Brief regering : Eerste voortgangsrapportage programma 'Eén tegen eenzaamheid'
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 282
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2018
In maart 2018 lanceerde ik het Actieprogramma Eén tegen eenzaamheid1; één van de drie programma’s in het Pact voor de ouderenzorg. Het doel van Eén tegen
Eenzaamheid is de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken2. Veel partijen zijn al voortvarend aan de slag eenzaamheid te agenderen en aan te
pakken: 63 gemeenten, met in totaal 7,2 miljoen inwoners, zijn gericht van start met
de lokale aanpak tegen eenzaamheid. Zeker 65 grote landelijke organisaties zijn sinds
september gecommitteerd in de nationale coalitie. In februari breidt dit verder uit.
Het afgelopen kwartaal alleen al hebben ruim 40 initiatieven zich gemeld iets te doen
tegen eenzaamheid. De beweging tegen eenzaamheid is stevig van start.
In voorliggende voortgangsrapportage:
– schets ik kort de contouren van het programma;
– geef ik aan wat sinds de lancering in gang is gezet en wat hiermee is bereikt;
– kondig ik de wetenschappelijke advies commissie aan; en
– geef ik aan hoe uitvoering wordt gegeven aan de motie van de Kamerleden Raemakers
en Kuiken3.
Het actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid
«Eén tegen eenzaamheid» richt zich primair op eenzaamheid onder ouderen van 75 jaar
en ouder. In Nederland voelen meer dan 700.000 van de 1,3 miljoen 75-plussers eenzaam.
In 2030 gaat het om 1,1 miljoen ouderen, als deze trend niet wordt gekeerd. Dit zijn
mensen die aangeven niet bij vrienden terecht te kunnen wanneer ze daar behoefte aan
hebben, die weinig mensen of zelfs niemand hebben met wie ze zich verbonden voelen.
De «overall rapportage sociaal domein»4 van het SCP bevestigde dit onlangs nogmaals. Juist mensen die afhankelijk zijn van
(Wmo)-zorg blijken ernstig eenzaam te zijn. Het ontbreken van een sociaal netwerk, zou een plausibele verklaring
kunnen zijn.
Dat zoveel ouderen eenzaam zijn, heeft verschillende oorzaken. Ze hebben steeds vaker
te maken met allerlei verlieservaringen, het wegvallen van een partner, van vrienden
en familie. Verlies van mobiliteit en gezondheid (zoals gehoor en zichtvermogen) komen
daar bij, wat de spontaniteit om even bij iemand langs te gaan, weg kan nemen. Dit
zijn geen zaken die zich laten vervangen en compenseren. Het komt neer op de kunst
om ermee om te kunnen gaan als ouderen, als kinderen en als hele samenleving. Veranderingen
door de tijd – zoals kleinere gezinnen, fysiek grotere afstanden tussen kinderen en
hun ouders, vergaande digitalisering, een langere periode na het werkzame leven maar
ook in zekere mate de «doe-het-zelf» cultuur – maken het ingewikkelder compensatie
te vinden in deze verlieservaringen. Het doorbreken van iemands eenzaamheid is daarom
niet eenvoudig, dat gebeurt dicht bij de persoon zelf, vanuit nabijheid van mensen,
met compassie en inleving.
Landelijke en lokale coalities tegen eenzaamheid zijn de motoren die de beweging op
gang brengen om dit te bereiken. Het programma kent twee actielijnen:
Actielijn 1 signaleren en bespreekbaar maken
Deze lijn is gericht op het bespreekbaar maken van eenzaamheid. Het taboe moet doorbroken
worden. Het kunnen herkennen en erkennen van eenzaamheid, ook als kapper of buschauffeur,
en weten waar je met signalen en zorgen over eenzaamheid terecht kan, in elke gemeente
en wijk is wat ik ambieer.
Actielijn 2 doorbreken en duurzaam aanpakken
Het kunnen doorbreken van eenzaamheid vraagt om meer effectieve interventies die echt
impact hebben. Dit moet gebeuren dicht bij de mensen in buurten en wijken, winkels
en verenigingen. De aanpak kan per gemeente en wijk verschillen. Leren wat werkt en
stimuleren van (nieuwe) interventies met impact, is wat we hier doen.
Het programma heeft een looptijd van drie jaar, verdeeld in vier fasen. De fases van
planvorming (1e kwartaal 2018) en opbouw (2e t/m 4e kwartaal 2018) zijn gereed. De afgelopen periode (programmafase 1) was gericht op
de opbouw en inrichting van het programma: de start en het aanjagen van de nationale
en de lokale coalities, het inrichten van de wetenschappelijke commissie en het vormgeven
van het centrum tegen eenzaamheid.
Acties en resultaten
1. Bewustwordingscampagne
De publiekscampagne op radio en televisie is in september gestart en wordt in de maand
december herhaald. De campagne is gericht op de omstanders met als boodschap: iedereen
kan iets doen tegen eenzaamheid. Op de website www.eentegeneenzaamheid.nl staan al ruim 40 initiatieven om mensen te inspireren wat zij kunnen doen. Ook is
hier informatie te vinden over het signaleren van eenzaamheid en wat een gemeente
of een bedrijf kan doen als zij mee willen doen in de aanpak tegen eenzaamheid. Het
campagne-effect onderzoek wordt in januari uitgevoerd.
Het inzicht en de betrokkenheid van ouderen bij het bespreekbaar maken van eenzaamheid
is essentieel om de juiste snaar te kunnen raken. Ik heb de Raad van Ouderen, die
geïnstalleerd is in het kader van het Pact voor de ouderenzorg5 gevraagd mij te adviseren over de vraag: hoe kan eenzaamheid het best bespreekbaar
gemaakt worden? Met het advies ga ik aan de slag in de verdere opbouw van de campagne.
2. Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid
De Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid is van start gegaan. Tal van instellingen,
bedrijven en organisaties die met ouderen in contact komen, hebben zich aangesloten
en er komen er steeds meer bij. Op de eerste bijeenkomst op 26 september 2018 waren
al 65 landelijke bedrijven en organisaties present.
De Nationale Coalitie is een publiek-private beweging die het voortouw neemt bij het
doorbreken van de trend van eenzaamheid onder ouderen. Deelnemers leveren een bijdrage
aan de vermindering van eenzaamheid onder ouderen; ieder vanuit de eigen core business.
De deelnemers worden uitgedaagd om te komen tot uitdagende, onorthodoxe, praktische
activiteiten, onverwachte samenwerkingen en het creëren van kruisverbanden. De deelnemers
worden gegroepeerd rond thema’s gelieerd aan eenzaamheid zoals: vitaliteit, contact,
zingeving, technologie en armoede.
Een criterium voor deelname is dat de deelnemers in het hele land actief zijn en/of
een landelijke uitstraling hebben waardoor ouderen uit het hele land hun vestigingen
bezoeken. Daarnaast is van belang dat medewerkers en vrijwilligers van de deelnemers
in contact komen met ouderen. Zo organiseert een grote supermarktketen lunches voor
oudere buurtbewoners in supermarkten en heeft een gerenommeerd landelijk museum een
speciaal programma voor 70-plussers. Verschillende omroepen hebben komend jaar in
hun programmering aandacht voor het bespreekbaar maken van eenzaamheid. Medewerkers
in winkels en apotheken worden getraind om eenzaamheid te kunnen signaleren en kennen
het netwerk van organisaties waar ze de oudere mee kunnen verbinden.
De beweging op nationaal niveau met de Nationale Coalitie en de beweging op lokaal
niveau met de lokale coalities versterken elkaar. Landelijke partijen doen lokaal
mee met hun eigen vestiging(en).
3. Lokale coalities
Het doorbreken van eenzaamheid leeft lokaal. Zo is het onderwerp eenzaamheid in 210
van de 306 onderzochte coalitieakkoorden van gemeenten opgenomen. Om de lokale politiek
verder in beweging te krijgen zijn de ambassadeurs op pad langs gemeenten om de vorming
van lokale coalities tegen eenzaamheid aan te zwengelen. Zij merken dat het enthousiasme
onder lokale bestuurders groot is en dat wethouders vaak al actief aan de slag zijn
eenzaamheid te bespreken en aan te pakken. Het programma komt op het goede moment
en wordt stevig omarmd om samen echt het verschil te maken in het doorbreken van eenzaamheid.
Inmiddels hebben 63 gemeenten (waar in totaal zo’n 7,2 miljoen mensen wonen) zich
aangesloten bij het programma Eén tegen Eenzaamheid. VWS heeft adviseurs beschikbaar
om samen met deze lokale partijen die een bijdrage willen leveren in de strijd tegen
eenzaamheid aan de gang te gaan om beweging, vernieuwing en verbreding te krijgen
in de lokale coalities.
4. Decentralisatieuitkering versnelling lokale aanpak eenzaamheid
In 2018 ontvingen 16 gemeenten, per decembercirculaire, een decentralisatieuitkering
(totaal € 3,5 mln) voor het aanpakken van eenzaamheid. Het gaat hier om gemeenten
waar, op basis van de gegevens van het RIVM, het probleem rond eenzaamheid bij ouderen
het grootst is. Al deze gemeenten hebben aangegeven zich aan te sluiten bij Eén tegen
Eenzaamheid. Hiermee versnellen we de lokale aanpak op plaatsen waar het probleem
het grootst is. In deze gemeenten richten we een lerende praktijk in als die er nog
niet is, zodat andere gemeenten hier van kunnen leren.
5. Risico op eenzaamheid in buurt en wijk in kaart
Het RIVM heeft, in opdracht van VWS, de kaart van Nederland uitgetekend met de mate
van eenzaamheid onder 75-plussers in buurt en wijk van iedere gemeente in Nederland.
Dit is een cruciaal startpunt voor gemeenten om hun acties gericht in te zetten. De
kaarten laten helder zien in welke wijk een aanpak gericht op eenzaamheid het meest
urgent is.
Daaraan gekoppeld zijn in enkele steden pilots gestart die naast deze wijkanalyse
op het gebied van eenzaamheid, ook een kaart maken van het aanbod dat zij hebben.
Dit biedt deze gemeenten een belangrijk inzicht of zij in de wijk wel de juiste, effectieve
en op de juiste doelgroep gerichte ondersteuning aanbieden.
6. Instrumenten
Er zijn verschillende instrumenten die gemeenten en andere organisaties kunnen helpen
bij een effectieve lokale aanpak tegen eenzaamheid samengebracht in een toolkit. Deze
toolkit is op de website www.eentegeneenzaamheid.nl/mijn-gemeente/ beschikbaar is gesteld. Daarnaast kunnen gemeenten gebruik maken van door VWS beschikbaar
gesteld adviseurs die kunnen helpen deze toolkit lokaal goed in te zetten.
De toolkit wordt gedurende het programma steeds verder gevuld met nieuwe (praktijk)kennis
uit pilots en lerende praktijken. Op dit moment zijn onder meer beschikbaar:
• Handreiking «Jaarlijks bezoek aan 75-plussers»
Achter de voordeur komen om geïsoleerde ouderen de drempel over te helpen, vind ik
een belangrijke methode om eenzaamheid te doorbreken. Dit kan op veel verschillende
manieren. Bijvoorbeeld in Vlijmen, waar de stichting «alles voor mekaar» door simpele
praktische hulp te bieden, bij ouderen over de vloer komt. De directe buren worden
daarbij betrokken en zo wordt het netwerk van eenzame ouderen heel concreet gemaakt.
In Rotterdam is veel ervaring opgedaan met huisbezoeken bij 75-plussers. Deze werkwijze
is begeleid met onderzoek. In de handreiking staan de «lessons learned» en praktische
handzame producten zoals een privacy protocol, zodat andere gemeenten dit met goede
kennis ook kunnen invoeren.
• Infrastructuur om een (lokaal) meldpunt in te richten
VWS stelt de in Rotterdam ontwikkelde infrastructuur beschikbaar aan gemeenten om
een digitaal meldpunt in te richten via «meldisolement.nl». Onlangs is gemeente Den
Haag hierop aangesloten. Buschauffeurs, de buurtsupermarkt, kappers, iedereen kan
op een laagdrempelige manier aan de bel trekken. Veel meer gemeenten hebben interesse
in dit meldpunt.
• Verbetersessies voor lokale initiatieven
Movisie heeft een «Wat Werkt»-dossier gemaakt met do’s and don’ts in het aanpakken
van eenzaamheid onder ouderen, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Om dit te
vertalen naar de praktijk worden bij enkele initiatieven «verbeter-sessies» ingezet
om ze werkende weg doelgerichter te maken.
• Verbinding jong en oud
In het magazine «Een nieuwe morgen» van documentairemaker eenvandejongens zijn tips en adviezen over betekenisvol contact tussen jong en oud gebundeld. Daarnaast
is een spel «Open Kaart» ontwikkeld die het omgaan met de andere generatie overbrugd.
Met deze materialen wordt in het land sessies georganiseerd om dit gesprek op gang
te brengen.
7. De landelijke luisterlijn: een luisterend oor, 24 uur per dag
VWS financiert weer rechtstreeks een telefoon-, mail- en chatdienst waar mensen anoniem
24 uur per dag terecht kunnen voor een luisterend oor: de Luisterlijn. Deze Luisterlijn
is een voortzetting van Sensoor Nederland samen met de hulplijnen van de G4 steden.
Het is een landelijk opererende organisatie met 30 vestigingen. Per jaar nemen ongeveer
280.000 mensen contact op met deze dienst. Gemeenten kunnen deze dienst een lokale
inbedding geven door het te koppelen aan hun sociale kaart. Op 12 december jl. heeft
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix de naam – de Luisterlijn – bekend gemaakt.
8. Week tegen Eenzaamheid
De Week tegen Eenzaamheid, opgezet door Coalitie Erbij, zet ik voort. Dit jaar organiseerde
Coalitie Erbij de week voor de laatste keer en het was een groot succes. Heel veel
organisaties, vrijwilligers, gemeenten zetten zich in deze week in voor een ander.
Het zijn mooie initiatieven die ervoor zorgen dat er een week lang extra aandacht
is voor eenzaamheid. Zo waren in minimaal 234 gemeenten één of meerdere activiteiten
in het kader van de Week tegen Eenzaamheid. En hebben bijna 500 organisatoren materiaal
besteld voor lokale KomErbij festivals waarbij ongeveer 40.000 personen betrokken
waren.
Wetenschappelijke Advies Commissie
Eenzaamheid is een complex vraagstuk. Waar komt het door? Waarom zijn er bij de een
wel verstrekkende gevolgen en bij de ander niet? En welke maatschappelijke ontwikkelingen
liggen er aan ten grondslag? Willen we een trendbreuk bij het vóórkomen van eenzaamheid
realiseren, dan is meer kennis hierover cruciaal. Kennis uit de wetenschap en kennis
uit de praktijk. Daarom heb ik een Wetenschappelijke Advies Commissie (WAC) ingesteld6. Deze commissie heeft tot taak:
a) Het voeden van de lokale en landelijke coalities van het actieprogramma met kennis
en inzichten door kennis over eenzaamheid samen te brengen en in te brengen bij de
landelijke en lokale coalities. Daarnaast door het programmeren van onderzoek: de
kennisbehoefte uit de praktijk en de wetenschap bundelen en op basis daarvan een onderzoekagenda
opstellen. Deze wordt jaarlijks geactualiseerd.
b) Landelijke en lokale coalities adviseren over de monitoring van de effectiviteit van
het programma door middel van jaarlijkse meting van proces- en uitkomstindicatoren.
Het eerste advies van de WAC komt binnenkort uit. Ik stuur het u toe met mijn reactie.
Het eerste advies is gericht op het monitoren van het programma. Welke indicatoren
geven inzicht in de mate waarin de acties uit het programma effect hebben op het verminderen
van eenzaamheid in de samenleving? En hoe monitor je de prevalentie van eenzaamheid
op een goede manier?
De WAC is daarnaast opgericht om het veld verder te helpen om eenzaamheid effectief
aan te pakken, door het bundelen van kennis en door potentieel effectieve interventies
te onderzoeken. Het tweede advies van de WAC gaat over het inrichten van een kennisprogramma
om meer kennis en kunde te vergaren over eenzaamheid en de aanpak hiervan.
Motie van de Kamerleden Raemakers en Kuiken
De leden Raemakers en Kuiken dienden bij de begrotingsbehandeling 2019 een motie in
die de regering verzoekt landelijke initiatieven en ondersteuning voor een effectieve
aanpak onder ouderen, zoals uit het actieprogramma Een tegen Eenzaamheid, ook in te
zetten voor de aanpak van eenzaamheid onder jongeren.
De focus van het actieprogramma, onderdeel van het Pact voor de ouderenzorg, blijft
gericht op 75 jaar en ouder, vooral wat betreft de publiekscampagne en de monitoring
van het actieprogramma. De reden hiervoor is dat de urgentie onder deze doelgroep
het grootst is. Ook de opeenvolgende verlieservaringen van ouderen maken dat de oorzaak
van eenzaamheid een heel andere is dan bij jongeren. Bij jongeren gaat eenzaamheid
vaak gepaard met psychische, verstandelijke, school gerelateerde of financiële oorzaken.
De ondersteuning van de lokale aanpak van eenzaamheid, kan echter ook van grote betekenis
voor jongeren zijn. Op deze wijze geef ik uitvoering aan de motie:
• In het hele land wordt gewerkt om «eenzaamheid» op de agenda te krijgen. Deze beweging
gaat over het meer in contact komen met elkaar, het goede gesprek voeren. Dat geldt
voor jongeren en ouderen.
• De vijf pijlers van de aanpak, die een basis vormen van een duurzame lokale aanpak,
zijn ook relevant voor een aanpak gericht op jongeren. Ik laat een vertaalslag maken
van de vijf pijlers om ze ook voor jongeren(organisaties) aanspreekbaar te maken.
• De lokale coalities tegen eenzaamheid kunnen worden samengesteld met partijen voor
jong en oud.
• De maatschappelijke diensttijd activeert jongeren om vrijwilliger te worden.
• Eerder in deze brief heb ik al aangegeven de kennis en het netwerk van de Coalitie
Erbij over te nemen. De Coalitie Erbij heeft de afgelopen 10 jaar ook over eenzaamheid
onder jongeren kennis vergaard. Dit blijft beschikbaar via het programma.
Gemeenten zijn niet alleen verantwoordelijk voor de Wmo, maar ook voor de jeugdhulp
en preventie gericht op jeugd. Ervaringen en lessen die nu worden getrokken uit de
activiteiten in het kader van de aanpak van eenzaamheid onder 75-plussers zijn mogelijk
goed bruikbaar tevens te benutten binnen het lokale jeugdbeleid dat gemeenten bieden.
Tot slot
Coalitie Erbij heeft sinds 2008 goed werk verricht in het agenderen van eenzaamheid
in Nederland. Op 4 december 2018 heeft de stichting Coalitie Erbij besloten te stoppen
met haar activiteiten en de taken en kennis en kunde, zoals de Week tegen Eenzaamheid,
over te dragen aan het programma Eén tegen Eenzaamheid. Ik ben Coalitie Erbij zeer
erkentelijk voor wat zij de afgelopen jaren gedaan heeft. De betrokken partijen gaan
verder in de Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid.
Met enthousiasme zijn veel partijen samen gaan werken om de stijging van het aantal
eenzame ouderen tegen te gaan. De beweging die in gang is gezet zetten we de komende
periode met verve voort.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport