Brief regering : Beantwoording van een vraag van het lid Ziengs, gesteld tijdens de tweede termijn van de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en Waterstaat en Infrastructuurfonds 2019, over het KNMI
35 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019
Nr. 70 BRIEF VAN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2018
Op woensdag 7 (Handelingen II 2018/19, nr. 20, items 8 en 12) en donderdag 8 november (Handelingen II 2018/19, nr. 21, item 14) zijn de begrotingen van IenW en het Infrastructuurfonds voor 2019 in de Tweede Kamer
behandeld. Tijdens de tweede termijn heb ik toegezegd de vraag met betrekking tot
het KNMI zoals gesteld door het lid Ziengs schriftelijk te beantwoorden.
Hierbij doe ik u de beantwoording toekomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Vraag:
In de schriftelijke beantwoording wordt ook geschreven over het KNMI, in antwoord
op een vraag over de zogenaamde benchmark. Er is echter alleen ingegaan op de overheadkosten.
Ik heb specifiek gezegd dat het uurtarief kennelijk wordt verhoogd om tot een beter
verdienmodel te komen. Nu wordt alleen ingezoomd op een eerder onderzoek als het gaat
om overheadkosten. Daar heb ik niet om gevraagd en ik wil graag een specifieker antwoord.
Antwoord:
De tarieven zijn niet verhoogd om tot een beter verdienmodel te komen maar stijgen
als gevolg van een tweetal ontwikkelingen:
Enerzijds stijgen de (overhead)kosten door een stijging van de kosten van de ICT-dienstverlening
die het KNMI bij derden afneemt. Deze kosten maken integraal onderdeel uit van de
tarieven en betreffen onder andere de zogenoemde variabele kosten in het tarief. Deze
stijging wordt (jaarlijks) procentueel verwerkt in de tarieven.
Daarnaast stijgen de personeelskosten als gevolg van de nieuwe CAO voor het Rijk.
Voor de uitvoering van de wettelijke taken ontvangt het KNMI jaarlijks een bijdrage
welke reeds meerjarig is vastgelegd. Daarnaast heeft het KNMI ontvangsten uit maatwerk
en subsidieopdrachten. In veel van deze gevallen zijn de tarieven meerjarig vastgelegd
in contracten waardoor het niet altijd mogelijk is stijgende kosten direct te verrekenen
in het tarief.
Het resultaat over het jaar 2017 heeft geen gevolg gehad op de tarieven van het KNMI.
Naar aanleiding van dit resultaat is het programma basale dienstverlening opgesteld.
Onderdeel hiervan is dat het KNMI efficiency maatregelen treft in de bedrijfsvoering.
Daarnaast wordt in lijn met de Regeling Agentschappen het eigen vermogen van het KNMI
door de eigenaar aangevuld.
Daarmee is een verhoging van de tarieven niet noodzakelijk geweest om het resultaat
van het KNMI in de toekomst te verbeteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat