Brief regering : Verslag bezoek aan Curaçao, Bonaire, Sint Maarten en Sint Eustatius van 13 t/m 16 november 2018
35 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019
Nr. 35
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Graag informeer ik u over het werkbezoek dat ik van 13 t/m 16 november 2018 bracht
aan achtereenvolgens Curaçao, Bonaire, Sint Maarten en Sint Eustatius. Tijdens mijn
bezoek aan Bonaire heb ik samen met de gezaghebber, de gedeputeerden en de leden van
de eilandsraad, het Bestuursakkoord 2018 -2022 ondertekend. In deze brief ga ik verder
in op de totstandkoming en uitvoering van het Bestuursakkoord, zoals uw Kamer mij
gevraagd heeft en zoals ik aangekondigd heb in mijn brief d.d. 16 november waarbij
ik u het Bestuursakkoord 2018–2022 heb verstrekt (Kamerstuk 31 568, nr. 207).
Curaçao
Mijn werkbezoek begon met een kort bezoek aan Curaçao, waar ik van de gelegenheid
gebruik heb gemaakt om met Minister-President Rhuggenaath te spreken over een aantal
actuele sociaaleconomische en maatschappelijke onderwerpen.
Bonaire
Op 14 november bezocht ik Bonaire. Tijdens mijn bezoek sprak ik onder andere met de
gezaghebber, de gedeputeerden en de leden van de eilandsraad. Deze gesprekken zijn
in goede sfeer gevoerd en dit heeft geresulteerd in de gezamenlijke ondertekening
van het Bestuursakkoord 2018–2022 tussen het Rijk en het Openbaar Lichaam Bonaire.
Het tekenen van het Bestuursakkoord Bonaire markeert het voorlopige eindpunt van de
gesprekken en het proces dat wij samen in januari 2018 – bij mijn eerste bezoek aan
Bonaire – hebben ingezet om te komen tot concrete verbeteringen voor de bevolking
van Bonaire. Maar het Bestuursakkoord is vooral het vertrekpunt voor verdere praktische
samenwerking. Een manier van samenwerken waarbij verantwoordelijkheden zijn benoemd
en doelen/resultaten helder en SMART zijn geformuleerd. Het Bestuursakkoord legt afspraken
tussen het Bestuurscollege en het Rijk vast op belangrijke thema’s als goed bestuur,
financieel beheer, integriteit, infrastructuur, sociale huisvesting, kinderopvang,
landbouw en toerisme. Dit heeft als doel om tot zichtbare resultaten te komen en de
slagkracht van het lokale bestuur en de uitvoeringskracht te verbeteren. Beter bestuur
zal ook een positief effect hebben op onderwerpen die niet in het Bestuursakkoord
zijn opgenomen.
Het Bestuursakkoord 2018–2022 is tot stand gekomen in samenspraak met de betrokken
ministeries. Zo zijn er ook afspraken opgenomen over het sociaal domein. Dit is in
nauw overleg met Staatssecretaris Van Ark gebeurd. Er zijn in het akkoord – in aanvulling
op de kabinetsreactie over het bestaansminimum van 29 juni 2018 – afspraken gemaakt
over arbeidsbemiddeling, armoede- en schuldenbeleid, centrale dialoog, koopkracht
en kosten van levensonderhoud. Deze onderwerpen hebben een plek in het Bestuursakkoord
gekregen om tot een geïntegreerde aanpak te komen, daar waar er eerder gedacht werd
aan een afzonderlijke sociaaleconomische agenda voor de openbare lichamen. Het ligt
in de rede om ook voor Saba en Sint Eustatius tot een vergelijkbare integrale aanpak
op de prioritaire thema’s te komen.
Het proces van de totstandkoming van het Bestuursakkoord is zowel in Caribisch Nederland
als in Europees Nederland onderwerp van gesprek geweest. Dat heb ik zelf ook aan den
lijve mogen ondervinden in de gesprekken tijdens mijn werkbezoek. Er zijn vragen geweest
over de timing in relatie tot de verkiezingen, maar ook vanuit de Eilandsraad, omdat
de tekst van het Bestuursakkoord relatief laat beschikbaar kwam. Ik heb op 14 november
geconstateerd dat waar er discussie was over het proces, er over de inhoud van het
Bestuursakkoord grote eensgezindheid bestond. Dat is positief. En wij zijn niet over
één nacht ijs gegaan: de ondertekening op 14 november was het sluitstuk van een traject
van 10 maanden. Daarbij heb ik het Bestuurscollege tijdens mijn bezoek in september
gevraagd de Eilandsraad tijdig te betrekken in het proces.
Tijdens mijn eerste bezoek aan Bonaire in januari 2018 heb ik de bestuurders gevraagd
naar de beleidsprioriteiten die zij voor zichzelf en het eiland zien, en op welke
wijze wij hieraan vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid vorm kunnen geven. Ook
heb ik gevraagd hoe er aan duurzaam goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën gewerkt
zou kunnen worden. Deze punten zijn expliciet gemarkeerd in het Bestuursakkoord, aangezien
dit een randvoorwaarde is voor het toekennen van extra investeringen vanuit het Kabinet,
zoals in het Regeerakkoord gesteld.
Over de beleidsprioriteiten van Bonaire heb ik veelvuldig het gesprek gevoerd met
de gezaghebber, gedeputeerden en de eilandsraadsleden, zowel op Bonaire als in Nederland.
In juli jl. heeft het Bestuurscollege de eerste contouren van de beleidsprioriteiten
toegestuurd. In de periode hierna hebben het openbaar lichaam en het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen de prioriteiten aangescherpt en concreet
gemaakt. In oktober heeft het Bestuurscollege mij een brief doen toekomen met de uitwerking
van de Beleidsprioriteiten Openbaar Lichaam Bonaire 2018 – 20221. Deze prioriteiten, opgesteld en gekozen door Bonaire, hebben samen met de inzet
vanuit het Rijk de basis gevormd voor het Bestuursakkoord. Vanaf dat moment is er
zowel door het Openbaar Lichaam Bonaire als door het Rijk hard gewerkt om tot bindende
afspraken te komen. Vlak voor het tekenen van het Bestuursakkoord heb ik gesproken
met het Bestuurscollege. In dit gesprek is door alle partijen de waardering uitgesproken
voor de samenwerking en de wijze waarop dit akkoord op ambtelijk en bestuurlijk niveau
tot stand is gekomen. Alle betrokken partijen zien deze afspraak als een manier om
gezamenlijk effect voor de inwoners van Bonaire te bewerkstelligen. Ook heb ik kort
van gedachten gewisseld met de Eilandsraad, die de avond ervoor uitgebreid bij het
Bestuursakkoord had stilgestaan. In een besloten commissievergadering van de Eilandsraad
hebben het Bestuurscollege, de Eilandsecretaris en de ambtenaren van mijn ministerie
toegelicht wat het Bestuursakkoord inhoudt, wat de afspraken zijn en hoe het proces
is gelopen. Idealiter was er in het proces meer ruimte geweest voor de Eilandsraad.
Ik heb in mijn gesprek met het Bestuurscollege voorafgaand aan het tekenen van het
Bestuursakkoord aangegeven dat dit proces geen schoonheidsprijs verdiend. Ik heb in
eerdere gesprekken met het Bestuurscollege ook uitgesproken dat ik veel waarde hecht
aan de betrokkenheid van de Eilandsraad. Maar het was belangrijk het momentum niet verloren te laten gaan. Het doet mij deugd dat de inhoud van het akkoord
en de beoogde positieve effecten voor de inwoners van Bonaire breed gesteund zijn
door de Eilandsraad met acht stemmen vóór het Bestuursakkoord en één onthouding. De
acht leden hebben hun steun ook tot uiting gebracht door een addendum bij het Bestuursakkoord
te ondertekenen, waarin zij aangeven dat ze hebben besloten om in te stemmen met het
Bestuursakkoord 2018 – 2022.
Het Bestuursakkoord beslaat een periode van vier jaar, en zal dus ook na de Eilandsraadsverkiezingen
van maart 2019 van kracht blijven. Ik hecht hier met het oog op tempo en continuïteit
ook sterk aan. En natuurlijk komen ook na de verkiezingen veel voorstellen in uitgewerkte
vorm opnieuw aan de orde in de Eilandsraad. Het gaat bovendien om thema’s waarin iedereen
zich – ongeacht politieke kleur – kan vinden. Alle betrokken partijen zijn zich ervan
bewust dat het tijd is om stappen te zetten en vooruitgang voor Bonaire te realiseren.
Het akkoord laat ruimte voor het plaatsen van accenten en voor (zie artikel 3 in de
overeenkomst) het in gezamenlijkheid wijzigingen van bepaalde afspraken. Er wordt
door mijn ministerie in overleg met het Bestuurscollege een programmamanager Bestuursakkoord
aangesteld, die de voortgang van de realisatie van het akkoord gaat borgen en stuurt
op resultaat. De komst van de programmamanager verandert niets in de huidige structuren
of bevoegdheden.
Het is nu zaak om zo snel mogelijk de uitvoering van het akkoord op te pakken. Ik
zie dit met vertrouwen tegemoet en ben ervan overtuigd dat het Openbaar Lichaam Bonaire
en het Rijk met dit Bestuursakkoord stappen vooruit gaan zetten om te zorgen dat inwoners
van Bonaire een merkbare positieve verandering in hun leven ervaren.
Naast de afspraken met betrekking tot het Bestuursakkoord heb ik een tweetal werkbezoeken
afgelegd. Eerst heb ik de Brede School Papa Cornes bezocht en aansluitend heb ik een
werkbezoek gebracht aan het ziekenhuis Fundashon Mariadal. Het was goed kennis te
nemen van het goede voorzieningenniveau, het enthousiasme en de visie van de directies
en medewerkers van beide instellingen. Ten slotte heb ik een kort gesprek gehad met
de consumentenbond Unkobon, waarbij ik de toezegging heb gedaan dat uiterlijk in het
eerste kwartaal van 2019 het loket voor het aanvragen van een DigiD wordt geopend
op Bonaire.
Sint Maarten
Het werkbezoek aan Sint Maarten heb ik gebruikt om op politiek-bestuurlijk niveau
te overleggen over een aantal actuele onderwerpen. Zo heb ik gesprekken over de wederopbouw
gevoerd met de gouverneur, de Minister-President en het presidium van de Staten. In
die gesprekken heb ik de urgentie onderstreept van een aantal belangrijke dossiers
zoals het aanpakken van de dump en het herstel van de luchthaven. Daarbij heb ik opnieuw
moeten constateren dat het gaat om complexe dossiers, waarvoor een integrale aanpak
– inhoud, proces en good governance – noodzakelijk is. Volledige inzet van alle betrokken partijen is hierbij onontbeerlijk.
Verhelderend was de Wereldbankbriefing over het project dat gericht is op het beheersbaar
maken van de vuilstort (emergency debris project). De betrokken experts van de Wereldbank hebben een goed beeld geschetst
van de voorbereidingen, wijze van uitvoering en te verwachten resultaten. In mijn
gesprek met de Minister van Justitie lag de focus op de actuele stand van zaken op
het terrein van rechtshandhaving. De gemaakte afspraken, inclusief financiering, over
bijstand die Nederland levert aan de politie en de situatie in de Pointe Blanche gevangenis
zijn daarin opnieuw aan de orde geweest.
Sint Eustatius
Dit jaar heb ik de 242ste officiële ceremonie bijgewoond, daarbij kort na zonsopkomst
de aanwezigen toegesproken en iedereen een fijne feestdag toegewenst. Hierbij werd
ik o.a. vergezeld door regeringscommissaris Marcolino Franco en de Consul General
van de Verenigde Staten Margareth Hawthorne, en evenals vertegenwoordigers uit de
Caribische regio.
Hier heb ik ook gesproken over een onderwerp waarvoor ook in uw Kamer veel aandacht
bestaat. Op 16 november 1776 zeilde kapitein Isaiah Robinson naar de ankerplaats onder
«Fort Oranje» op het eiland Sint Eustatius. Sint Eustatius was een van de weinige
plaatsen waar de jonge Verenigde Staten van Amerika militair materiaal, vooral wapens
en munitie, konden vinden. Dhr. Robinson kondigde zijn komst aan door het afvuren
van een dertiental saluutschoten, één voor elk van de dertien Amerikaanse koloniën
die in opstand waren gekomen tegen kolonisator Groot-Brittannië. De goede relatie
tussen Sint Eustatius en de Verenigde Staten resulteerde in de «Eerste groet»: toenmalig
Gouverneur Johannes de Graaff antwoordde Robinsons aankomst met een saluut van een
elftal kanonschoten vanaf Fort Oranje. Het was daarmee Sint Eustatius dat als eerste
de Amerikaanse onafhankelijkheid internationaal erkende. Op Sint Eustatius wordt deze
gebeurtenis – «Statia Day» – elk jaar uitgebreid gevierd.
Aan de vooravond van de festiviteiten heb ik in Upper
Town met veel inwoners van Sint Eustatius gesproken. Er was veel instemming met de ingreep
en waardering voor de aanpak van het tijdelijke wet Taakverwaarlozing.
Na de officiële plechtigheden bezocht ik een expositie van de lokale beeldend kunstenaar
Dawson Hughes, die zijn werk laat zien in de bibliotheek. Daarna opende ik een expositie
over het belang van recycling. Dit bood ook de gelegenheid enkele vragen te beantwoorden
over de recent verzonden tweede voortgangsrapportage Sint Eustatius. Aan het eind
van mijn bezoek was ik aanwezig bij de uitreiking van de Golden Rock League of Merit
Medals aan drie Statianen, een onderscheiding voor mensen met grote maatschappelijke
verdiensten. Op het Ernest van Putten Youth Center sprak ik als laatste met inwoners,
de gasten van buiten het eiland, (oud) politici, ambtenaren en vertegenwoordigers
van de maatschappelijke adviesraad.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties