Brief regering : Bezwaarschriften aangaande de btw-correctie voor het privégebruik van een zakelijke auto
31 066 Belastingdienst
Nr. 450 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
In mijn brief van 23 oktober 2018 (Kamerstuk 31 066, nr. 436) heb ik uw Kamer geïnformeerd over bezwaarschriften aangaande de btw-correctie voor
het privégebruik van een zakelijke auto (PGA). In reactie hierop heeft de vaste commissie
voor Financiën mij gevraagd om te reflecteren op het proces rond deze bezwaarschriften
en de Kamer daarover te informeren. Aan dit verzoek voldoe ik graag. In deze brief
schets ik eerst de aanleiding en behandeling van de bezwaren. Daarna reflecteer ik
hierop.
Aanleiding en behandeling massaal bezwaar btw-correctie PGA
Een uitspraak van rechtbank Haarlem van 1 juni 2011, die in het uiterste geval tot
gevolg had kunnen hebben dat er niet langer btw geheven kon worden over het PGA, was
aanleiding om de regelgeving inzake btw bij PGA te wijzigen per 1 juli 20111. Deze wijziging heeft geleid tot een grote stroom van bezwaarschriften waarin een
aantal rechtsvragen aan de orde was. In vier proefprocedures is voor de rechter over
deze rechtsvragen geprocedeerd. De overige bezwaarschriften zijn aangehouden in afwachting
van de uitkomst van de proefprocedures.
In verband met de grote hoeveelheid bezwaren is in 2011 in overleg met de koepelorganisaties
en grote advieskantoren een vereenvoudigde wijze van indiening van het bezwaar overeengekomen.
Gemachtigden werden in de gelegenheid gesteld om, door middel van één brief met een
lijst van de door hen vertegenwoordigde belastingplichtigen, collectief bezwaar aan
te tekenen. De verwachting was dat deze bezwaarstroom zich jaarlijks zou herhalen
tot het moment dat de Hoge Raad uitspraak zou doen in de toen lopende proefprocedures.
Begin 2017 hadden ruim 478.000 ondernemers bezwaar gemaakt en waren er meer dan 2
miljoen bezwaarschriften tegen de btw-correctie voor PGA ingediend. Met een individuele
afdoening van deze bezwaarschriften zou een zeer groot tijdsbeslag zijn gemoeid. Daarom
heeft mijn voorganger op 29 maart 2017 de bezwaarschriften aangewezen als massaal
bezwaar als bedoeld in artikel 25c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Daardoor
konden de bezwaarschriften efficiënt worden afgehandeld nadat de Hoge Raad arrest
zou wijzen. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer hierover geïnformeerd in zijn brief
van 29 maart 20172.
Op 21 april 2017 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de vier proefprocedures3. De Hoge Raad laat de huidige regeling inzake de btw-correctie voor PGA grotendeels
in stand. Alleen wat betreft het aantonen van het daadwerkelijke privégebruik heeft
de Hoge Raad nadere regels gegeven. De Hoge Raad oordeelde dat als de administratie
van een ondernemer geen gegevens bevat waaruit is af te leiden in hoeverre een zakelijke
auto voor privédoeleinden is gebruikt, de omvang van het privégebruik niet uitsluitend
via een kilometeradministratie hoeft te worden vastgesteld. Het werkelijke privégebruik
kan ook in redelijkheid worden bepaald met inachtneming van alle omstandigheden van
het geval. Vervolgens kan worden vastgesteld welk bedrag aan uitgaven is toe te rekenen
aan dit werkelijke privégebruik. Als blijkt dat de berekende btw over deze uitgaven
minder bedraagt dan de btw die volgens de forfaitaire regeling is voldaan, heeft de
ondernemer recht op teruggaaf van die (alsdan) teveel betaalde btw.
De inspecteur heeft op 1 juni 2017 een collectieve uitspraak gedaan op de ingediende
bezwaarschriften. In de collectieve uitspraak werden de bezwaren ongegrond verklaard
met uitzondering van de bezwaren inzake de lagere, werkelijke omvang van het privégebruik
auto. Op dit punt werden de bezwaren gegrond verklaard, maar door de wijze van indiening
beschikte de inspecteur over onvoldoende gegevens om een teruggaafbeslissing te nemen.
De inspecteur heeft belastingplichtigen vervolgens de gebruikelijke termijn (6 weken)
gegeven voor de nadere motivering van het bezwaarschrift. De inspecteur diende, overeenkomstig
de van toepassing zijnde bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, binnen 6 maanden
na de collectieve uitspraak (dus voor 1 december 2017) de eventuele teruggaaf te verlenen.
In mijn brieven van 7 september 20184 en 23 oktober 20185 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd dat 1847 ondernemers een (nadere) motivering
van hun bezwaarschrift(en) hebben ingediend en dat alle bezwaarschriften die zien
op de belastingtijdvakken van de tweede helft 2011 tot en met 2016 voor 1 december
2017 zijn afgedaan.
Reflectie op massaal bezwaar btw-correctie PGA
Terugkijkend op het massale bezwaar btw-correctie PGA constateer ik dat er punten
zijn waaruit valt te leren, maar dat er ook veel goed is gegaan. Hieronder ga ik eerst
in op de leerpunten, daarna ga ik in op hetgeen naar mijn mening goed is gegaan.
Leerpunten
Het massaal bezwaar btw-correctie PGA heeft een aantal leerpunten opgeleverd waarmee
bij een eventueel volgend massaal bezwaar rekening moet worden gehouden. Hieronder
ga ik in op de fase van indiening van de bezwaren, het aanwijzen van de bezwaren als
massaal bezwaar en de fase na de arresten van de Hoge Raad.
Fase van indiening van de bezwaren
Het massaal bezwaar heeft geleerd dat het maken van afspraken over aanlevering een
uiterst belangrijke stap is in het kunnen verwerken van massale bezwaren door de Belastingdienst.
Hierbij is het van belang dat er sluitende afspraken worden gemaakt over het te gebruiken
format en de wijze van aanleveren. Als het massaal indienen van bezwaarschriften ongestructureerd
plaatsvindt bemoeilijkt dat de verwerking en de afdoening. Daarnaast is van belang
dat bezwaarschriften in overeenstemming met de wettelijke vereisten tenminste een
begin van een motivering bevatten, zodat voor de inspecteur duidelijk is welke geschilpunten
aangevoerd worden. In casu had de inspecteur dan slechts die belanghebbenden aan hoeven
te schrijven die het geschilpunt hadden aangevoerd waarop de Belastingdienst in het
ongelijk is gesteld. Van deze belanghebbenden mag aangenomen worden dat zij de onderliggende
gegevens voor het bezwaar op afroep voorhanden hadden. Met deze werkwijze zou de eventuele
schijn dat belanghebbende na lezing van de arresten van de Hoge Raad nog konden bezien
of er nog ruimte was voor het nader aanvullen van geschilpunten voorkomen zijn.
Aanwijzen van de bezwaren als massaal bezwaar
Op 29 maart 2017 zijn de bezwaren btw-correctie PGA aangewezen als massaal bezwaar
en op 21 april 2017 wees de Hoge Raad arrest in de proefprocedures. Hoewel het aanwijzen
als massaal bezwaar formeel tijdig heeft plaatsgevonden, volgden de arresten van de
Hoge Raad slechts enkele weken na de aanwijzing. Overeenkomstig doel en strekking
van de massaalbezwaarregeling zal bij een eventueel volgend massaal bezwaar in een
eerder stadium de aanwijzing als massaal bezwaar moeten plaatsvinden. Dan is er ook
ruimte en tijd om de eventuele vragen die een dergelijke aanwijzing met zich brengt
te beantwoorden en eventuele onduidelijkheden weg te nemen.
Fase na de arresten van de Hoge Raad
Als de inspecteur bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak op een massaal bezwaar
geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, moet de belastingaanslag binnen
6 maanden na de kennisgeving van de collectieve uitspraak verminderd worden. Dit volgt
uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Bij grote aantallen bezwaren is deze
termijn van afdoening voor de Belastingdienst krap. Als voor de afdoening nadere gegevens
nodig zijn, is het van belang dat ondernemers of hun fiscale dienstverleners die gegevens
binnen de gebruikelijke termijn voor het (nader) motiveren van een bezwaarschrift
insturen. Bij het massaal bezwaar btw-correctie PGA is gebleken dat het van belang
is dat het insturen van deze gegevens gestructureerd plaatsvindt. Alleen dan kan de
Belastingdienst deze gegevens snel en juist verwerken. Bij een eventueel volgend massaal
bezwaar verdient het aanbeveling om met belastingplichtigen/fiscale dienstverleners in een vroeg stadium afspraken hierover te maken.
Wat ging goed
Er zijn ook zaken goed gegaan bij het massaal bezwaar btw-correctie PGA. Hieronder
ga ik in op de afspraken die de Belastingdienst heeft gemaakt met fiscale dienstverleners,
de aanwijzing als massaal bezwaar en de afdoening van ruim twee miljoen bezwaarschriften.
Afspraken met fiscale dienstverleners
De Belastingdienst heeft in goede samenspraak met fiscale dienstverleners de rechtsvragen
die zich voordeden vastgesteld en vervolgens deze rechtsvragen in 4 proefprocedures
aan de rechter voorgelegd. Door proefprocedures te voeren en de uitkomst daarvan door
te trekken naar de bezwaren van de andere ondernemers die (tijdig) bezwaar hebben
gemaakt, is voorkomen dat iedere individuele ondernemer zelf een beroepsprocedure
zou moeten starten en dat de rechterlijke macht overstelpt zou worden met procedures
over dezelfde rechtsvragen. Daarnaast heeft het maken van afspraken met fiscale dienstverleners
over de (eenmalige) aanlevering van bezwaarschriften, ervoor gezorgd dat de administratieve
last voor de ondernemers en hun fiscale dienstverleners zo laag mogelijk is gebleven.
Op deze aanpak kijk ik tevreden terug.
Aanwijzing massaal bezwaar
Door het aanwijzen van de bezwaarschriften als massaal bezwaar als bedoeld in artikel
25c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, konden de ruim 2 miljoen bezwaren
efficiënt worden afgehandeld. Mijn verwachting is dat zonder deze aanwijzing de Belastingdienst
grote moeite zou hebben gehad met een snelle afhandeling van alle ingediende bezwaren.
Daardoor zouden ondernemers lang in onzekerheid hebben gezeten over de beslissing
op het ingediende bezwaar en zouden andere werkzaamheden van de Belastingdienst mogelijk
onder druk zijn komen te staan. Door de aanwijzing als massaal bezwaar hebben ondernemers
binnen 6 weken na de arresten van de Hoge Raad duidelijkheid gekregen omtrent hun
ingediende bezwaarschrift(en). Het bezwaarschrift was ofwel ongegrond en daarmee afgehandeld
ofwel de ondernemer kon nog een aanvullende motivering indienen. Ik ben tevreden over
het feit dat kort na de arresten van de Hoge Raad duidelijkheid kon worden gegeven
over wat deze arresten betekenden voor alle ingediende bezwaarschriften.
Afdoening van ruim twee miljoen bezwaarschriften
Tot slot ben ik ook tevreden over het feit dat de Belastingdienst de ruim twee miljoen
bezwaarschriften binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn (6 maanden) heeft
afgehandeld.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën