Brief regering : Rol en impact van duurzaamheidskeurmerken en certificering
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 301
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2019
Met deze brief informeer ik u, in navolging van de motie van het Kamerlid Amhaouch
                  c.s., d.d. 4 april 2018 (Kamerstuk 26 485, nr. 276), over de rol van keurmerken en certificering binnen het beleid voor buitenlandse
                  handel en ontwikkelingssamenwerking, over hun impact en hoe ik met het maatschappelijk
                  middenveld en bedrijfsleven werk aan de verbetering van deze impact.
               
Wat zijn keurmerken en waarom zijn ze ontstaan?
Een keurmerk is, over het algemeen, een merk dat privaat tot stand is gekomen en vaak
                  als additioneel onderscheidingsteken wordt vermeld op producten. Het is bedoeld om
                  waarborgen voor kwaliteit af te geven en wordt in principe door een onafhankelijke
                  instantie verleend. Duurzaamheidskeurmerken zijn keurmerken die staan voor verschillende,
                  relevante aspecten van duurzaamheid, te weten de sociale, de milieu en de economische
                  pijler. Doorgaans hebben deze betrekking op een of meerdere aspecten van het productieproces,
                  zoals de milieu- of arbeidsomstandigheden waaronder een product is vervaardigd.
               
Duurzaamheidskeurmerken zijn in de jaren ’80 ontstaan als antwoord op de vraag hoe
                  producenten in ontwikkelingslanden een eerlijker prijs voor hun goederen konden krijgen.
                  Ze dienden tevens als prikkel voor de verbetering van de milieu- en productieomstandigheden.
                  Het begon met de ontwikkeling van het Max Havelaar/Fairtrade keurmerk, later gevolgd
                  door keurmerken als UTZ Certified, Marine Stewardship Council (MSC) of de Rondetafel voor Duurzame Palmolie (RSPO).
               
Duurzaamheidskeurmerken vervullen verschillende rollen binnen de keten. Allereerst
                  zijn duurzaamheidskeurmerken van groot belang voor transparantie richting de consument
                  die zijn keuze wil baseren op de wijze waarop een product tot stand is gekomen. Ten
                  tweede zijn duurzaamheidskeurmerken ook voor de verwerkende industrie en detailhandel
                  van belang. Bedrijven die willen bijdragen aan duurzame handel, maar niet de capaciteit
                  hebben om al hun ketens zelfstandig te controleren, maken gebruik van duurzaamheidskeurmerken.
                  Het inkopen van gecertificeerde duurzame grondstoffen is een praktische manier om
                  een deel van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in te vullen.
               
Ten slotte bieden duurzaamheidskeurmerken voor maatschappelijke organisaties en onderzoekers
                  de mogelijkheid om inspanningen vanuit het bedrijfsleven richting verduurzaming inzichtelijk
                  te maken en onderling te vergelijken.
               
Wegwijs in de keurmerken
Het gebruik van duurzaamheidskeurmerken hangt nauw samen met de waarde die de markt
                  eraan hecht en de betrouwbaarheid van de claims. Uit onderzoeken van Milieu Centraal
                  en van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) blijkt dat keurmerken een positieve
                  bijdrage kunnen leveren aan duurzaamheid, maar ook dat de effectiviteit verbeterd
                  kan worden. In beide onderzoeken wordt geconstateerd dat de grote hoeveelheid keurmerken
                  en de onduidelijkheid waar een keurmerk voor staat, het vertrouwen van consumenten
                  in keurmerken kunnen ondermijnen. Dit heeft tot gevolg dat de effectiviteit van keurmerken
                  vermindert. Keurmerken onderkennen dit zelf ook en kijken daarom hoe ze meer kunnen
                  samenwerken. Een voorbeeld hiervan betreft de Global Living Wage Coalition, waarin zes keurmerken samenwerken aan een gezamenlijke definitie en methodologie
                  voor leefbaar loon. Ook zijn UTZ Certified en Rainforest Alliance, twee vooraanstaande mondiale duurzaamheidskeurmerken onder andere op gebied van
                  cacao, koffie en thee, per 1 januari 2018 gefuseerd tot een nieuwe organisatie die
                  verder gaat onder de naam Rainforest Alliance. Deze fusie creëert meer duidelijkheid in de markt en voorkomt dubbele certificeringskosten
                  voor boeren.
               
Ook het kabinet draagt bij aan meer orde en overzicht in de verschillende keurmerken,
                  zowel nationaal als internationaal. Allereerst heeft de voormalig Staatssecretaris
                  van Economische Zaken naar aanleiding van de genoemde onderzoeken in 2016 aan Milieu
                  Centraal gevraagd om een ordening van duurzaamheidskeurmerken uit te voeren en deze
                  inzichtelijk te maken in de Keurmerkenwijzer1. Op basis daarvan zijn elf Nederlandse topkeurmerken onderscheidden die het hoogst
                  scoren op de aspecten betrouwbaarheid, transparantie en op de thema’s milieu en/of
                  dierenwelzijn en/of mens & arbeid (zie ook Kamerstuk 31 532, nr. 170). Deze ordening van duurzaamheidskeurmerken geeft de consument meer inzicht in de
                  waarde en betekenis van de verschillende keurmerken. Het doel van de ordening is 1)
                  een duidelijker onderscheid tussen duurzaamheidskeurmerken en logo's, en 2) meer aandacht
                  voor en inzicht in keurmerken bij consumenten en bedrijven. Een ordening kan keurmerken
                  bovendien uitdagen om te excelleren op duurzaamheid, betrouwbaarheid en transparantie.
                  In maart 2018 is een exercitie gestart om te kunnen bepalen in hoeverre de ordening
                  van de keurmerken door Milieu Centraal een bijdrage levert aan het vergroten van de
                  bekendheid van keurmerken. De uitkomst van deze tweede benchmark wordt verwacht in
                  maart 2019.
               
Naast bovengenoemde inspanningen heeft het kabinet met het bedrijfsleven via het Nederlands
                  Normalisatie Instituut (NEN) een voortrekkersrol ingenomen bij het ontwikkelen van
                  een mondiale standaard voor ketenbeheer (Chain of Custody) binnen de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO). Deze nieuwe ISO-norm
                  moet ketenpartijen, waaronder handelaren, verwerkers en retailers, handvatten bieden
                  om met een uniforme terminologie en systematiek het ketenbeheer in te richten. De
                  verwachting is dat daarmee de transparantie binnen de ketens zal toenemen. Binnen
                  ISO wordt momenteel ook met belanghebbenden en experts gewerkt aan een technische
                  specificatie voor Ethical Claims
                  2. Deze specificatie zal duidelijkheid verschaffen voor de onderbouwing van claims
                  waarop duurzaamheidskeurmerken betrekking hebben.
               
Internationaal worden ook initiatieven genomen om producenten en andere gebruikers
                  van keurmerken meer inzicht te geven in de verschillende duurzaamheidskeurmerken.
                  Zo heeft het International Trade Centre (ITC) in Genève de zogenaamde Standards Map
                  3 ontwikkeld. In de Standards Map kan per sector/product, land van oorsprong of land van bestemming worden bekeken
                  welke keurmerken er bestaan en deze inhoudelijk met elkaar vergelijken.
               
Ook ISEAL, de brancheorganisatie voor duurzaamheidskeurmerken die in 2002 werd opgericht,
                  draagt bij aan het vergroten van de transparantie. Duurzaamheidskeurmerken die lid
                  zijn van ISEAL moeten voldoen aan eisen op het gebied van onder andere duurzaamheid,
                  transparantie, continue verbetering, onafhankelijke toetsing en de betrokkenheid van
                  relevante stakeholders (multistakeholderbenadering). ISEAL richt zich daarmee op het
                  bevorderen van geloofwaardige, hoogkwalitatieve duurzaamheidskeurmerken. Het kabinet
                  werkt thematisch samen met ISEAL, bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van standaarden
                  voor leefbaar loon.
               
Rol duurzaamheidskeurmerken in verduurzaming productie en handel
Zoals beschreven in de nota «Investeren in perspectief» (Kamerstuk 34 952) zet het kabinet zich in voor een wereld waarin onze goederen op een verantwoorde
                  wijze worden geproduceerd; waarin kinderarbeid wordt tegengegaan, arbeiders een leefbaar
                  loon verdienen en geen ontbossing plaatsvindt. Het kabinet richt zich hierbij op de
                  sleutelactoren: boeren en arbeiders in productielanden, bedrijven en overheden. Samen
                  met internationale organisaties, NGO’s en vakbonden werkt het kabinet aan ondersteuning
                  en capaciteitsversterking in productielanden. In Nederland en in Europees verband
                  spreekt het kabinet bedrijven en overheden aan op hun verantwoordelijkheid voor duurzame
                  productie en handel en initieert het samenwerking. Hoe deze complementaire aanpak
                  in de praktijk werkt, heeft het kabinet onder andere beschreven in de Kamerbrief over
                  de inzet op de verduurzaming van palmolie (Kamerstuk 30 196, nr. 539). Duurzaamheidskeurmerken zijn een van de instrumenten in deze aanpak; ze vormen
                  een ijkpunt voor duurzaamheidsinspanningen en maken het mogelijk om voortgang te meten.
               
In het verleden heeft het kabinet direct bijgedragen aan de ontwikkeling van duurzaamheidskeurmerken
                  en certificering. Zo steunde het kabinet maatschappelijke organisaties die boeren
                  trainden in het toepassen van duurzame landbouwpraktijken, mede ten behoeve van certificering.
                  Ook heeft het kabinet maatschappelijke organisaties gesteund voor hun deelname aan
                  de RSPO en de Rondetafel voor Verantwoorde Soja (RTRS), twee hooggekwalificeerde duurzaamheidskeurmerken.
                  Deze deelname was gericht op de oprichting van werkgroepen die zich bezighielden met
                  de belangen van kleine boeren in productielanden.
               
Inmiddels is er meer bekend over de mate waarin duurzaamheidskeurmerken de verwachtingen
                  waarmaken. Aan de ene kant is bewezen dat duurzaamheidskeurmerken veelal een onmiskenbare
                  rol spelen in het stimuleren van de verbetering van lokale productieomstandigheden.
                  Ook wijst recenter onderzoek erop dat duurzaamheidskeurmerken een meer systematische
                  impact kunnen hebben; in toenemende mate is zichtbaar dat overheden in productielanden
                  zich committeren aan bestaande duurzaamheidskeurmerken of dat ze zelf duurzaamheidsstandaarden
                  ontwikkelen, gebruikmakend van de multistakeholderaanpak die door duurzaamheidskeurmerken
                  is geïntroduceerd.4
Aan de andere kant lost certificering niet alle problemen in de keten op, en bereiken
                  duurzaamheidskeurmerken bijvoorbeeld niet dat kleine boeren gegarandeerd een leefbaar
                  inkomen verdienen of dat arbeidsomstandigheden altijd verbeteren5. Een van de onderliggende oorzaken is de achterblijvende marktvraag naar duurzaam
                  geproduceerde gewassen ten opzichte van het aanbod6. Ook vereisen de verschillende duurzaamheidskeurmerken ieder eigen jaarlijkse audits.
                  De kosten van verduurzamingsmaatregelen en de audits worden niet altijd gecompenseerd
                  door extra inkomsten van een gecertificeerd product.
               
Gericht op impact en werken aan verbetering
Het kabinet ziet duurzaamheidskeurmerken en certificering nog steeds als een goede
                  manier om de consument te verbinden met de producent en in waardeketens transparantie
                  en een prikkel voor verbetering te creëren. Echter, om ook de hardnekkige problemen
                  in ketens, zoals de lage inkomsten voor boeren en ontbossing, aan te pakken werkt
                  het kabinet ook met organisaties aan «beyond certification».
               
Binnen dit beleid blijven uitvoeringspartners zoals het Initiatief Duurzame Handel
                  (IDH), Solidaridad en Rainforest Alliance met boeren en producenten werken om hen op het niveau van certificeerbaarheid te
                  krijgen. Certificering is daarbij niet het doel, maar de onderliggende principes van
                  de topkeurmerken in de sector worden wel als benchmark aangehouden. Ook wordt gewerkt
                  aan adressering van de dieperliggende problemen, bijvoorbeeld door financiering voor
                  kleinschalige boeren ten behoeve van duurzame productiepraktijken mogelijk te maken.
               
Daarnaast wordt in toenemende mate gewerkt met vernieuwende interventies. Een eerste
                  voorbeeld hiervan betreft de zogenaamde landschapsaanpak. Hierbij wordt in een gebied
                  (afgebakend door natuurlijke- dan wel bestuurlijke grenzen) met de lokale overheid
                  keten overstijgend gewerkt aan het adresseren van problemen, zoals ontbossing.7 Dergelijke duurzame landschappen kunnen via onafhankelijke verificatie door derde
                  partijen in zijn geheel gecertificeerd worden. Hiermee wordt een markt op gebiedsniveau
                  gecreëerd, een zogenaamde Verified Sourcing Area. Ook de Coalitie Stop Kinderarbeid wordt door het kabinet gesteund in haar gebiedsgerichte
                  aanpak van kinderarbeid, waarbij in een regio bedrijven, scholen, ouders en overheid
                  samen de grondoorzaken van kinderarbeid aanpakken.
               
Solidaridad werkt, als oprichter van het Max Havelaar keurmerk, ook al langer aan
                  het stimuleren van duurzame productie en eerlijke handel. Op 1 december 2017 lanceerden
                  zij de «Farming Solutions app» waarmee boeren via hun mobiele telefoon training en advies krijgen. Deze app moet
                  uiteindelijk zorgen voor een systeem van zelfverificatie waardoor boeren geen dure
                  certificeringskosten meer hoeven te betalen om aan te tonen dat ze duurzaam werken.
                  In ontwikkelingslanden met veel kleine boertjes biedt deze technologie de kans om
                  verduurzaming van productie op grotere schaal tegen lagere kosten uit te rollen.
               
Gemeenschappelijke deler in het nieuwe type interventies is de wens om impact van
                  certificering te vergroten, de kosten voor producenten te verlagen en de markt en
                  consument nog steeds transparantie te kunnen bieden. Het kabinet ondersteunt deze
                  interventies en voert gesprekken met duurzaamheidskeurmerken, bedrijven, maatschappelijke
                  organisaties en producenten uit ontwikkelingslanden over de impact hiervan en de gewenste
                  verdere aanpassingen. In dat kader zal het kabinet ISEAL ondersteunen bij de organisatie
                  van een conferentie op 18 juni 2019 in Nederland over de impact van duurzaamheidskeurmerken
                  en de wijze waarop deze vergroot kan worden.
               
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
                  S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
