Brief regering : Reactie op verzoek commissie om een nadere duiding van de invulling van de voortgangsrapportages over het arbeidsmarktbeleid in de zorg
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Nr. 346 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Bij brief van 7 november 2018 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport het kabinet verzocht om een nadere duiding van de invulling van de voortgangsrapportages
over het arbeidsmarktbeleid in de zorg, te ontvangen voor eind 2018. Meer precies
wordt gevraagd of een nulmeting kan worden gegeven in relatie tot het Actieprogramma
Werken in de Zorg en een nadere invulling van de indicatoren, in het licht van wat
hierover is gewisseld in het debat over het actieprogramma op 11 oktober jongstleden
(Handelingen II 2018/19, nr. 12, item 12). Daarnaast wordt gevraagd wat op dit punt precies in de te verwachten voortgangsrapportage
in het voorjaar van 2019 komt.
Mede namens de Minister van Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport ga ik in deze brief in op het hierboven genoemde verzoek. Hierbij
betrek ik tevens de motie van leden Kerstens en Ellemeet van 11 oktober1 jl. waarin wordt verzocht een beperkt aantal streefdoelen te formuleren opdat de
voortgang van de ambitie van het kabinet ten aanzien van de arbeidsmarkt nog beter
inzichtelijk kan worden gemaakt.
Ook ga ik met deze brief in op het verzoek om jaarlijks inzichtelijk te maken hoe
de personeelstekorten voor de sector zorg en welzijn per subsector zich ontwikkelen,
zoals verzocht in de motie van het lid Bergkamp c.s. van 11 oktober 20182. Op het verzoek – uit diezelfde motie van het lid Bergkamp c.s. – om in kaart te
brengen wat er allemaal gebeurt aan toekomstverkenningen voor de zorg en te bezien
welk aanvullend onderzoek nodig is om tot een zinvolle verkenning te komen naar de
arbeidsmarkt in de zorg op de lange termijn, kom ik in het voorjaar van 2019 terug.
Monitor Werken in de Zorg
Voor het bieden van goede zorg en ondersteuning nu en in de toekomst zijn voldoende,
tevreden en goed toegeruste medewerkers van essentieel belang. Het is daarom belangrijk
om de voortgang van onze aanpak nauwgezet te monitoren.
Hieronder zal ik achtereenvolgens inzicht geven in hoe we (de ontwikkeling van) het
tekort monitoren, een nadere duiding geven van de indicatoren uit het actieprogramma
en onze streefdoelen. Tot slot zal ik ingaan op de vraag of een nulmeting gegeven
kan worden in relatie tot het Actieprogramma Werken in de Zorg (bijlage bij Kamerstuk
29 282, nr. 303).
Inzicht in het terugdringen van personeelstekorten in zorg en welzijn
De hoofdambitie van het Actieprogramma Werken in de Zorg is het terugdringen van de
personeelstekorten in zorg en welzijn naar nul of dicht daarbij. Het Actieprogramma
is er niet voor niets: als we niets anders of extra zouden doen, dreigt een tekort
van 100.000 tot 125.000 personen in 2022.
Het verwachte tekort van 100.000 tot 125.000 personen is eind 2017 bepaald aan de
hand van een prognose van de vraag naar personeel en het aanbod tot en met 2022. Om
de voortgang met betrekking tot het terugdringen van het tekort te meten gaan we gedurende
het actieprogramma jaarlijks een nieuwe prognose (laten) maken van (de ontwikkeling
van) het verwachte tekort in 2022. Dit conform eerder genoemde motie van het lid Bergkamp
c.s. (Kamerstuk 29 282, nr. 323).We zullen hierover steeds in de voortgangsrapportage in het voorjaar rapporteren,
voor het eerst in het voorjaar van 2019.
De nieuwe prognose van het tekort in het voorjaar van 2019 zal gebeuren aan de hand
van min of meer hetzelfde model dat eerder is gebruikt; met dien verstande dat het
prognosemodel op enkele punten zal worden aangepast. Zo zal het model inzicht geven
in de tekorten per zorgbranche, zoals verzocht in de motie van het lid Bergkamp c.s.
(Kamerstuk 29 282, nr. 323). Daarnaast zal de vraag naar arbeid binnen de zorg zoveel als mogelijk gebaseerd
worden op basis van gegevens over het verwacht zorggebruik in plaats van de budgettaire
groei van de zorg.
Tevens starten we binnen het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW)
een traject waarbij meer fundamenteel zal worden gekeken naar verbetering van het
prognosemodel. Dit naar aanleiding van de wens van alle partners binnen het onderzoeksprogramma
(sociale partners binnen Zorg en Welzijn en VWS) om tot een uitgebreider en nog preciezer
model te komen. Hierbij zal ook gekeken worden naar de samenhang met het onderwijs
en de technologische, demografische en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals verzocht
in de motie van het lid Bergkamp c.s. (Kamerstuk 29 282, nr. 323). De methodiek van het nieuwe te ontwikkelen model zal daarmee naar verwachting (substantieel)
wijzigen ten opzichte van de eerdere modellen. Het streven is dat het nieuwe prognosemodel
begin 2020 beschikbaar komt en gebruikt kan worden om in het voorjaar van 2020 te
rapporten over (de ontwikkeling van) het verwachte tekort in 2022.
Indicatoren en streefdoelen
In de bijlage van de eerste voortgangsrapportage van het actieprogramma3 die u 4 oktober jongstleden heeft ontvangen is een overzicht gegeven van de indicatoren
en data die we gebruiken om de voortgang op het actieprogramma te monitoren. Het gaat
om indicatoren met betrekking tot de algemene doelstelling van voldoende, tevreden
en goed toegeruste medewerkers, de drie actielijnen van het actieprogramma en het
gebruik van een aantal belangrijke instrumenten van het actieprogramma.
In het debat over het actieprogramma op 11 oktober jongstleden (Handelingen II 2018/19,
nr. 12, item 12) bleek dat de huidige wijze van het presenteren van de voortgang uw Kamer onvoldoende
houvast gaf om te kunnen beoordelen of de gewenste voortgang wordt geboekt. Daarom
zullen we de monitor toegankelijker maken door te werken met een beperkt aantal kernindicatoren
(zie kader hieronder) en deze overzichtelijker en inzichtelijker weer gaan geven.
Voor de volledigheid zullen we naast deze kernindicatoren ook inzicht blijven geven
in de overige indicatoren die wij volgen (zie bijlage 1 voor deze overige indicatoren).
Daarnaast heeft uw Kamer – door de eerder genoemde motie van de leden Kerstens en
Ellemeet (Kamerstuk 29 282, nr. 328) – verzocht om een beperkt aantal streefdoelen. Deze worden hieronder weergegeven.
Kernindicatoren met streefdoel
Doel: voldoende, tevreden en goed toegeruste medewerkers
• Aantal werknemers binnen zorg en welzijn ↑
• Medewerkerstevredenheid ↑
• Percentage medewerkers in Zorg en welzijn wat betreft kennis en vaardigheden goed
toegerust is voor de functie ↑
Actielijn 1 – Meer kiezen voor de zorg
• Instroom in opleidingen ↑
• Aantal zij-instromers en herintreders in de zorg ↑
Actielijn 2 – Beter leren in de zorg
• Aantal gerealiseerde stageplaatsen ↑
• Percentage werknemers dat aangeeft in het afgelopen jaar scholing te hebben gevolgd
↑
Actielijn 3 – Anders werken in de zorg
• Ziekteverzuimpercentage ↓
• Uitstroompercentage uit de sector zorg- en welzijn ↓
• Percentage van de werkgevers dat aangeeft de afgelopen 12 maanden een vorm van nieuwe
technologie of innovatie te hebben voorbereid of ingevoerd ↑
Zoals aangegeven in het debat over het actieprogramma op 11 oktober jongstleden (Handelingen
II 2018/19, nr. 12, item 12), past het niet om harde streefwaarden te formuleren. Partijen in de regio bepalen
zelf aan de hand van de regiospecifieke situatie en opgave op welke manier zij het
tekort op de voor hen meest haalbare en passende wijze terugdringen. Het formuleren
van landelijke streefwaarden zou de regionale partijen beperken in hun aanpak en doet
geen recht aan de diversiteit tussen de verschillende regio’s. Wel geven we de gewenste
richting aan waarop de kernindicatoren zich moeten ontwikkelen (stijgend of dalend).
Zoals eerder toegezegd4 rapporteren ik en mijn collega’s twee maal per jaar aan uw Kamer over de voortgang;
zowel in het voorjaar als in het najaar.
Nulmeting
Uw Kamer heeft gevraagd of een nulmeting kan worden gegeven in relatie tot het Actieprogramma
Werken in de Zorg. Het antwoord is bevestigend, in die zin dat voor alle indicatoren
de laatste waarde voor het starten van het actieprogramma zal worden gepresenteerd.
In de voortgangsrapportage van het actieprogramma in het voorjaar van 2019 zal ik deze expliciet
weergeven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Bijlage 1: Overzicht overige indicatoren
Doel: voldoende, tevreden en goed toegeruste medewerkers:
• Aantal FTE binnen zorg en welzijn
• Openstaande vacatures/vacaturegraad
• Percentage moeilijk vervulbare vacatures
• Spanningsindicator uwv voor tekortberoepen
Actielijn 1 – Meer kiezen voor de zorg
• Sectorrendement
Actielijn 2 – Beter leren in de zorg
• Studierendement/uitvalpercentage in het eerste studiejaar
• Kwaliteit stages
Actielijn 3 – Anders werken in de zorg
• Werkdruk
• Contractomvang
• Administratieve lasten
Indicatoren belangrijkste instrumenten van het actieprogramma
• Imago werken in de zorg (wervingscampagne)
• Gebruik van SectorplanPlus
• Gebruik van Sterk in je werk (plus)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport