoland in Almere
en op 2 locaties in Utrecht. Er werd in Lelystad en Almere gemiddeld eens per maand
een OTP-zitting gehouden met zeven zaken per zitting en twee keer per maand een TOM-zitting
met tien zaken per zitting. Bij deze zittingen is de verdachte lang niet altijd aanwezig.
Het OM acht in de nieuwe situatie waarin TOM- en OTP-zaken niet meer in Lelystad en
Almere worden behandeld, de reistijden verantwoord en zeker niet afwijkend van andere
reistijden binnen het arrondissement of andere gebieden in Nederland. Bij de besluitvorming
omtrent de plaats van TOM- en OTP-zittingen is verder meegewogen dat een dergelijke
zitting doorgaans hooguit een eenmalige gebeurtenis is voor een burger, omdat bij recidive een
gang naar de rechter zal volgen.
Het OM heeft de verwachting uitgesproken dat met de doorgevoerde wijziging de aanwezigheid
van verdachten op zitting niet significant zal wijzigen. In 2018 heeft al een aantal
OM-zittingen in Utrecht plaatsgevonden met zaken vanuit de Flevopolder. De opkomst
was toen vergelijkbaar met OM-zittingen in Lelystad of Almere. In de zomer van 2019
zal de nieuwe situatie worden geëvalueerd waarbij met name wordt bezien of het besluit
niet leidt tot een significante daling in opkomst van verdachten.
Het bepalen van de locatie waar TOM-zaken en OTP-zaken worden behandeld, is aan het
betreffende arrondissementsparket en valt buiten de reikwijdte van de in het regeerakkoord
gemaakte afspraken. De afwegingen van het Openbaar Ministerie komen mij redelijk voor. Ik wacht de evaluatie
van de nieuwe situatie af.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming