Brief regering : Fiche: Gecoördineerd actieplan Kunstmatige Intelligentie (AI) voor Europa
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2758
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2019
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij vijf fiches, die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling transparantie en rechtszekerheid geharmoniseerde Normen (Kamerstuk
22 112, nr. 2756)
Fiche: EU-lange termijn strategie voor klimaat (Kamerstuk 22 112, nr. 2757)
Fiche: Gecoördineerd actieplan Kunstmatige Intelligentie (AI) voor Europa
Fiche: Wijziging verordening Algemene Uniale Exportvergunning (dual-use) in verband
met Brexit (Kamerstuk 22 112, nr. 2759)
Fiche: Actieplan Desinformatie (Kamerstuk 22 112, nr. 2760)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Gecoördineerd actieplan Kunstmatige Intelligentie (AI) voor Europa
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, De Europese Raad, de Raad,
Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Gecoördineerd
plan inzake kunstmatige intelligentie
b) Datum ontvangst Commissiedocument
7 december 2018
c) Nr. Commissiedocument
COM (2018) 795
d) EUR-Lex
https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52018DC0795
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
n.v.t
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Concurrentievermogen
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
2. Essentie voorstel
Kunstmatige Intelligentie of Artificiële Intelligentie (hierna AI) refereert volgens
de Europese Commissie (hierna de Commissie) aan systemen die intelligent gedrag vertonen
door hun omgeving te analyseren en – met een zekere mate van zelfstandigheid – actie
te ondernemen om specifieke doelstellingen te bereiken. AI is een belangrijke aanjager
van economische groei en een manier om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden.
De Commissie stelt dat de Europese Unie het verschil kan maken met een aanpak waarvan
mensen en de samenleving als geheel kunnen profiteren, waarbij niemand achterblijft
en technologie- ontwikkeling en -benutting gebaseerd is op Europese waarden en normen.
De Commissie heeft in april 2018 een Europese strategie gepubliceerd1, om samen met de lidstaten uiterlijk eind 2018 met een gecoördineerd plan te komen,
dat voortbouwt op een Ministeriele verklaring die in april 2018 door alle EU lidstaten
(en Noorwegen, mogelijk nog gevolgd door Zwitserland) is ondertekend2. De Europese Raad heeft de verklaring in juni 2018 bekrachtigd.
Wereldwijd worden er miljarden geïnvesteerd in AI-ontwikkeling, vooral door China
en de Verenigde Staten. In zowel China als de VS wordt er naar schatting $ 30 miljard
per jaar geïnvesteerd in AI-onderzoek en toepassing. In China is de staat verreweg
de grootste investeerder, omdat het enorme potentie ziet voor veiligheid, handhaving
en continuïteit van hun maatschappelijke en economische systeem. China heeft de ambitie
om in 2030 koploper te zijn in kennis en toepassing van AI. In de VS komen investeringen
voornamelijk uit grote technologie bedrijven, maar ook het Pentagon (DARPA3) zal de komende jaren $ 2 miljard investeren in onderzoek) en instellingen zoals
MIT4 (1 miljard voor een nieuw breed AI instituut) zijn actief. Deze landen hebben daarmee
grotendeels een andere insteek dan de meer mensgeoriënteerde aanpak van de EU. Japan
heeft in 2017 een AI-strategie gelanceerd voor industriële toepassingen van AI.
De Commissie wil met het gecoördineerde plan meer Europese samenwerking realiseren,
met als doel toonaangevend wereldleider te worden in het ontwikkelen en toepassen
van verantwoorde AI en hiermee de richting van de technologieontwikkeling en inzet
te bepalen: AI waarbij de mens centraal staat, gebaseerd op Europese normen en waarden,
zoals het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Het actieplan wil de impact
van investeringen op EU- en nationaal niveau maximaliseren, synergiën en samenwerking
in de hele EU aanmoedigen, leren van goede voorbeelden en gezamenlijk bepalen hoe
de EU als geheel mondiaal kan concurreren. Het gecoördineerde plan voor «AI made in
Europe» omvat acties die in 2019 of 2020 van start gaan en geeft de aanzet voor activiteiten
in de jaren daarna. De coördinatie met de lidstaten zal worden voortgezet en het plan
zal jaarlijks worden geëvalueerd en geactualiseerd. In de loop van 2019 zullen hiertoe
ook gezamenlijke indicatoren voor de introductie en ontwikkeling van AI worden voorgesteld,
op basis van de AIWatch, ontwikkeld5 door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek. De Commissie vraagt de Europese
Raad het actieplan vast te stellen en de lidstaten om het uit te voeren. De Commissie
vraagt ook lidstaten om nationale AI-strategieën op te stellen (met investeringsbedragen
en uitvoeringsmaatregelen). De Commissie heeft een high level expert groep6 ingesteld om de gevolgen van de digitale transformatie te bestuderen. Het advies
van deze groep zal dit voorjaar verschijnen. Rekening houdend met de input van de
lidstaten en de beleidsaanbevelingen van de voornoemde deskundigengroep beoordeelt
de Commissie of – en in welke mate – de bestaande Europese wetgeving geschikt is voor
AI.
De Commissie stelt een aanpak voor langs de volgende zeven actielijnen:
2.1 Het maximaliseren van investeringen op EU- en nationaal niveau en aanmoedigen
van samenwerking in de EU
In de EU wordt relatief weinig en versnipperd in AI geïnvesteerd in vergelijking met
andere delen van de wereld, zoals de VS en China. Tot de gezamenlijke acties om deze
investerings- doelstellingen te verwezenlijken roept de Commissie lidstaten op om
Nationale AI-strategieën op te stellen. Tegen medio 2019 moeten alle lidstaten eigen
strategieën hebben uitgestippeld, inclusief investeringsniveaus en uitvoeringsmaatregelen,
die zullen worden meegenomen in de discussies op EU-niveau.
a. Nieuw Europees publiek-privaat AI-partnerschap en meer financiering voor start
ups en mkb
Er zal een nieuw partnerschap voor onderzoek en innovatie op het gebied van AI worden
opgezet om de samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven in Europa
te bevorderen en een gemeenschappelijke strategische onderzoekagenda inzake AI vast
te stellen. Daarnaast stelt de Commissie een nieuw fonds voor schaalvergroting van
AI voor. De Commissie zal steun geven aan startende en innovatieve ondernemingen op
het gebied van AI (en ook blockchain) in hun beginfase alsmede aan ondernemingen die
naar schaalvergroting streven.
2.3 Versterken van excellentie in onderzoek naar betrouwbare AI-technologie en maatschappelijke
toepassing
Opzetten en verbinden van wereldwijd toonaangevende AI-centra/onderzoek labs die gefinancierd
worden vanuit het programma Digital Europe. Er zullen Europese kenniscentra voor AI
worden opgezet en onderling worden verbonden. Tevens zullen er verschillende grootschalige
testfaciliteiten worden opgezet, die wereldwijd als referentie zullen dienen op gebieden
als mobiliteit, gezondheidszorg en de agrifood sector, waarbij de toepassing van AI
in de hele economie zal worden gestimuleerd via digitale-innovatiehubs. Er zal ook
een proefproject van de Europese Innovatieraad van start gaan om AI-technologieën
van de volgende generatie te ondersteunen.
2.4. Het bevorderen van talent, vaardigheden en permanente educatie
Talent in Europa is van essentieel belang voor de ontwikkeling en het gebruik van
AI, maar de EU-landen kampen met een tekort aan ICT-specialisten en een gebrek aan
in AI gespecialiseerde programma's voor hoger onderwijs. Bovendien krijgen Europese
ICT-professionals interessante aanbiedingen van buiten Europa en werken er al veel
Europeanen buiten Europa, bijvoorbeeld in de tech-industrie in Silicon Valley. De
Commissie zal daarom, samen met de Europese landen, geavanceerde opleidingen op het
gebied van AI ondersteunen, bijvoorbeeld door middel van specifieke beurzen. Voor
de ontwikkeling van op de mens gerichte AI is het ook belangrijk dat AI deel uitmaakt
van onderwijsprogramma's in andere disciplines, zoals rechten. De Commissie benadrukt
de noodzaak van beleid gericht op het bijscholen van werknemers die de meeste gevolgen
van AI ondervinden en van permanente educatie voor de hele samenleving, met name voor
werknemers. Lidstaten moeten ook de vraag naar ICT-talent meenemen in hun nationale
AI-strategieën. Een optimaal gebruik van de zogeheten «blauwe kaartregeling» (een
gecombineerde verblijfs- en werkvergunning voor hooggekwalificeerde expats die niet
de nationaliteit hebben van één van de lidstaten van de Europese Unie derdelanders)
kan er ook volgens de Commissie ook toe bijdragen dat hoogopgeleide AI-professionals
in Europa blijven of worden aangetrokken.
2.5 Het creëren van Europese dataruimten voor AI, inclusief de publieke sector
Voor de ontwikkeling van AI-technologie zijn grote, veilige en solide datasets nodig.
Samen met de Europese landen zal de Commissie gemeenschappelijke Europese dataruimten
creëren om voor naadloze uitwisseling van gegevens over de grenzen heen te zorgen,
waarbij aan de vereisten van de algemene verordening gegevensbescherming wordt voldaan.
Onder andere de gezondheidssector heeft baat bij verantwoorde AI. Samen met de lidstaten
zal de Commissie steun verlenen aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke gezondheidsdatabank
met geanonimiseerde, door patiënten ter beschikking gestelde scans van letsels, ter
verbetering van kankerdiagnose en de behandeling met AI-technologie. De Commissie
zorgt ervoor dat medio 2019 een ondersteuningscentrum voor de uitwisseling van gegevens
van start zal gaan dat alle Europese deelnemers aan de data-economie praktisch advies
kan geven.
2.6. Een passend ethisch en juridisch kader waarborgen
Net als elke andere disruptieve technologie roept AI nieuwe ethische vragen op, bijvoorbeeld
over aansprakelijkheid of mogelijk bevooroordeelde besluitvorming. Samenlevingen moeten
vertrouwen in AI hebben om AI te aanvaarden en te gebruiken. Om dat vertrouwen te
scheppen, streeft het gecoördineerde plan ernaar technologie te ontwikkelen en toe
te passen die de grondrechten en ethische regels eerbiedigt. Een Europese groep van
deskundigen die de academische wereld, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld
vertegenwoordigen, heeft ethische richtlijnen voor de ontwikkeling en het gebruik
van AI opgesteld. Een eerste versie daarvan is eind 2018 gepubliceerd voor een openbare
consultatie7, en de deskundigen zullen hun definitieve versie na breed overleg via de Europese
AI-alliantie in maart 2019 aan de Commissie presenteren. De ambitie is om de Europese
ethische benadering vervolgens wereldwijd te positioneren. De Commissie staat daarnaast
open voor samenwerking met alle niet-EU-landen die bereid zijn dezelfde waarden te
onderschrijven.
2.7. Veiligheid en aansprakelijkheid van AI en de internationale veiligheidsagenda
«De Commissie wil beter inzicht krijgen in de manier waarop AI een veiligheidsimpact
kan hebben: hoe AI doelstellingen van de veiligheidssector kan bevorderen, de toepassing
van AI in de veiligheidssector kan worden beschermd tegen aanvallen en hoe misbruik
kan worden aangepakt.»
Door de opkomst van AI – met name het complexe ecosysteem dat dit mogelijk maakt –
en het aspect van autonome besluitvorming, moet worden nagedacht over de geschiktheid
van bepaalde bestaande veiligheidsvoorschriften en civielrechtelijke vraagstukken
over aansprakelijkheid.
Zo is het mogelijk dat – toepassingen, die zijn gebaseerd op AI, gedrag vertonen dat
niet was voorzien wanneer het systeem in gebruik werd genomen. Het bestaande EU-veiligheidskader
gaat reeds in op het beoogde gebruik en het voorzienbare (verkeerde) gebruik van producten
wanneer deze op de markt worden gebracht. De Commissie onderzoekt momenteel of het
veiligheidskader en de kaders voor aansprakelijkheid op nationaal en EU-niveau geschikt
zijn voor hun beoogde doel in het licht van deze nieuwe uitdagingen en of er lacunes
moeten worden aangepakt. Een hoog veiligheidsniveau en een doeltreffend verhaalmechanisme
voor slachtoffers in geval van schade dragen bij tot een groter vertrouwen van de
gebruikers en een maatschappelijk draagvlak voor deze technologieën.
Rekening houdend met de input van de lidstaten beoordeelt de Commissie of en in welke
mate de bestaande Europese en nationale wetgeving geschikt is om ruimte te laten voor
de nieuwe kansen die door AI worden geboden en het hoofd te bieden aan de uitdagingen
die erdoor worden gesteld. Zij neemt daarbij de beleidsaanbevelingen van de voornoemde
deskundigengroep in aanmerking. Uiterlijk medio 2019 zal de Commissie een verslag
publiceren over de mogelijke lacunes in en oriëntaties voor het veiligheids- en aansprakelijkheidskader
voor AI.
In 2019 bespreken de lidstaten en de Commissie de totstandbrenging van omgevingen
die bevorderlijk zijn voor innovatie, zoals regelgevingsproeftuinen en publieke testregelingen
voor specifieke AI-toepassingen in Europa. Naar aanleiding van deze besprekingen zullen
de lidstaten worden aangemoedigd om uiterlijk eind 2020 zulke omgevingen en publieke
testregelingen voor AI-oplossingen tot stand te brengen. Daartoe zullen de lidstaten
worden aangemoedigd om een één loketsysteem op te zetten voor bedrijven die AI-toepassingen
ontwikkelen om de specifieke behoeften voor de totstandbrenging van dergelijke omgevingen
en testregelingen te bespreken.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
AI brengt vele kansen om antwoorden te formuleren op economische en maatschappelijke
vraagstukken. AI kan bijvoorbeeld al worden ingezet om gezondheidsrisico’s te identificeren,
sneller juridische informatie beschikbaar te maken voor burgers, voor mobiliteitsvraagstukken
en om beter te kunnen inschatten wanneer en waar zich bepaalde strafbare feiten kunnen
voordoen.
Door zijn sterke wetenschappelijke en industriële kennisbasis beschikt Nederland over
een goede uitgangspositie om AI-toepassingen te ontwikkelen en toe te passen die maatschappelijke
vraagstukken adresseren. Nederland is ook sterk in de maakindustrie en systeemintegratie,
hierin kan Nederland zich onderscheiden op de wereldmarkt.
Het kabinet werkt aan een nationaal strategisch actieplan AI, dat naar verwachting
in de eerste helft van 2019 gereed is. Het gecoördineerde EU-actieplan vormt hiervoor
een belangrijke basis. Voor het kabinet is een belangrijke bouwsteen het rapport AI voor Nederland (hierna AINED), een publiek-privaat samenwerkingsverband van VNO-NCW, Topteam ICT,
ICAI (Innovation Center for Artificial Intelligence in oprichting), NWO en TNO. In
het AINED-rapport worden voorstellen gedaan voor acties voor overheden, bedrijven
en kennisinstellingen om AI in Nederland naar een hoger niveau te tillen. Daarnaast
is het programma Smart Industrie van belang bij de uitrol van AI. Er zijn 35 fieldlabs
– waarvan een aantal op het gebied van AI – die het mogelijk maken voor mkb om te
experimenteren met innovaties. Denk aan voorspelbaar onderhoud en machine learning.
Bovendien blijft het van belang om de kennis op het gebied van AI te ontsluiten naar
mkb en start ups. Daarbij is het kabinet van mening dat een visie juist op het eigen
continent vol uitgedragen dient te worden. De EU benadrukt een discussie over AI en
over de maatschappelijke impact, maar zou nog een stapje verder moeten gaan en streven
naar een wijze waarop de maatschappij in den brede zal worden betrokken. De strategie
zou eerst goed op nationaal en EU-niveau verder moeten door ontwikkelen naar en mét
inwoners, onderwijs, bedrijfsleven en medeoverheden.
Daarnaast lopen er, ook als bouwstenen voor het nationaal strategisch actieplan AI,
diverse acties om de kennis over AI te vergroten, en multidisciplinair onderzoek door
de hele kennisketen te bevorderen. Hierbij moet aan het volgende worden gedacht:
– Het kabinet verricht juridisch-wetenschappelijk onderzoek naar de impact van digitalisering
de effectiviteit van de bescherming van de grondrechten;
– Het kabinet heeft de WRR gevraagd de impact van AI op publieke belangen te onderzoeken;
– Onder leiding van het Ministerie van BZK stelt het Kabinet een visie op ethiek en
AI op. Deze visie zal naar verwachting in de eerste helft van 2019 gereed zijn;
– BZK heeft het initiatief genomen om een transparantie lab in te richten. Transparantie
wordt in Nederland gezien als een belangrijke voorwaarde voor ethisch verantwoorde
ontwikkeling en toepassing van AI;
– Onder begeleiding van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum wordt
onderzoek gedaan naar algoritmen en AI, onder de titel «Juridische aspecten van algoritmen
die zelfstandig besluiten nemen; een verkennend onderzoek»;
– AI zal een belangrijke rol spelen bij het missie-gedreven innovatiebeleid waar het
kabinet nu aan werkt. De mogelijkheid voor een programma Publiek-Private samenwerking
(PPS-programma) onderzoek en innovatie wordt verkend door het Ministerie van EZK.
Het programma richt zich op zowel het verdiepen en verbreden van de wetenschappelijke
kennisbasis voor het ontwikkelen en begrijpen van AI, als ook de toepassing daarvan
in bijvoorbeeld mobiliteit, de zorg, agrifood en voor energie en klimaat.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Nederland verwelkomt de inzet van de Commissie die aansluit op, en verdere invulling
geeft aan de eerdere Commissie mededeling Artificiële Intelligentie voor Europa van
25 april 2018. Het gecoördineerde EU-actieplan en de eerdere mededeling vormen een
belangrijke basis voor de ontwikkeling van nationaal beleid. AI biedt grote kansen
voor Europa en Nederland. Europa heeft op het AI-gebied onderzoekers, laboratoria
en startups van wereldklasse. Door de snelle mondiale ontwikkelingen en miljardeninvesteringen
in AI vanuit de Verenigde Staten en China zijn een intensivering van de Europese investeringen
én een meer gecoördineerde aanpak gewenst om de Europese concurrentiekracht te vergroten,
zodat Europa als blok kan concurreren met andere landen op het terrein van AI (zonder
intern te concurreren).
De voorgestelde maatregelen van de Commissie bieden een adequaat kader voor de versterking
van onderzoek en innovatie op het terrein van AI en de toepassing van AI door Europese
partijen. Als het gaat om het creëren van een Europese dataruimte wil het kabinet
dit eerst nader onderzoeken: daarbij moet niet alleen de toegang tot data aandacht
krijgen, maar ook herkomst en kwaliteit van de data en de wijze waarop data benut
moet worden ten behoeve van AI. Beperkte datasets, of onvolledige datasets (verzameld
voor ander gebruik dan AI beoogt) zullen leiden tot wantrouwen in AI-toepassingen,
mogelijk zelfs tot segregatie in de samenleving. Daarbij moet ook de structurering
van kennisgebieden goed worden bestudeerd en per kennisgebied tot afspraken leiden
gericht op zinvol gebruik van AI. Voor data in de gezondheidszorg bijvoorbeeld streeft
het kabinet naar maximale zeggenschap van een burger op zijn of haar gezondheidsgegevens
volgens de FAIR principes8, waarbij data voor de gezondheid van mensen gebruikt wordt9, wat past bij een mensgerichte AI.
Nederland profiteert overigens relatief gezien in ruime mate van het Europese onderzoeks-
en innovatie budget dat nu ook al wordt geïnvesteerd AI. Ten aanzien van het voorstel
om wereldwijd toonaangevende AI-centra/labs op te richten in Europa is het kabinet
van mening dat dit een belangrijk onderdeel is uit het EU-actieplan. Het Kabinet staat
in beginsel positief om de kandidatuur van een Europees AI-lab in Nederland te onderzoeken.
Het voorstel voor een Europees AI-lab sluit ook aan bij actielijn 7 en actielijn 6
van het rapport AI voor Nederland (AINED). Als het gaat om de kandidatuur van een
AI-lab in Nederland is het belangrijk om een goede analyse te maken van de Nederlandse
positie en kansen in samenwerking met de Nederlandse wetenschap.
In reactie op de vijfde actielijn «het bevorderen van talent, vaardigheden en permanente
educatie» kan worden aangegeven dat het kabinet de uitdagingen op het gebied van het
opleiden en vasthouden van voldoende hooggeschoold ICT-talent herkent. Het kabinet
onderschrijft maatregelen gericht op het stimuleren van inclusiviteit, talent, diversiteit
en interdisciplinariteit en de voorbereiding van werknemers en burgers in brede zin
op sociaaleconomische veranderingen. Het kabinet is naar aanleiding van recente initiatieven
van de Europese Commissie en besprekingen in raadskader over AI en digitalisering,
eerder ingegaan op nationale maatregelen gericht op het bevorderen van vaardigheden
voor digitalisering, die ook kunnen leiden tot een grotere ontvankelijkheid voor nieuwe
technologische ontwikkelingen zoals AI. Hieraan wordt momenteel meer specifieke invulling
gegeven in het nationale beleid gericht op AI. Daarnaast kunnen toekomstige EU-programma’s
zoals Erasmus+, Horizon Europa en Digitaal Europa bijdragen aan het opleiden en behouden
van het talent dat nodig is voor AI-ontwikkeling in Europa.
Het kabinet ondersteunt het voorstel in actielijn zes voor een mensgerichte AI. Het
is belangrijk de kansen en risico’s van AI steeds af te wegen in het licht van alle
(in de context relevante) publieke waarden, belangen en fundamentele rechten. Om het
inzicht te verwerven dat nodig is om deze afweging goed te kunnen maken, is ruimte
voor verantwoord experimenteren en leren bij opkomende technologieën als AI belangrijk.
Het kabinet onderschrijft het uitgangspunt van de Commissie dat AI ethische richtsnoeren
volgt en fundamentele mensenrechten in acht neemt. Van belang is dat deze beginselen
tijdig worden meegenomen in de ontwerpfases en (verdere) ontwikkeling en toepassingspraktijken
van AI in Europa.
De beoordeling van de nationale en EU-kaders met het oog op veiligheid en aansprakelijkheid
is een cruciaal aspect bij het bevorderen van innovatie en waarborgen van veiligheid.
De resultaten hiervan moeten dan ook volgens het kabinet voldoende aandacht krijgen,
wanneer het verslag gepubliceerd wordt. Het kabinet wil dat wet- en regelgeving geen
onnodige beperkingen oplegt voor innovatie, en zal dit nastreven in de verdere uitwerking.
Voor het kabinet blijven in de mededeling de veiligheidsaspecten in actielijn zeven
onderbelicht. In de mededeling worden drie gebieden genoemd. Het gaat hierbij om zowel
de risico’s als potentiele dreiging van AI. Daarbij moet niet alleen gekeken worden
naar de wijze waarop AI een veiligheidsimpact kan hebben, maar ook welke maatregelen
genomen moeten en gaan worden. Tevens moeten maatregelen genomen worden om gegevensbescherming
en het beginsel van gelijkwaardigheid en onpartijdigheid te waarborgen.
AI biedt juist ook mogelijkheden op veiligheidsterrein, zoals op het gebied van wetgeving,
rechtspraak, rechtshandhaving en in de vreemdelingenketen. Volgens het kabinet moeten
deze aspecten meegenomen worden in een actieplan AI. Het kabinet zal dit dan ook benadrukken
richting de Commissie.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
AI wordt door veel lidstaten als de technologie van de toekomst gezien. Alle lidstaten,
waaronder Nederland, hebben de eerdergenoemde Ministeriele verklaring in april 2018
ondertekend. Zij zijn positief over een Europese aanpak en het voorliggende actieplan,
waarbij aandacht is voor de juiste randvoorwaarden zowel op het sociaaleconomische
vlak als het ethische vlak. De meeste landen zien het belang van een gezamenlijke
aanpak om zo de achterstand met andere landen niet te laten oplopen. De komende maanden
wordt het actieplan in de Raad besproken. Daarnaast zal ook het Europees Parlement
met een rapport komen over AI.
Een aantal landen, waaronder Frankrijk en Finland hebben een specifiek op AI gerichte
strategie gelanceerd. Frankrijk investeert vanuit de nationale regering € 1,5 miljard
in AI-onderzoek tot 202210. Ook Duitsland heeft een AI-strategie gelanceerd en heeft aangekondigd € 3 miljard
aan federaal geld in AI-onderzoek te investeren tot en met 202511
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, Financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor de mededeling is positief. De
mededeling heeft betrekking op meerdere beleidsterreinen, o.a. de interne markt, industriebeleid,
onderzoek en technologische ontwikkeling. Op het terrein van interne markt en onderzoek
en technologische ontwikkeling is sprake van een gedeelde bevoegdheid van de Unie
en de lidstaten (art. 4, lid 2, sub a WVEU en artikel 4, lid 3, VWEU). Op het terrein
van onderzoek en technologische ontwikkeling geldt dat dat het optreden van de Unie
de lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, lid 3, VWEU.
Op het terrein van industriebeleid is sprake van een aanvullende bevoegdheid (zie
artikel 6, onder b, VWEU), dat wil zeggen dat de Unie bevoegd is om m.b.t. de Europese
dimensie van het industriebeleid het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te
coördineren of aan te vullen. Er wordt geen nieuwe regelgeving aangekondigd in de
mededeling, maar deze is onderdeel van de Commissies strategie voor een digitale industrie
(zie (COM (2016) 180) en de hernieuwde EU Industriële beleidsstrategie (zie COM (2017)
479).
b) Subsidiariteit
Wat betreft deze mededeling is de Nederlandse grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit
positief. Door op Europees niveau optimale randvoorwaarden te creëren kan het potentieel
van de Europese digitale economie verder ontsloten worden. Sterk presterende sectoren
als de vervoerssector, de gezondheidszorg, agrifood en de maakindustrie hebben AI
nodig om concurrerend te blijven. Daarbij is het gelet op de scherpe internationale
concurrentie van groot belang dat er gecoördineerd wordt opgetreden om ervoor te zorgen
dat de EU bij de koplopers komt en blijft. Dit doel kan onvoldoende door de lidstaten
op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak
nodig. Door het lanceren van een Europees breed initiatief wordt een gelijk speelveld
op het terrein van AI – onderzoek en innovatie vanuit Europees standpunt verbeterd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De voorgestelde
vorm en inhoud van het Europees brede IA initiatief staan in een evenredige verhouding
tot het doel: het versterken van Europa’s technologische en industriële capaciteit
op terrein van AI en de toepassing van AI, waarbij de Commissie nog zorgvuldig zal
onderzoeken of verdere Europese wetgeving noodzakelijk is.
d) Financiële gevolgen
In overeenstemming met de in april gepresenteerde AI-strategie voorziet het plan in
versterkte coördinatie van investeringen, met het doel om tot meer synergie-effecten
te komen en om tussen nu en eind 2020 ten minste 20 miljard euro aan publieke en private
investeringen in onderzoek en innovatie op het gebied van AI te doen voor de gehele
EU. De Commissie verwacht daarnaast ruim 20 miljard euro aan publieke en private investeringen
per jaar in het decennium daarna. De Commissie zal hiervoor de nationale investeringen
tot 2020 aanvullen met 1,5 miljard euro, hetgeen 70% meer is dan in de periode 2014–2017.
Voor de volgende lange termijn begroting van de EU (2021–2027) heeft de EU voorgesteld
minstens 7 miljard euro in AI te investeren uit Horizon Europa en het programma Digitaal
Europa. Activiteiten tot 2020 die worden voorgesteld zullen binnen de bestaande financiële
EU-kaders worden uitgevoerd en gefinancierd uit programma’s zoals Horizon2020.
Zoals vastgelegd in de Kamerbrief van 1 juni 2018 over de Kabinetsappreciatie van
het Commissie MFK-voorstel, maken de onderhandelingen over de toekomst van Digital
Europe en Horizon Europe voor wat betreft de financiële aspecten, integraal onderdeel
uit van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027. Nederland
hecht eraan dat besprekingen over Digital Europe en Horizon Europe niet vooruitlopen
op de integrale besluitvorming betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland
bij de Digital Europe en Horizon Europe zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse
inzet in de MFK-onderhandelingen zoals hierboven toegelicht, te weten een ambitieus
gemoderniseerd en financieel houdbaar MFK. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend
de ruimte bestaan om op de inhoud actief in te spelen op het verloop van de onderhandelingen.
Mogelijke gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting van
de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
De Commissie geeft aan dat men onderzoek zal doen naar mogelijke lacunes. Na dit onderzoek
zal pas bekend worden wat de gevolgen zijn voor regeldruk, inclusief administratieve
lasten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken