Brief regering : Verslag JBZ-Raad van 6 en 7 december 2018 te Brussel
32 317 JBZ-Raad
Nr. 532
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE
STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2018
Hierbij bieden wij u het verslag aan van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken van 6 en 7 december 2018 te Brussel.
Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om uw Kamer aanvullend te informeren over
het gesprek tussen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en zijn Griekse
collega. Zoals toegezegd tijdens het AO JBZ-Raad (Asiel- en Migratiedeel) op 5 december
jl. voorafgaand aan deze Raad, heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
zijn Griekse collega aangesproken op de situatie op de Griekse eilanden. Daarbij was
ook Commissaris Avramopoulos aanwezig. Staatssecretaris Harbers heeft aangedrongen
op het versnellen van de asielprocedures, meer terugkeer en humane opvangomstandigheden.
Het is van belang dat er een structurele oplossing komt voor deze situatie. Nederland
zal Griekenland daarbij blijven ondersteunen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 6 en 7 december
2018 te Brussel
Belangrijkste resultaten
Immigratie en Asiel
Voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening
Het Voorzitterschap lichtte het voorstel over de herziening van de Europese Grens-
en Kustwacht Verordening toe, waarbij sprake was van unanimiteit met betrekking tot
de deelakkoorden over terugkeer en derde landen. De discussie in de Raad richtte zich
met name op het punt van het staande corps, waarover enkele lidstaten zich positief uitlieten, maar waarvan een groter aantal
andere lidstaten, waaronder Nederland, een nadere onderbouwing wensen. Ook werden
er door lidstaten zorgen geuit over soevereiniteitskwesties.
Voorstel herziening Terugkeerrichtlijn
Het Voorzitterschap lichtte kort het voorstel voor herziening van de Terugkeerrichtlijn
toe, waarna het voortgangsrapport van de herziening van de Terugkeerrichtlijn werd
besproken. De lidstaten waren overwegend positief over de richting en voortgang van
de onderhandelingen. Door een aantal lidstaten werd om aandacht gevraagd voor duurzame
samenwerking met derde landen. De meningen van een aantal lidstaten over de opportuniteit
van een verplichte dan wel een optionele grensprocedure liepen uiteen.
Strijd tegen mensensmokkel netwerken: omvattende en operationele maatregelen
Het Voorzitterschap gaf een toelichting op het door het Voorzitterschap verspreide
document en benadrukte het belang van samenwerking met derde landen en de snelle (gedwongen)
terugkeer van gesmokkelde personen voor de strijd tegen mensensmokkel. De Raad stemde
in met de maatregelen.
Lunchbespreking Comprehensive approach on Migration: state of play
Het Voorzitterschap lichtte zijn voorstel toe met een uitwerking van solidariteit
parallel aan de Dublin-onderhandelingen. Twee lidstaten legden een gerelateerd voorstel
op tafel waarin eveneens de mogelijkheid wordt geschapen voor verschillende vormen
van solidariteit mits een voldoende grote groep lidstaten deelneemt aan verplichte
herplaatsing. Dit wordt in het voorstel gerelateerd aan gecontroleerde centra, de
grensprocedure en een permanente verantwoordelijkheid van acht jaar. Het Voorzitterschap
concludeerde dat er voldoende steun leek te zijn voor een gemeenschappelijke benadering
en zei verdere sturing te willen vragen van de Europese Raad op basis van haar voorstel.
Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap
Verordening ter voorkoming van de verspreiding van online terroristische inhoud
De meerderheid van de lidstaten kon zich vinden in het bereikte compromis dat de basis
vormt voor de te starten triloog met het Europees Parlement. Een kleine groep lidstaten
waaronder Nederland, hebben de voorgestelde algemene oriëntatie niet gesteund.
Afgezien van de lidstaten die zich niet konden vinden in het compromis, hebben verschillende
andere lidstaten ook kritische kanttekeningen bij het compromis geplaatst.
Het inkomende Roemeense Voorzitterschap heeft aangekondigd alles in het werk te zullen
stellen om de onderhandelingen over de verordening af te ronden tijdens de huidige
zittingsperiode van het Europees Parlement.
Verordening betreffende Europese bevelen tot verstrekking en tot bewaring van elektronisch
bewijsmateriaal (e-evidence)
Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad heeft ingestemd met de algemene oriëntatie.
Het Voorzitterschap stelde vast dat ondanks de bereikte gekwalificeerde meerderheid,
verschillende lidstaten belangrijke zorgen hebben. Bijna alle lidstaten die net als
Nederland een brief hebben geschreven aan Commissaris Jourová en de voorzitter van
de JBZ-Raad1 om zich tegen het voorgestelde compromis te verzetten hebben tijdens de Raad geen
steun verleend aan de algemene oriëntatie. Nederland riep op tot een horizontale bespreking
over de balans tussen de opsporingsbelangen en het respect voor fundamentele rechten
en belangen van nationale veiligheid op een toekomstige JBZ-Raad. Het Voorzitterschap
hoopte dat de lidstaten die nu niet kunnen instemmen met de algemene oriëntatie dat
na de triloog met het Europees Parlement alsnog kunnen doen. Het Voorzitterschap concludeerde
dat de Raad heeft ingestemd met de algemene oriëntatie.
Verordening Brussel IIbis
Tijdens de JBZ-Raad is een algemene oriëntatie op het voorstel aangenomen. Verbeteringen
betreffen onder andere de aanpak van een intra-EU kind ontvoering en de plaatsing
en het horen van het kind. Het inkomende Roemeense Voorzitterschap zal de laatste
technische aspecten zo spoedig mogelijk ter hand nemen.
Wederzijdse erkenning in strafzaken – Raadsconclusies
De Raadsconclusies over wederzijdse erkenning in strafzaken zijn tijdens de JBZ-Raad
aangenomen. Deze Raadsconclusies strekken ertoe de wederzijdse erkenning, zoals deze
thans plaatsvindt, en het wederzijds vertrouwen te verbeteren.
I. Gemengd Comité
Gemengd Comité
1. Voorstel herziening Europese Grens- en Kustwacht Verordening
= Beleidsdebat
Het Voorzitterschap leidde het agendapunt in. De Commissie lichtte het voorstel toe
en benadrukte de noodzaak tot personeelsuitbreiding ten behoeve van de nieuwe taken
van de Europese Grens- en Kustwacht.
De Raad stemde unaniem in met het deelakkoord voor terugkeer en derde landen. Italië
zal, met steun van een tweetal lidstaten, bij de notulen een verklaring afleggen met
de strekking dat de verplichte notificatie voor lidstaten bij de Commissie van afspraken
met derde landen alleen dient plaats te vinden bij akkoord van het betreffende derde
land. De discussie over de overige aspecten van het voorstel richtte zich met name
op het punt van het staande corps. Een groot aantal lidstaten wees op mogelijke capaciteitsproblemen en vroeg de Commissie
om een nadere onderbouwing van het voorgestelde aantal grenswachters.
Nederland behoorde tot deze groep en meldde dat het in het Strategisch Comité Immigratie,
Grenzen en Asiel voorgelegde compromisvoorstel van het Voorzitterschap een stap in
de juiste richting is, maar nog wel verdere onderbouwing behoeft. Naar aanleiding
van het deelakkoord pleitte Nederland voor verdere discussie op andere elementen,
waaronder de financiële component. Daarnaast is het belangrijk dat de bestuursstructuur
aansluit op de versterking van het mandaat en het budget.
Door een aantal lidstaten werd zorgen geuit over soevereiniteitsaspecten. Verder legden
enkele lidstaten het verband tussen versterking van de buitengrens en opheffing van
de binnengrenzen.
De Commissie wees op het belang van afronding van de onderhandelingen voor de Europese
verkiezingen. De Commissie zei de bezwaren van lidstaten vanwege voorziene capaciteitsproblemen
niet te delen, gezien de financiering die hier tegenover zou staan. Evenmin zag de
Commissie soevereiniteitsproblemen, omdat voor alle besluiten de instemming van de
lidstaten nodig zou blijven.
2. Terugkeer richtlijn (herziening)
= Voortgangsrapportage
Het Voorzitterschap lichtte het voorstel tot de herziening van de Terugkeerrichtlijn
toe en sprak de ambitie uit om voor het eind van de Voorzitterschapsperiode de nodige
voortgang te boeken. De Commissie zei dat het voorstel zorgt voor een betere link
met asiel, onttrekking harmoniseert en nadruk legt op het tegengaan van secundaire
migratie. De Commissie zei de grensprocedure te zien als kernelement van het voorstel,
bovendien is Commissie voorstander van een verplichtende procedure.
Tijdens de bespreking van het voortgangsrapport steunden veel lidstaten de richting
waarin de onderhandelingen zich bewegen en toonden zich positief over de geboekte
voortgang. Een aantal lidstaten onderstreepte het belang van samenwerking met derde
landen.
Nederland bepleitte met een substantiële groep andere lidstaten een geharmoniseerde
grensprocedure, terwijl andere, meer zuidelijke, lidstaten juist een optionele grensprocedure
wensten. Nederland benadrukte dat er een effectief rechtsmiddel moet zijn, ook in
de grensprocedure. Nederland pleitte voor verdere harmonisatie van deze rechtsmiddelen,
waarbij het enigszins flexibel kan zijn hoe lidstaten dit nationaal inrichten. Tot
slot meldde Nederland voorstander te zijn van een meer geharmoniseerde grensprocedure.
Dit geeft de meest effectieve mogelijkheid om echte asielzoekers van illegale migranten
te onderscheiden die spoedigst moeten worden teruggestuurd. Een dergelijke procedure
gaat secundaire migratie tegen. Nederland erkende daarbij dat lidstaten met externe
groene en blauwe grenzen meer ondersteuning nodig hebben en moedigde solidariteit
aan. Het artikel over rechtsmiddelen zou volgens enkele lidstaten enige flexibiliteit
moeten bieden om tegemoet te komen aan de verschillende nationale systemen.
De Commissie benadrukte ook bij dit dossier het belang van spoedige voortgang met
het oog op de Europese verkiezingen.
II. Immigratie en Asiel
Raad wetgevende besprekingen
3. Voorstel Herziening Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel
a) Dublin Verordening
b) Richtlijn opvangvoorzieningen
c) Kwalificatie verordening
d) Asielprocedure verordening
e) Eurodac verordening
f) Verordening Asielagentschap
g) Verordening Hervestigingskader
= Voortgangsrapportages
Het Voorzitterschap schoof dit agendapunt door naar de lunchbespreking. Als reden
voor het niet besluiten tot voldoende steun voor nieuwe compromisvoorstellen voor
de triloog over de Hervestigingsverordening, de Opvangrichtlijn en de Kwalificatieverordening
– ondanks een gekwalificeerde meerderheid in Coreper – noemde het Voorzitterschap
zijn streven naar consensus. Voor wat betreft de grensprocedure wordt er nog onderhandeld
op technisch niveau. De tour langs de hoofdsteden had volgens het Voorzitterschap
geen consensus aangaande verplichte herplaatsing opgeleverd. De Commissie gaf aan
dat de externe dimensie is verbeterd door samenwerking met derde landen en dat de
grensbewaking is verbeterd door het nieuwe mandaat van Frontex. Het is nu zaak verbetering
op de interne dimensie te realiseren.
Nederland wees op het voortduren van het probleem van secundaire migratie en benadrukte
het belang van een hervormd Dublin, inclusief verplichte herplaatsing en een geharmoniseerde
grensprocedure.
4. Werklunch dag 1 met als thema Comprehensive approach on Migration: state of play
Het Voorzitterschap leidde in met de constatering dat terugkeer naar derde landen
de druk op die landen kan vergroten en dat gecontroleerde centra juist een belangrijke
bijdrage kunnen leveren aan het controleren van die druk.
Het Voorzitterschap wenst illegale migratie te voorkomen door een nieuw door het Voorzitterschap
voorgestelde mechanisme voor solidariteit en verantwoordelijkheid. Elementen: regionale
solidariteitsplannen, vast te stellen door de Raad voor een specifieke periode; verplichte
solidariteit voor iedere lidstaat; op basis van opties die vallen binnen vooraf vastgestelde doelen. Parallel zou moeten worden gewerkt aan het voorstel voor een nieuwe
Dublin-Verordening inclusief vrijwillige herplaatsing.
De Commissie zei optimistisch te zijn gestemd over een mogelijke oplossing aangezien
de gedetecteerde instroomcijfers lager zijn dan in 2014. Tegelijkertijd is het hoog
tijd dat snel voortgang met de GEAS hervorming wordt geboekt. De elementen in Dublin
moeten gebalanceerd zijn, met gelijkwaardige solidariteitsbijdragen. Er moet ook een
veiligheidsnet worden ingebouwd in geval van onvoldoende toezeggingen voor herplaatsing.
Tijdens de lunch legde een tweetal lidstaten een voorstel op tafel waarin verschillende
vormen van solidariteit mogelijk zijn mits een voldoende grote groep lidstaten deelneemt
aan herplaatsing. Dit werd in het voorstel gelinkt aan gecontroleerde centra, de grensprocedure
en een stabiele verantwoordelijkheid van ongeveer acht jaar. Uit de interventies van
de verschillende lidstaten bleek dat de wens om spoedig voortgang te bereiken op de
alomvattende aanpak breed wordt gedeeld, maar dat de visies hoe dit te realiseren
uiteen lopen.
Nederland benadrukte dat de EU nog steeds niet crisis resistent is. GEAS hervorming
moet het mogelijk maken de grootste bron van instroom in Nederland, secundaire migratie,
aan te pakken. De aanhoudende instroom in Nederland bevestigt het probleem van secundaire
migratie, waaronder het fenomeen van «asielshoppen». Veel asielzoekers en migranten
reizen vanuit de lidstaten van eerste aankomst direct dan wel na enige tijd door naar
met name de Noordwestelijke EU lidstaten. Gedurende het resterende mandaat van de
Commissie Juncker moet zo veel mogelijk voortgang worden geboekt om dit te reguleren.
Met name een hervormd Dublin en de grensprocedure voor asiel en terugkeer moeten leiden
tot meer controle op de instroom. Bij ontstentenis van voortgang is Nederland eventueel
bereid om naar een tijdelijke oplossing te kijken maar dit kan slechts een opstap
zijn naar een voorspelbaar, wettelijk raamwerk. Ook een tijdelijke oplossing kan alleen
maar inclusief een element van verplichte herplaatsing. Alleen dan is er de garantie
dat juist in tijden van crisis solidariteit zal worden geboden.
Het Voorzitterschap concludeerde dat lidstaten steeds meer eensgezind zijn over de
interpretatie van het probleem, maar dat voor de oplossing sturing van de Europese
Raad nodig is.
5. Strijd tegen mensensmokkel netwerken: omvattende en operationele maatregelen
= Instemming
Het Voorzitterschap gaf een toelichting op het voorliggende document en benadrukte
samen met de Commissie, Europol, EDEO en Frontex het belang van de bestrijding van
mensensmokkel. De Europese Raad had in oktober jl. verzocht om een effectievere aanpak
en hiertoe moest de Raad voor eind van dit jaar een set van operationele maatregelen
uitwerken. De maatregelen betreffen onder andere de versterking van de posities van
Europol en Eurojust zodat ze lidstaten beter kunnen ondersteunen in hun aanpak van
mensensmokkel. De maatregelen moeten ook de samenwerking en informatie-uitwisseling
tussen de lidstaten en met derde landen bevorderen.
Europol stelde dat er bij de handhaving gekeken moet worden naar herkomstlanden en
de wijze waarop informatievergaring via het Information Clearing House (ICH) in de
betreffende landen een bijdrage kan leveren. Europol liet zich positief uit over de
vestiging van regionale operationele platforms, zoals het Joint Operational Office
(JOO) in Wenen. Frontex legde de nadruk op de relevantie van documentfraudebestrijding,
waarmee het sinds 1 februari dit jaar is begonnen. Tot slot benadrukte de EDEO het
belang van goede samenwerking met derde landen langs de gehele smokkelroute.
De JBZ-Raad stemde in met de set aan operationele maatregelen die moet bijdragen aan
de effectieve aanpak van mensensmokkel.
6. Justitie en Binnenlandse Zaken: prioriteiten voor het komende Meerjarig Financieel
Kader (MFK)
= Beleidsdebat
Het doel van de bespreking voor het Voorzitterschap was om van gedachten te wisselen
over de inhoudelijke prioriteiten met inbegrip van de agentschappen op JBZ-terrein,
die gefinancierd worden via de JBZ-fondsen. De bespreking heeft weinig nieuwe inzichten
opgeleverd.
De Commissie benadrukte dat het voorziene ambitieuze tijdspad en ambitieniveau moet
worden vastgehouden. De Commissie pleitte ook voor continuering van de goede samenwerking
met agentschappen om prioriteiten zoals grensbewaking en veiligheid te verwezenlijken.
Ook benadrukte de Commissie het belang van een goede coördinatie tussen de interne
en externe (EU) fondsen ten aanzien van de externe dimensie van migratie.
Alle aanwezige agentschappen (EASO, Frontex, eu-Lisa, Europol, CEPOL, EMCDDA en Eurojust)
pleitten voor voldoende middelen om prioriteiten te kunnen realiseren. Ook toonden
de agentschappen zich bereid kennis en ervaring te delen met de lidstaten.
De lidstaten hebben verschillende aspecten ten aanzien van de prioritering benadrukt.
Een aantal lidstaten gaf aan dat de flexibiliteit van de fondsen van belang is, en
vroeg aandacht voor de verdere ontwikkeling van de externe dimensie.
Nederland onderstreepte ook het belang van het voorzien in voldoende middelen voor
de externe dimensie in de JBZ-fondsen, terwijl tegelijkertijd moet worden gezorgd
voor flexibiliteit en ervoor moet worden gezorgd dat er voldoende middelen beschikbaar
zijn voor de andere beoogde doeleinden. Nederland benadrukte dat het noodzakelijk
is te zorgen voor een sterke bestuursstructuur en coördinatie tussen alle verschillende
EU-instrumenten die de externe dimensie bestrijken. Naast het fonds voor asiel, migratie
en integratie (AMF), het fonds voor interne veiligheid (ISF), en het instrument voor
grensbeheer en visa (BMV), moet ook rekening worden gehouden met de migratiecomponent
van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking
(NDICI) voor de externe dimensie. Een dergelijke coördinerende rol zou binnen de Raad
moeten liggen. Het Voorzitterschap gaf aan de opgebrachte punten mee te zullen nemen.
7. Diversen
a) Regionaal ministerieel forum over het tegengaan van interne corruptie (Sofia, 26–27 november)
= Informatie van Bulgarije
Bulgarije deed verslag van het regionaal forum over de strijd tegen corruptie bij
ambtenaren. De deelnemende landen Bulgarije, Griekenland, Roemenië en de Wereldbank
en vertegenwoordigers van het EU corruptienetwerk, onderschreven de strijd tegen corruptie
als gemeenschappelijke prioriteit en als essentieel voor de regionale stabiliteit.
b) EU–VS Ministeriële bijeenkomst (Washington, 8–9 november 2018)
= Informatie van het Voorzitterschap
Het Voorzitterschap deed verslag van de EU–VS ministeriële bijeenkomst in Washington.
Er is gesproken over samenwerking op het vlak van interne veiligheid, onder andere
terrorismebestrijding, grenzen en drugshandel. Er zijn enkele aspecten benoemd waarop
samenwerking van groot belang is, zoals onderzoek naar het dark web, bestrijding van
drugshandel en de bestrijding van mensensmokkel.
c) High Level Conferentie «European values, rule of law, security» (Wenen, 19–20 November
2018)
= Informatie van het Voorzitterschap
Het Voorzitterschap deed verslag van de conferentie over Europese waarden, veiligheid
en rechtsstaat. De lidstaten zullen op een later moment aanvullende informatie over
het inhoudelijk verloop van de conferentie ontvangen.
d) Wenen proces
= Resultaten en vervolg
Het doel van het Oostenrijks Voorzitterschap bij dit agendapunt was om toe te lichten
hoe zij het terrein van de interne veiligheid extra prioriteit hebben gegeven tijdens
hun Voorzitterschap. Oostenrijk toonde zich tevreden met de aanname van de verklaring
tegen antisemitisme tijdens deze JBZ-Raad 2 en de overeenstemming over de strijd tegen mensensmokkel netwerken. Het Voorzitterschap
overhandigde een compendium getiteld «Programma van Wenen» aan de aankomend voorzitter
Roemenië.
e) Werkprogramma inkomend Voorzitterschap
= Informatie door Roemenië
Roemenië dankte de JBZ-Raad voor de eer om de prioriteiten op het terrein van Binnenlandse
Zaken toe te lichten. Roemenië gaf aan realistisch en ambitieus te willen zijn. Roemenië
wil graag een grote bijdrage leveren aan alle EU dossiers. Succes is daarbij afhankelijk
van de inzet van de JBZ-Raad, Europees Parlement en de Commissie. Aandacht zal onder
andere gaan naar versterking van interne veiligheid, buitengrenzen, volledige functionaliteit
van Schengen en terrorismebestrijding. Tevens moeten de voorstellen ten aanzien van
het Meerjarig Financieel Kader op het terrein van Binnenlandse Zaken worden afgerond.
Tot slot dankte Roemenië het Oostenrijks Voorzitterschap voor de samenwerking en sprak
Roemenië waardering uit voor alle collega’s in de Raad, de Commissie, het Raadssecretariaat
en de agentschappen.
De Commissie dankte het Oostenrijks Voorzitterschap voor de vooruitgang op het terrein van migratie en veiligheidsbeleid. Aan Roemenië is nu de taak
enkele discussies af te ronden, zoals ten aanzien van de herziening van het Europese
Grens en Kunstwacht agentschap en de Terugkeerrichtlijn. De Commissie zegde haar steun
toe aan Roemenië tijdens haar eerste Voorzitterschap.
I. Veiligheid en Justitie, Grondrechten en Burgerschap
Raad wetgevende besprekingen
1. Verordening ter voorkoming van de verspreiding van online terroristische inhoud
= Algemene oriëntatie
Het Voorzitterschap en de Commissie hebben het voorstel toegelicht en benadrukten
nogmaals dat zij waarde hechten aan een snelle behandeling van de verordening.
De meerderheid van de lidstaten kon zich vinden in het bereikte compromis dat de basis vormt voor de te starten triloog met het Europees Parlement. Een
kleine groep lidstaten waaronder Nederland, hebben de voorgestelde algemene oriëntatie
niet gesteund. Nederland heeft in lijn met de strekking van de motie van de leden
Van Nispen en van Toorenburg3 benadrukt het doel van de verordening te steunen, maar niet te kunnen instemmen met
de tekst vanwege het ontbreken van een evenwicht tussen snelle verwijdering van terroristische
inhoud en het waarborgen van fundamentele rechten, in het bijzonder het recht op een
effectief rechtsmiddel.
Nederland heeft nogmaals benadrukt het belangrijk te vinden dat er een rechtsgang
mogelijk is in de lidstaat waar de hosting dienstverlener is gevestigd die wordt gevraagd
om terroristische inhoud te verwijderen of dat de competente autoriteit van de lidstaat
waar de hosting dienstverlener is gevestigd de mogelijkheid heeft om een verwijderingsbevel
aan te passen of in te trekken. De in het compromisvoorstel opgenomen niet bindende
consultatieprocedure is hiervoor geen alternatief. Nederland heeft onderstreept ervan
overtuigd te zijn dat dit voorstel in deze vorm geen daadwerkelijk effectieve rechtsbescherming
biedt. Ondanks de tegemoetkomingen richting Nederland van het Voorzitterschap en de
Commissie op diverse bepalingen, zoals het in lijn brengen van de definitie van terroristische
content met de Terrorismerichtlijn en ons eigen strafrecht, de adressering van onze
grondwettelijke en praktische bezwaren ten aanzien van de proactieve maatregelen,
of het schrappen van de voorgenomen grensoverschrijdende niet-punitieve sancties uit
het voorstel heeft Nederland benadrukt dat onze zorgen over de grensoverschrijdende
verwijderbevelen nog niet weggenomen zijn.
Afgezien van de lidstaten die zich niet konden vinden in het compromis, hebben verschillende
andere lidstaten ook kritische kanttekeningen bij het compromis geplaatst, vooral
over de borging van fundamentele rechten, de te korte implementatietermijn van twaalf
maanden, de financiering van de uitvoering en de nog openstaande technische punten
die door tijdgebrek nog niet zijn besproken.
Het inkomende Roemeense Voorzitterschap heeft aangekondigd alles in het werk te zullen
stellen om de onderhandelingen over de verordening af te ronden tijdens de huidige
zittingsperiode van het Europees Parlement.
2. Contractrecht – Richtlijn betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor
de verkoop van goederen
= Algemene oriëntatie
Op de JBZ-Raad streefde het Oostenrijkse Voorzitterschap naar een algemene oriëntatie
over het richtlijnvoorstel betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de
verkoop van goederen. De algemene oriëntatie is aanvaard, ook door Nederland. In het
compromis ligt besloten dat als een gekocht goed niet voldoet aan de verwachtingen
van de consument de verkoper een oplossing moet bieden: eerst reparatie van het goed,
dan vervanging, is dat niet mogelijk dan ontbinding van het contract. Enkele lidstaten
onthielden zich van stemming vanwege een andere opvatting over deze zogenoemde hiërarchie
van rechtsmiddelen.
De Commissie gaf aan dat het een belangrijk pakket is en te hopen dat er voor het
einde van de termijn van het Europees Parlement een definitief akkoord ligt. De triloog
met het Europees Parlement zal spoedig beginnen.
Alle lidstaten benadrukten unaniem dat het huidige hoge niveau van consumentenbescherming
gehandhaafd moet blijven. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten
het belang van de verbetering van coherentie tussen het richtlijnvoorstel betreffende
bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen en het richtlijnvoorstel
inzake de levering van digitale inhoud, waarover de Raad in juni 2017 een algemene
oriëntatie heeft bereikt.
Hoewel Nederland het doel van het voorstel altijd heeft gesteund, was het tot kort
voor de JBZ-Raad onduidelijk of Nederland de algemene oriëntatie zou kunnen steunen
vanwege de hierboven benoemde en benodigde coherentie. Beide voorstellen gaan over
rechten en plichten van consumenten en professionele verkopers. Het is belangrijk
dat de richtlijnvoorstellen dezelfde eisen stellen en teksten hanteren, tenzij er
een objectieve reden is om af te wijken. In het compromis is uiteindelijk op voorstel
van Nederland een evaluatieclausule opgenomen voor mogelijk verdere coherentie tussen
beide richtlijnvoorstellen wanneer de praktijk uitwijst dat dit noodzakelijk is. Omdat
het voorstel deze clausule bevat kon Nederland de algemene oriëntatie steunen.
Het Voorzitterschap sloot af met het voornemen om snel aan de triloog met het Europees
Parlement te beginnen. De triloog zal nog dit jaar van start gaan.
3. Verordening Brussel IIbis: herziening
= Algemene oriëntatie
Het Voorzitterschap vroeg de lidstaten om in te stemmen met de algemene oriëntatie
over de herziening van de verordening Brussel IIbis. Het Voorzitterschap dankte de
lidstaten voor de uitzonderlijke inspanning om tot deze algemene oriëntatie te komen.
De verordening Brussel IIbis betreft de onderwerpen echtscheiding en ouderlijke verantwoordelijkheid
(alle beslissingen die raken aan het gezag van ouders over hun kinderen) en een aanvulling
op het Haags Kinderontvoeringsverdrag.
Sinds 2016 is onderhandeld over de verbetering van de praktische toepassing van de
verordening, met name de effectievere aanpak van kinderontvoering. Verbeteringen betreffen
onder andere de aanpak van een intra-EU kind ontvoering en de plaatsing en het horen
van het kind. De verordening betreft een unanimiteitsdossier; alle lidstaten moeten
instemmen om tot besluitvorming te komen.
De Commissie stelde dat na meer dan twee jaar van onderhandelingen dit het moment
is om het IPR-familierecht te verbeteren en benadrukte daarbij het terugdringen van
de duur en kosten van de procedures op basis van het akkoord over deze verordening.
In haar ogen zijn de belangrijkste winstpunten het afschaffen van de exequatur en
verbeteringen ten aanzien van het horen van het kind. De Commissie wees erop dat dat
het Roemeense Voorzitterschap zich samen met de lidstaten zal richten op de recitals
en bijlagen, als laatste openstaande element voordat een definitief akkoord bereikt
kan worden.
Net als alle andere lidstaten bedankte Nederland het Voorzitterschap voor de inzet
op dit dossier en gaf aan in te kunnen stemmen met de algemene oriëntatie. Nederland
maakte een parlementair voorbehoud, gelet op het parlementair instemmingsrecht op
de uiteindelijke definitieve tekst. De lidstaten benadrukten het belang van dit akkoord
als een mijlpaal voor de samenwerking in civiele zaken.
Het Voorzitterschap concludeerde dat de algemene oriëntatie door de JBZ-Raad is aanvaard.
Het inkomende Roemeense Voorzitterschap gaf aan de laatste technische aspecten zo
spoedig mogelijk ter hand te willen nemen.
4. Verordening betreffende het recht dat van toepassing is op de derdenwerking van
de cessie van vorderingen
= Voortgangsrapportage
Het Oostenrijkse Voorzitterschap rapporteerde aan de JBZ-Raad over de voortgang van
de bespreking van de verordening betreffende het recht dat van toepassing is op de
derdenwerking van de cessie van vorderingen en benadrukte daarbij de complexiteit
van het dossier.
Een cessie is een overdracht van vorderingen. Het voorstel regelt dat het recht van
de gewone verblijfplaats van de cedent toepasselijk is op de goederenrechtelijke aspecten
van grensoverschrijdende cessie. Uitzonderingen zijn er voor bankrekeningen, waarbij
het recht dat de overgedragen vordering beheerst van toepassing is op de goederenrechtelijke
aspecten en securitisaties, waarbij gekozen kan worden om in plaats van het recht
van de gewone verblijfplaats van de cedent, het recht toe te passen dat de overgedragen
vordering beheerst.
Geen enkele andere lidstaat naast Nederland heeft ten aanzien van de voortgangsrapportage
geïntervenieerd. Tijdens de onderhandelingen tot dusver heeft Nederland steeds het
belang van de harmonisatie van de regels met bestaande regels uit de Rome I-verordening
benadrukt. Het voorgestelde aanknopingspunt zorgt ervoor dat partijen voor iedere
internationale cessie rekening moeten houden met een derde rechtsstelsel (naast de
rechtsstelsels waarmee rekening moet worden gehouden op grond van de Rome I-verordening).
Dit leidt tot rechtsonzekerheid. Nederland benadrukte dat het een complex dossier
is met belangrijke praktische en economische implicaties voor de financiële markt
en de grensoverschrijdende handel. Het voorstel raakt zowel kleine als grote bedrijven
in de financiering (door middel van leningen) van hun activiteiten. Nederland onderschreef
daarom het politieke belang en het belang van voldoende tijd om alles goed te kunnen
bestuderen en analyseren. Ook onderstreepte Nederland dat goedwerkende systemen niet
aangetast moeten worden en dat regels die aangenomen worden werkbaar moeten zijn.
Het Voorzitterschap bevestigde de grote implicaties voor de financiële markt en grensoverschrijdende
bedrijven. Het Voorzitterschap concludeerde dat het voortgangsrapport is aangenomen.
De bespreking van het voorstel voor een verordening zal voortgezet worden onder het
Roemeense Voorzitterschap.
5. Verordening inzake het Europees bevel tot verstrekking en het Europees bevel tot
bewaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken
= Algemene oriëntatie
Het Voorzitterschap vroeg de lidstaten om in te stemmen met de algemene oriëntatie,
als basis voor de te starten triloog met het Europees Parlement. Commissaris King
wees op het belang van het dossier om misdrijven te kunnen voorkomen en vervolgen.
Het voorstel voorziet in de mogelijkheid voor justitiële autoriteiten om een vordering
tot verstrekking of bewaring van elektronisch bewijsmateriaal te richten tot internetdienstverleners
in een andere lidstaat die hun diensten aanbieden in de Europese Unie (in 10 dagen
bij een regulier verzoek en 6 uur in noodsituaties). In het voorstel zijn vier categorieën
elektronisch bewijs geïntroduceerd: abonneegegevens (naam, adres, woonplaats), toegangsgegevens
(login/log uit), verkeersgegevens (locatiebepaling /verzenden-ontvangen berichten)
en inhoudsgegevens (o.a. mails, sms’jes, berichten op sociale media). In het door
het Voorzitterschap aan de JBZ-Raad voorgelegde algemene oriëntatie is een zeer beperkte
vorm van notificatie opgenomen van de justitiële autoriteiten van de lidstaat waar
de dienstaanbieder is gevestigd, zoals toegelicht in de Geannoteerde agenda voor deze
JBZ-Raad4. Deze geldt alleen bij een vordering van inhoudelijke gegevens. Bij bezwaren van
de ontvangende lidstaat maakt de uitvaardigende lidstaat de uiteindelijke afweging
of het uitvoering van de vordering doorzet.
Bijna alle lidstaten die net als Nederland een brief hebben geschreven aan Commissaris
Jourová en de voorzitter van de JBZ-Raad5 om hun zorgen te uiten en zich tegen het voorgestelde compromis te verzetten hebben
tijdens de Raad de algemene oriëntatie niet gesteund. Tegelijkertijd hadden verschillende
lidstaten die voorstander zijn van het bereikte compromis de voorkeur gegeven aan
een verdergaande tekst, daarmee voelen zij meer voor het originele voorstel van de
Commissie en toonden zij zich geen voorstander van een mogelijkheid tot notificatie
omdat dit volgens hen de efficiëntie van de procedure zal verminderen. Zij steunen
het uitgangspunt dat in beginsel geen justitiële autoriteit wordt betrokken van de
lidstaat waar de dienstaanbieder of zijn wettelijk vertegenwoordiger is gevestigd.
Nederland gaf, net als ten aanzien van de Verordening ter voorkoming van de verspreiding
van online terroristische inhoud, aan te hechten aan een balans tussen rechtshandhaving,
nationale veiligheidsbelangen en fundamentele rechten. In de Nederlandse optiek krijgt
de handhavende lidstaat te weinig bevoegdheden om vooraf de strekking van de vordering
te controleren. De genotificeerde lidstaat kan een verstrekkingsbevel niet tegenhouden.
Nederland verzocht daarom tijdens de JBZ-Raad wederom om een notificatie voor inhoudsgegevens en verkeersgegevens met een mogelijkheid om bevelen uit andere lidstaten te kunnen weigeren. Nederland
benadrukte te hechten aan dubbele strafbaarheid en ene lijst-aanpak omdat het nationale
strafrecht van de uitvaardigende lidstaat de basis is waarop gegevens kunnen worden
gevorderd. Er is niet voorzien in een toets op dubbele strafbaarheid. Nederland wees
er daarbij op dat fundamentele rechten en de nationale veiligheid van de handhavende
lidstaat simpelweg niet door de lidstaat van uitvaardiging kunnen worden afgewogen.
Nederland gaat ervan uit dat het Europees Parlement bij zijn standpuntbepaling ook
oog zal hebben voor deze punten en dat ze daarom ook weer in de trilogen aan de orde
zullen komen. De Minister van Justitie en Veiligheid was inmiddels al in de gelegenheid
hierover te spreken met de rapporteur van het Europees Parlement.
Tot slot riep Nederland op tot een horizontale bespreking over de balans tussen de
opsporingsbelangen en het respect voor nationale veiligheidsbelangen en fundamentele
rechten op een toekomstige JBZ-Raad.
Het Voorzitterschap stelde vast dat ondanks de bereikte gekwalificeerde meerderheid,
verschillende lidstaten belangrijke zorgen hebben. Het Voorzitterschap hoopte dat
de lidstaten die nu niet kunnen instemmen met de algemene oriëntatie dat na de triloog
alsnog kunnen doen. Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad heeft ingestemd met
de algemene oriëntatie.
6. Werklunch dag 2 met als thema Fight against antisemitism by criminal law
Tijdens deze lunch is gesproken over de strijd tegen antisemitisme in het kader van
het strafrecht. Onder de lidstaten was er in algemene steun voor de bespreking van
dit onderwerp. Veel lidstaten spraken in brede zin over de aanpak in hun land. Nederland
wees op het belang van een brede aanpak en de noodzaak voor politici om zich uit te
spreken tegen antisemitisme. Nederland stelde dat het benoemen van het probleem nodig
is. Verschillende lidstaten ondersteunden dit punt.
Tevens is een «Verklaring van de Raad betreffende de bestrijding van antisemitisme
en de ontwikkeling van een gemeenschappelijke beveiligingsaanpak voor een betere bescherming
van de Joodse gemeenschappen en instellingen in Europa» aangenomen.6
Raad niet-wetgevende besprekingen
7. Onderhandelingsmandaat voor het tweede aanvullende protocol bij het Verdrag van
Boedapest
= Stand van zaken
8. Onderhandelingsmandaat voor een overeenkomst tussen de EU en de VS om de toegang
tot elektronisch bewijsmateriaal te vergemakkelijken
= Stand van zaken
De Commissie informeerde de lidstaten dat het de mandaten op korte termijn zal presenteren
nu de algemene oriëntatie van e-evidence is vastgesteld, maar noemde geen datum of
termijn. De algemene oriëntatie op e-evidence is volgens de Commissie belangrijk voor
de te sluiten EU–VS overeenkomst, onder meer ten aanzien van gegevensbescherming en
eventuele juridische geschillen. Een overeenkomst voorkomt een lappendeken aan bilaterale
afspraken tussen de EU lidstaten en de VS. Twee lidstaten riepen de Commissie op om
de mandaten zo snel mogelijk te presenteren. Het Voorzitterschap roept de Commissie
daar eveneens toe op en benadrukte voortgang te verwachten door de Commissie tijdens
de komende zes maanden.
9. Europees Openbaar Ministerie: implementatie
= Stand van zaken
Het Oostenrijks Voorzitterschap wees op de voortgaande werkzaamheden, waaronder de
recent gepubliceerde vacature voor de Europees Hoofdaanklager.
De Commissie informeerde de Raad over de voortgang van de implementatiewerkzaamheden
ten behoeve van de oprichting van het EOM. De benoeming van de hoofdaanklager is een
belangrijk onderdeel van de implementatie en daarom zou de benoeming volgens de Commissie
voor de aankomende EP verkiezingen moeten plaatsvinden. Het streven is eind 2019 het
College van Europese Aanklagers te benoemen, daarna volgen de overige aanstellingen.
Het Voorzitterschap concludeerde dat de volledige Raad de voortgang van de implementatiewerkzaamheden
voor het EOM verwelkomde.
10. Dataretentie: retentie van elektronische communicatiegegevens
= Stand van zaken
Het Oostenrijks Voorzitterschap lichtte het voorliggende rapport over de werkzaamheden
van de expertgroep dataretentie toe. In dit rapport staan de conclusies van de Raadswerkgroep
over wat de consequenties zijn van het arrest van het Hof van Justitie van 21 december
2016 in de gevoegde zaken Tele2 Sverige AB en Watson (Tele2-arrest)7 en hoe een gecoördineerde EU-aanpak omtrent dataretentie er uit kan komen te zien.
Het Voorzitterschap nodigde de lidstaten uit hun reactie op dit rapport te delen in
de Raad en vroeg naar ideeën over de volgende te nemen stappen.
De Commissie bedankte het Voorzitterschap voor het werk dat is verricht. De werkzaamheden
van het Voorzitterschap hebben de uitdaging van het Tele2-arrest benadrukt. De Commissie
kondigde aan een gerichte consultatie uit te voeren met het oog op de verdere beleidsvorming
op dit dossier, onder zowel de lidstaten als de industrie en praktijk. De hoogste
rechters in Frankrijk en België hebben prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van
Justitie van de EU zodat het Hof van Justitie zich opnieuw kan uitspreken. De Commissie
riep andere lidstaten op om zich daarbij te voegen.
Nederland sprak haar dank uit richting het Voorzitterschap voor het goede document,
dat het belang toont van telecommunicatiegegevens voor de rechtshandhaving. Zonder
verplichting tot data retentie is er geen garantie dat de noodzakelijke gegevens beschikbaar
zijn. Hoewel de lidstaten daartoe een poging hebben gedaan is er geen definitief antwoord
over welke gegevens kunnen worden bewaard, hoe dat zou moeten en welke waarborgen
noodzakelijk zijn. Nederland hecht eraan dat het momentum op dit dossier behouden
blijft en riep de Commissie om die reden op om de noodzaak van data retentie voor
de efficiëntie en effectiviteit van rechtshandhaving onder de aandacht van de volgende
Commissie te brengen. Nederland riep de Commissie daarom ook op om een studie te doen
naar data retentie en mogelijke oplossingen op dat terrein, inclusief de mogelijkheid
van wetgeving. Daarbij moet rekening worden gehouden met de noodzaak van data retentie
voor een effectieve rechtshandhaving en de ontwikkeling van de rechtspraak van het
Hof van Justitie, inclusief het feit dat er nog verschillende prejudiciële vragen
voorliggen bij het Hof van Justitie.
Een grote groep lidstaten steunde deze oproep en benadrukten het belang dit dossier
voort te zetten tijdens het komende Voorzitterschap. Estland informeerde de aanwezigen
dat ook het Estse Hooggerechtshof een prejudiciële vraag heeft gesteld. Roemenië zegde
toe het werk op dit terrein voortvarend op te pakken. De EU Coördinator voor Terrorismebestrijding
riep ook zoveel mogelijk lidstaten op om zich bij de gestelde prejudiciële vragen
te voegen en sprak haar steun uit voor het werk en voornemen van de Commissie.
Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad kennis heeft genomen van de stand van
zaken over het dossier data retentie. Ook bevestigde het Voorzitterschap dat er steun
is onder de lidstaten voor een studie, zoals voorgesteld door Nederland. De Commissie
nam hier nota van.
11. Wederzijdse erkenning in strafzaken – Raadsconclusies
= Aanname
Het Voorzitterschap lichtte de voorliggende Raadsconclusies wederzijdse erkenning
in strafzaken toe. Deze Raadsconclusies strekken ertoe de wederzijdse erkenning, zoals
deze thans plaatsvindt, en het wederzijds vertrouwen te verbeteren. De lidstaten,
de Commissie, Eurojust, het Europees Justitieel Netwerk, de Raad en het Europees Parlement
worden opgeroepen elk daaraan hun bijdrage te leveren.
De conclusies leidden niet tot een uitvoerig debat. Ze werden na een korte gedachtewisseling
waarin steun werd uitgesproken door een aantal lidstaten en de Commissie door de Raad
aangenomen. De Commissie gaf aan prioriteit te geven aan een goede en volledige implementatie
van de bestaande instrumenten en waar nodig lidstaten in gebreke te stellen en wil
ook bijdragen aan het verbeteren van de detentieomstandigheden.
Nederland gaf aan dat wederzijdse erkenning een grondbeginsel is voor strafrechtelijke
samenwerking en daarom behouden moet worden. Aandacht moet daarbij gaan naar praktische
maatregelen en richtlijnen gericht op het versterken van het wederzijds vertrouwen
ten behoeve van wederzijdse erkenning. Aangezien de Raadsconclusies hierop betrekking
hebben, kan Nederland deze steunen.
Het Oostenrijks Voorzitterschap concludeerde dat de Raadsconclusies door de Raad zijn
aangenomen.
Conform de toezegging van de Minister van Justitie en Veiligheid tijdens het Algemeen
Overleg met de Tweede Kamer op 5 december jl. ontvangt uw Kamer separaat een brief
met als onderwerp «Wederzijdse erkenning, hoeksteen van de justitiële samenwerking
in strafzaken in de Europese Unie en minimumnormen».
12. Toetreding van de EU tot het EVRM
= Stand van zaken
De Commissie informeerde de JBZ-Raad kort over de laatste stand van zaken van dit
dossier. De Commissie gaf aan volledig gecommitteerd te zijn aan de toetreding van
de EU tot het EVRM. Naar aanleiding van Advies 2/13 van het EU Hof van Justitie zijn
wijzigingen in de concept-toetredingsovereenkomst voorgesteld. De onderhandelingen
over deze wijzigingsvoorstellen lopen al geruime tijd, maar het proces is nog niet
afgerond. De Commissie gaf aan de onderhandelingen verder te willen brengen onder
het Roemeense Voorzitterschap.
Nederland is voorstander van snelle toetreding van de EU tot het EVRM. Voor de zorgen
van het EU Hof van Justitie moeten oplossingen gevonden worden die zowel juridisch
kloppen alsook politiek acceptabel zijn voor alle partijen.
Enkele lidstaten spraken zich naar aanleiding van de update van de Commissie uit voor
een snelle toetreding van de EU tot het EVRM.
Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad kennis heeft genomen van de stand van
zaken. Alle juridische punten uit Advies 2/13 van het EU Hof van Justitie zijn een
keer besproken op werkgroep niveau. De discussie moet nu worden voortgezet aan de
hand van een paper waarin alle wijzigingsvoorstellen in onderlinge samenhang worden
bezien.
13. Diversen:
a) «Towards digital criminal justice in the EU»
= Presentatie door Eurojust
Het Voorzitterschap verwees naar de Europese Raadsconclusies van oktober 2018 waarin
werd gesteld dat Eurojust voldoende financiële middelen moet worden toegekend. Op
basis daarvan heeft Eurojust het initiatief genomen om haar plannen uiteen te zetten
in de JBZ-Raad. Eurojust vroeg de JBZ-Raad om instemming om tijdens een volgende JBZ-Raad
concrete plannen te presenteren ter verbetering van haar informatie uitwisselingssystemen
op het gebied van strafrechtelijke samenwerking.
Eurojust benadrukte dat er tot op heden geen adequate, veilige oplossing is voor het
digitaal uitwisselen van grote hoeveelheden bewijs. Het is daarom van belang dat een
platform binnen Eurojust wordt ingericht voor veilige informatie-uitwisseling. Een
kleine groep lidstaten (waaronder Nederland) heeft het initiatief genomen voor de
oprichting van een Contraterrorisme Register bij Eurojust. Eurojust riep andere lidstaten
op zich hierbij aan te sluiten. Momenteel heeft Eurojust echter onvoldoende budget
voor een dergelijk register. Eurojust verwacht dat zij met het haar tentatief toebedeelde
budget in het volgende Meerjarig Financieel Kader enkel de basis aan ondersteuning
kan bieden.
De Commissie stelde het streven naar een veilig systeem van informatie-uitwisseling
tussen lidstaten en agentschappen volledig te steunen en steunt ook alle initiatieven
hiertoe. Volgens de Commissie bestaan hiertoe echter al wel de nodige systemen. Ook
merkte de Commissie op dat het voorstel van Eurojust meegenomen kan worden in de e-Justice
plannen voor 2019 – 2023. In het komend jaar zal hierover verder gesproken moeten
worden.
Enkele lidstaten interveniëren met een steunbetuiging aan Eurojust en stellen dat
er voldoende middelen beschikbaar moeten zijn voor Eurojust om haar taken uit te voeren.
Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad instemt met het verzoek van Eurojust
om aan een volgende Raad haar voorstellen voor te leggen.
b) EU–VS Ministeriële bijeenkomst (Washington, 8–9 november 2018)
= Informatie van het Voorzitterschap
Het Voorzitterschap gaf informatie over de EU–VS ministeriële bijeenkomst in Washington.
Er zijn gesprekken geweest over het belang van de trans-Atlantische samenwerking.
Ook is de operationele samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding bekrachtigd.
De VS gaf tevens aan een akkoord over de toegang tot e-evidence met de EU te willen
overwegen.
c) Werkprogramma inkomend Voorzitterschap
= Informatie door Roemenië
Roemenië gaf aan vereerd te zijn om het Voorzitterschap over te nemen en is zich bewust
van de verantwoordelijkheid. Roemenië viert dit jaar haar 100-jarig bestaan. Roemenië
feliciteerde Oostenrijk met de behaalde resultaten. Roemenië gaf een presentatie over
de dossiers die behandeld zullen worden tijdens haar termijn op het gebied van civielrecht
en strafrecht. Ook gaf Roemenië een overzicht van de geplande Raden en conferenties.
Het Oostenrijkse Voorzitterschap sloot de Raad af met de formele overhandiging van
het Voorzitterschap aan Roemenië.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming