Brief regering : Agenda financiële sector
32 013 Toekomst financiële sector
Nr. 200 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2018
Financiële instellingen spelen een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving en
hebben een cruciale functie in het faciliteren van de reële economie. Vrijwel alle
Nederlanders zijn klant bij meerdere financiële instellingen en hebben daarmee zo
niet dagelijks, dan in elk geval op regelmatige basis contact. Historisch gezien heeft
Nederland een sterke financiële sector, die bijdraagt aan de groei van de economie
en het floreren van het bedrijfsleven en de samenleving. Zo zorgen banken voor efficiënt
betalingsverkeer en voor kredietverlening aan consumenten en bedrijven; bieden verzekeraars
producten aan die consumenten en bedrijven verzekeren tegen risico’s die ze zelf niet
kunnen of willen dragen; zorgen pensioenfondsen ervoor dat ons pensioengeld verstandig
wordt belegd; helpen financieel adviseurs consumenten en bedrijven om verstandige
financiële keuzes te maken; en spelen accountants een belangrijke rol in het kader
van checks-and-balances.
De financiële crisis en de nasleep daarvan hebben duidelijk gemaakt wat er gebeurt
wanneer de financiële sector niet goed functioneert en instellingen door ingrijpen
vanuit de overheid en met publiek geld overeind moeten worden gehouden. Het is de
taak van de overheid om publieke belangen te borgen. Dit houdt in dat ten aanzien
van de financiële sector noodzakelijke randvoorwaarden worden gesteld om de risico’s
en daarmee de kans op een nieuwe crisis in te perken. De lessen uit de crisis hebben
geleid tot een fors pakket aan maatregelen, met als doel de sector, en in het bijzonder
de bankensector, weerbaarder te maken. Hierbij is onder meer opvolging gegeven aan
de aanbevelingen van een groot aantal onderzoekcommissies, zoals de Tijdelijke Commissie
Onderzoek Financieel Stelsel (Commissie de Wit I).
Een belangrijk deel van deze maatregelen is genomen in Europees verband, vanwege het
internationale karakter van de financiële sector. Zo is in 2014 de Europese bankenunie
opgericht met als doel de negatieve wisselwerking tussen banken en overheden te doorbreken.
Hoewel de bankenunie nog niet af is, zijn er de afgelopen jaren belangrijke stappen
gezet, waaronder gecentraliseerd Europees toezicht en een Europees resolutiemechanisme.
Ook zijn de buffers die banken moeten aanhouden verhoogd en moeten banken verliesabsorberend
vermogen opbouwen om bail-in beter mogelijk te maken. Dit zorgt ervoor dat investeerders in eerste instantie opdraaien
voor banken die in ernstige problemen komen. Ook de verdere totstandkoming van de
kapitaalmarktunie draagt bij aan een stabielere economie, doordat het de financieringsopties
voor bedrijven verbreedt. Daarnaast is er in Europees verband gewerkt aan strenger
beleid tegen fraude en witwassen, onder meer via anti-witwasrichtlijnen.
Op nationaal niveau zijn er eveneens belangrijke stappen gezet. Deze maatregelen zijn
onder andere gericht op het wegnemen van perverse prikkels en het stimuleren van financiële
instellingen om de klant centraler te stellen. Zo is in 2013 het provisieverbod ingevoerd,
geldt er sinds 2014 een algemene zorgplicht voor financieel dienstverleners, moeten
beleidsbepalers en (een bepaalde groep) werknemers van financiële instellingen sinds
2015 de eed of de belofte afleggen en is in 2015 eveneens de Wet beloningsbeleid financiële
instellingen geïntroduceerd. Ook op het gebied van de hypotheekmarkt zijn de regels
aangescherpt, waardoor huishoudens beperkt worden in het aangaan van te hoge hypotheekschulden,
onder meer via wettelijk verankerde leennormen. Tot slot treedt begin 2019 een nieuw
nationaal resolutiekader voor verzekeraars in werking.
Deze maatregelen hebben de afgelopen jaren positieve effecten laten zien. Zo zijn
de buffers van banken gestegen en daalt de gemiddelde loan-to-value (LTV) bij afsluiting
van een hypotheek. Ook laten financiële instellingen zien dat zij meer oog hebben
voor het belang van de klant, wat onder meer blijkt uit het initiatief van de sector
op het gebied van aflossingsvrije hypotheken. Maar het werk is nog niet af. Een deel
van de eerder aangekondigde hervormingen moet nog worden geïmplementeerd of geëffectueerd,
waaronder de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Ondanks de genomen maatregelen is
het maatschappelijke vertrouwen in de sector nog altijd laag, in het bijzonder ten
aanzien van de bankensector. De recente ophef rond beloningen en de nalatigheid bij
het voorkomen van witwassen hebben opnieuw afbreuk gedaan aan het vertrouwen van de
samenleving in de sector, terwijl vertrouwen een belangrijke voorwaarde is voor het
goed functioneren van de financiële sector.
Het is primair aan de sector om het vertrouwen te herstellen. De sector moet laten
zien dat zij haar speciale maatschappelijke rol en verantwoordelijkheden serieus neemt.
Financiële instellingen moeten hun klanten en de samenleving vakkundig en fatsoenlijk
bedienen. Om dat mogelijk te maken, moeten zij zorgen dat hun eigen ondernemingen
stabiel, klantgericht en innovatief zijn. Deze kernwaarden moeten verankerd zijn in
de cultuur van financiële instellingen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de top van
financiële instellingen het goede voorbeeld geeft. Zij moeten laten zien wat het betekent
om een maatschappelijke antenne te hebben, wat klantgericht werken is en hoe er met
wetten en regels moet worden omgegaan. Ook moeten zij zorgen voor een beheerst beloningsbeleid.
Ik ben ervan overtuigd dat dat beter lukt met raden van bestuur en raden van commissarissen
die divers zijn samengesteld, met personen die beschikken over verschillende expertise,
ervaring en achtergrond. Het is belangrijk dat zij allen over voldoende maatschappelijke
oriëntatie beschikken. Ik verwacht dat financiële instellingen zelf verbetermogelijkheden
onderkennen, initiatieven ontplooien die overtuigend tegemoetkomen aan maatschappelijke
verwachtingen en hierover verantwoording afleggen. Daar hoort ook bij dat de financiële
sector zich inzet voor een inclusieve samenleving. Dit betekent dat er een goede toegang
moet zijn tot financiële diensten, ook voor mensen voor wie die toegang niet vanzelfsprekend
is. Ik moedig bestuurders en commissarissen aan om over hun maatschappelijke rol verder
in gesprek te gaan met hun organisaties en stakeholders, en te bezien hoe deze beter
kan worden verankerd in de organisatie.
De dienstbaarheid van de financiële sector aan de samenleving, zowel aan burgers als
aan bedrijven, is het centrale thema in deze agenda voor de financiële sector, die
ik u hierbij aanbied. Deze agenda1 is tot stand gekomen mede op basis van gesprekken en bijeenkomsten met toezichthouders,
experts, betrokkenen uit de financiële sector en andere stakeholders over de Nederlandse
financiële sector en welke stappen zij denken dat deze regeerperiode nodig zijn.
In de agenda staan drie domeinen centraal:
A. Stabiliteit. Financiële instellingen en huishoudens moeten voldoende weerbaar zijn om schokken
op te kunnen vangen. Daarbij is het onverminderd van belang dat banken over voldoende
buffers en verliesabsorberend vermogen beschikken. Ook moet voorkomen worden dat huishoudens
te hoge schulden aangaan, in het bijzonder de kwetsbare huishoudens.
B. Integriteit. De sector heeft een belangrijke taak in het voorkomen van het gebruik van het stelsel
voor witwassen, onderliggende basisdelicten (zoals fraude) en terrorismefinanciering.
Daarnaast moet het gedrag en de cultuur in de sector een uiting zijn van de belangrijke
maatschappelijke rol van de sector.
C. Innovatie. De sector moet vernieuwend en faciliterend zijn ten aanzien van nieuwe technologische
ontwikkelingen, om de diversiteit in de sector te bevorderen. Daarbij dient ook bijzondere
aandacht te zijn voor duurzaamheid.
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste maatregelen samengevat die ik deze regeerperiode
neem ten behoeve van een stabiele, integere en innovatieve financiële sector. In mijn
agenda zijn deze maatregelen nader uitgewerkt.
Wat we willen bereiken:
Hoe we dat aanpakken deze regeerperiode:
Stabiliteit
1. Weerbare financiële instellingen
Hogere buffers
Blijven inzetten op hogere buffers, in het bijzonder door:
– Invoeren van een minimum leverage ratio voor alle banken en in Europa inzetten op
een opslag op die ratio voor nationale systeembanken (in navolging op het Raadsakkoord
in mei 2018).1
– Inzetten op adequate implementatie van de nieuwe internationale regels (Bazel III)
in Europa.
– Verplichten van hogere eisen aan buffers voor bail-in (in navolging op het Raadsakkoord in mei 2018).
– Beperken van de fiscale aftrekbaarheid van vreemd vermogen, onder andere via een
thin cap.
Vervolmaken Europese bankenunie
– Inzetten in Europa op de adequate aanpak van niet- presterende leningen en zorgen
voor asset quality reviews.
– Inzetten in Europa op een goede risicowaardering van staatsobligaties.
– Inzetten op een Europees depositogarantiestelsel als sluitstuk van de bankenunie,
op voorwaarde dat de twee bovengenoemde punten zijn gerealiseerd.
Europese kapitaalmarktunie
– Toewerken naar de verdere totstandkoming van de Europese kapitaalmarktunie.
Toekomst-gerichte
verzekeraars
Via evaluatie Europese Solvency 2 richtlijn:
– Zeker stellen van een toekomstgericht bedrijfsmodel.
– Behouden van de marktwaarde benadering.
– Lange termijn karakter van verzekeraars reflecteren in kapitaaleisen.
2. Weerbare huishoudens
Voorkomen hoge hypotheek-schulden
– Monitoren van ontwikkelingen hypotheekschuld, LTV en LTI.
– Werken een (verdere) versterking van de financiële vaardigheden van consumenten
(via educatie).
– Opstellen van een actieagenda voor een betere keuzeomgeving voor consumenten.
Verantwoord consumptief krediet
– Ontwikkelen van een alternatief voor de huidige kredietwaarschuwing.
– Aanpakken van flitskredieten door een reclameverbod of andere juridische mogelijkheden
tot consumentenbescherming.
– Bezien noodzaak aanvullende stappen voor verzendhuiskredieten in voorjaar 2019.
– Bezien aanvullende bevoegdheden Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij doorlopende
goederenkredieten.
Provisie-transparantie
– Vergroten van transparantie over provisies en dienstverlening voor consumenten die
schadeverzekeringen afsluiten.
Integriteit
3. Tegengaan witwassen, onderliggende basisdelicten en terrorisme-financiering
Prioriteit in de sector
– Aansporen sector tot voldoende investeringen in de poortwachtersrol en tot meer
aandacht voor integriteit in de bedrijfscultuur.
– Onderzoek doen met de sector, De Nederlandsche Bank (DNB) en de AFM naar de mogelijkheden
van informatieuitwisseling om de uitvoering van het cliëntenonderzoek effectiever
te maken en bekijken of aanpassing van regelgeving nodig is.
Scherper toezicht
– Nauwlettend volgen van ontwikkelingen en naleving van trustwetgeving in de trustsector
via de jaarlijkse ZBO-verantwoording van DNB. Bij uitblijven van verbetering zal ik
nadere maatregelen onderzoeken.
– Nauwlettend volgen van ontwikkelingen en naleving van integriteitswetgeving in de
bankensector via de jaarlijkse rapportage ZBO-verantwoording van DNB.
Effectief Europees beleid
– Verbeteren en versterken van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen toezichthouders.
Mitigeren risico’s crypto’s
– Invoeren van een vergunningsplicht voor crypto bewaar- en wisseldiensten, ten einde
gebruik voor witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen.
– Nemen van aanvullende maatregelen naar aanleiding van het onderzoek van de AFM en
DNB begin 2019.
4. Gedrag en cultuur:
maatschappij gericht
Tegengaan excessief risicogedrag en veronachtzaming klantbelang
Aanscherpen beloningsregels door:
– Invoeren van een wettelijke verplichting tot het aanhouden van o.a. aandelen in
het vaste beloningsdeel.
– Invoeren van een wettelijke verplichting om rekenschap te geven van en verantwoording
af te leggen over de verhouding van de beloningen tot de maatschappelijke functie.
– Onderzoek doen naar de juridische mogelijkheden om een wettelijke verplichting tot
terugvordering van een deel van de vaste beloning van bankbestuurders ingeval van
staatssteun in te voeren; voorlichting hierover vragen aan de Raad van State.
– Invoeren van een aanscherping van de mogelijkheid tot het afwijken van het bonusplafond
voor niet-CAO personeel.
Adequate accountants-controle
– Instellen van een commissie om te adviseren hoe de kwaliteit van de wettelijke controles
duurzaam kan worden verbeterd.
Innovatie
5. Technologisch innovatieve instellingen
Vergroten diversiteit in de sector
– Laten uitvoeren van breed onderzoek naar de kansen en risico’s van FinTech, naar
analogie van het Verenigd Koninkrijk.
– Opstellen van een pakket aan doelgerichte maatregelen om toetreding van nieuwe innovatieve
partijen te bevorderen op basis van het brede onderzoek naar FinTech.
Proportionaliteit regelgeving en toezicht bevorderen
– Bevorderen van proportionaliteit in regelgeving en toezicht en dit op Europees niveau
agenderen.
Vergroten efficiency
– Onderzoek doen naar efficiëntievoordelen van blockchaintechnologie in betalings-
en effectenverkeer.
Inclusieve samenleving
– Bewaken dat contant geld blijft functioneren als betaalmiddel in de samenleving
door periodieke monitoring met DNB.
6. Duurzame financiële instellingen
Meer aandacht in toezicht
Aanmoedigen van DNB en de AFM om duurzaamheidsvraagstukken te integreren in het toezicht.
– Inzetten op een Europese en mondiale aanpak.
Actieve bijdrage van de financiële sector
– Aanmoedigen dat financiële instellingen rapporteren over hun hun CO2-voetafdruk en zich committeren aan de reductiedoelstellingen van het kabinet als
onderdeel van het Klimaatakkoord.
– Introduceren van groene staatsobligaties vanaf 2019.
Aandacht voor bredere duurzaamheids-criteria
– Stimuleren dat financiële instellingen breed rapporteren over de Environmental, Social and Governance (ESG) criteria.
X Noot
1
Kamerstuk 21 501-07, nr. 1530.
Met deze maatregelen wil ik een bijdrage leveren aan een stabiele, integere en innovatieve
financiële sector. Dat is geen eenvoudige opgave, gezien het feit dat de wereld om
ons heen in rap tempo verandert en de toekomstige ontwikkelingen in de financiële
sector veel onzekerheden kennen. Denk bijvoorbeeld aan de afbouw van het monetaire
beleid, de ontwikkeling van internationale handelsspanningen, de effecten van de brexit,
de verdere digitalisering, nieuwe technologieën, het klimaat, veranderingen in het
bedrijfsmodel van banken en verzekeraars, de toenemende invloed van Europa op het
beleid en een mogelijke consolidatieslag in de Europese bankensector. Deze ontwikkelingen
bieden kansen, maar brengen ook risico’s en onzekerheden mee. We zullen samen – de
sector, de regelgever, de toezichthouders en andere stakeholders – oog moeten houden
voor deze nieuwe ontwikkelingen en ons daarop zoveel mogelijk moeten voorbereiden.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.