Brief regering : Raadsaanbevelingen over de Schengenevaluaties van Nederland op het gebied van buitengrenzen en visumbeleid in 2017
32 317 JBZ-Raad
Nr. 534 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2019
In deze brief informeer ik u, mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van
Defensie, over de recent aangenomen Raadsaanbevelingen voor Nederland op de onderdelen
buitengrenzen en het visumbeleid. De Raadsaanbevelingen zijn opgesteld op basis van
de Schengenevaluaties die in 2017 hebben plaatsgevonden. Hieronder treft u een korte
appreciatie aan van de belangrijkste van deze aanbevelingen.
Schengenevaluaties
Nederland heeft in het kader van de Schengenevaluaties tussen 12 en 14 december 2017
een onaangekondigde Schengenevaluatie gehad op het gebied van de buitengrenzen. De
onaangekondigde evaluatie op het gebied van het visumbeleid vond plaats tussen 25
en 29 september 2017. De evaluaties zijn
uitgevoerd door teams bestaande uit experts van de Commissie en lidstaten. Bij de
evaluatie van de buitengrenzen was ook personeel van Frontex betrokken. Mede door
evaluatiebezoeken af te leggen hebben zij beoordeeld in hoeverre Nederland voldoet
aan het Schengenacquis op de twee deelterreinen. Daarbij hebben zij ook beoordeeld
in hoeverre Nederland invulling heeft gegeven aan de verbeterpunten die geconstateerd
waren tijdens de reguliere Schengenevaluaties van Nederland in 20151. Voor de buitengrenzenevaluatie heeft het team een bezoek gebracht aan de grensdoorlaatposten
Hoek van Holland, Europoort, Rotterdam The Hague airport en het Nationaal Coördinatiecentrum
voor Eurosur (te Schiphol). Voor de evaluatie van het visumbeleid zijn het Ministerie
van Buitenlandse Zaken in Den Haag, de Regionale Service Organisaties in Den Haag
en Kuala Lumpur en het Nederlandse consulaat-generaal in Ho Chi Minh Stad bezocht.
De Schengenevaluaties worden uitgevoerd op basis van een verordening2 waarin de regels en procedures voor de evaluaties zijn vastgelegd. Conform deze verordening
heeft de Raad aanbevelingen opgesteld voor Nederland zodat de implementatie van het
Schengen-acquis verbeterd kan worden. Deze aanbevelingen worden ook gedeeld met het
Europees Parlement (EP) en de nationale parlementen. In het vervolgproces moet Nederland,
binnen drie maanden na de formele vaststelling van de Raadsaanbevelingen, een actieplan
opstellen om de aanbevelingen te realiseren. De Commissie heeft vervolgens de taak
om de Raad en het EP regelmatig over de voortgang hiervan te informeren. De Raad heeft
de aanbevelingen voor de buitengrenzen op 20 december 2018 en visum aanbevelingen
voor Nederland op 8 januari 2019 formeel vastgesteld. De aanbevelingen van de Raad
zijn als bijlage bij deze brief gevoegd3.
Aanbevelingen over de buitengrenzen
De algemene conclusie van de evaluatie is dat de Nederlandse grenscontroles voldoen
aan de Schengenregelgeving. Uit de Raadsaanbevelingen is op te maken dat de Nederlandse
grensbewaking een aantal «good practices» bevat, zoals de mobiele apparatuur die de
Koninklijke Marechaussee (KMar) gebruikt om grenscontroles bij passagiers uit te voeren
en het efficiënte frontoffice van de KMar op Rotterdam The Hague Airport dat reizigers
met specifieke vragen of klachten bedient.
Tegelijkertijd zijn met de aanbevelingen punten geïdentificeerd waarop Nederland maatregelen
moet nemen, zodat het beter invulling kan geven aan grenscontroles. Een belangrijke
aanbeveling heeft betrekking op de toegenomen druk op de capaciteit van de KMar. De
aanbeveling roept Nederland op om het aantal vaste KMar-personeel bij de doorlaatposten
te vergroten zodat expertise en kwaliteit van grenscontrole beter gewaarborgd kan
worden. Tevens wordt Nederland aanbevolen om de training en het kennisniveau van de
grenswachters te verbeteren. Daarnaast wordt aan Nederland geadviseerd om infrastructurele
verbeteringen door te voeren op de maritieme doorlaatposten. Ten slotte krijgt Nederland
de aanbeveling om de implementatie van het Europese grensbewakingsysteem (EUROSUR)
te verbeteren en in lijn te brengen met de Eurosur verordening. Het kabinet heeft
naar aanleiding van de evaluatie in 2017 maatregelen genomen. Zo wordt de KMar capaciteit
sinds 2016 versterkt en heeft het kabinet structureel financiering beschikbaar gesteld
om de capaciteit in de komende jaren verder uit te breiden. De opleidingscapaciteit
voor nieuw personeel wordt op basis van die maatregelen volledig benut. Daarnaast
worden mede in het kader van de voorbereidingen op de Brexit de grensdoorlaatposten
aangepast zodat de controles ook efficiënter uitgevoerd kunnen worden. Ten slotte
heeft Nederland Europese financiering aangevraagd om de implementatie van het Eurosur
concept in lijn te brengen met de Eurosur-verordening. Nederland zal conform de verordening
voor Schengenevaluaties in de komende maanden een actieplan opstellen om alle aanbevelingen
uit te voeren.
Aanbevelingen over het visumbeleid
Bij de evaluatie heeft het evaluatieteam gekeken hoe Nederland het Schengenvisumbeleid
uitvoert en heeft daarbij de Nederlandse visumprocessen in de praktijk bestudeerd.
Bij de evaluatie is ook gekeken – evenals tijdens de reguliere evaluatie van het Nederlandse
visumbeleid in 2015 – naar de wijze waarop beslist wordt op visumaanvragen in de visumbackoffice
van de RSO’s. Nederland is vooralsnog een van de weinige lidstaten met een dergelijk
systeem. Het evaluatieteam heeft opgemerkt dat dit voordelen oplevert. Procedures
zijn gestandaardiseerd, er is meer flexibiliteit en continuïteit en het verkleint
het risico van corruptie en druk doordat de beslismedewerkers zich ver van de aanvragers
bevinden. Gelijktijdig wijst het team erop dat volgens de Visumcode (EU-verordening),
visumaanvragen lokaal worden onderzocht en beslist. Dit om de lokale omstandigheden
en sociaaleconomische situatie mee te wegen bij het bepalen van migratierisico’s.
In de aanbevelingen wordt Nederland geadviseerd om de Nederlandse uitvoeringspraktijk
op dit punt volledig in lijn met de Visumcode te brengen. Nederland maakt in het beslisproces
op visumaanvragen gebruik van Informatie Ondersteund Beslissen. Dit verwijst naar
het betrekken van extra informatie om vast te stellen of een visumaanvraag aan de
voorwaarden voor het verkrijgen van een visum voldoet. Deze werkwijze voorziet beslismedewerkers
van relevante lokale informatie van ambassades en Schengenpartners, maar ook van informatie
van Nederlandse overheidsorganisaties zoals de Kmar, de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) en de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V). Nederland borgt hiermee dat zowel lokale
omstandigheden en de sociaaleconomische situatie meegewogen worden in de beslissing,
als relevante informatie vanuit Nederland – zoals op het gebied van veiligheid. De
informatie in dit systeem is sinds de evaluatie in september 2017 aanzienlijk uitgebreid,
onder meer door de toevoeging van op data analyse gebaseerde profielen. De komende
jaren zal deze werkwijze nog verder worden ontwikkeld. In de Raadspositie op het wijzigingsvoorstel
van de Visumcode is – met steun van Nederland – expliciet opgenomen dat ook centraal
op visumaanvragen beslist kan worden. Nederland werkt daarnaast aan het verbeteren
van het visumproces door beslismedewerkers verder te specialiseren, meer interviews
op de posten te houden, meer te investeren in kennisopbouw en opleidingen en erop
toe te zien dat visumbeslissingen lokaal geharmoniseerd zijn met de beslissingen van
andere lidstaten. Het regelmatig monitoren van de werkzaamheden van de externe dienstverlener
(EDV) wordt in het evaluatierapport als best practice aangemerkt. Desondanks wordt
het EDV-monitoringskader – inclusief checklist – aangepast met als doel om het monitoringsproces
verder te verbeteren en te uniformeren.
Aan een aantal aanbevelingen is inmiddels door Nederland opvolging gegeven. Zo is
de Functionaris Gegevensbescherming (FG) geconsulteerd over het Informatie Ondersteund
Beslissen in relatie tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming – Richtlijn 95/46/EC.
De FG constateert dat voldoende onderzoek is verricht door BZ en dat de benodigde
maatregelen zijn getroffen.
De technische onvolkomenheden die in de IT-systemen zijn geconstateerd zijn inmiddels
verholpen of ver in de uitvoering. Momenteel wordt er overeenkomstig de verordening
van Schengenevaluaties gewerkt aan een actieplan waarin de maatregelen naar aanleiding
van de aanbevelingen voor de korte en lange termijn worden opgenomen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid