Brief regering : Fiduciair beheer pensioenfondsen
32 043 Toekomst pensioenstelsel
Nr. 439 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2018
Op 7 december jl. heeft het lid Omtzigt (CDA) naar aanleiding van de Memorie van Antwoord
bij de Verzamelwet Pensioenen 20191 Kamervragen gesteld2 over de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling en specifiek over de modelovereenkomst voor fiduciair beheer van de
Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS)3.
DUFAS heeft inmiddels aangegeven dat de modelovereenkomst verouderd is. Het model
dateert van 2013 en is sindsdien, zoals tevens op het voorblad van het model staat
aangegeven, niet meer bijgewerkt. Dit in tegenstelling tot de Principes Fiduciair
Beheer, die in 2015 nog herzien zijn. Deze Principes benadrukken, in lijn met de Memorie
van Antwoord, dat het pensioenfonds te allen tijde verantwoordelijk is voor het beleggingsbeleid
en het toezicht daarop. Deze rol en taakverdeling is veelal reeds bestaande praktijk,
maar wordt met de Verzamelwet Pensioenen 2019 naar aanleiding van het amendement van
dhr. Omtzigt4 duidelijk in de wet neergelegd. Voor een pensioenfonds dat reeds op deze manier werkte
verandert er niets, anderen zullen het toezicht op de uitbestede diensten beter moeten
uitvoeren en mogelijk hun overeenkomst hierop na moeten gaan. Voor de volledigheid
merk ik op dat de wettelijke bepalingen zoals deze luiden na inwerkingtreding van
de Verzamelwet Pensioenen 2019, leidend zijn.
De overige vragen vereisen meer uitzoekwerk en zal ik niet voor dinsdag 11 december,
maar op korte termijn beantwoorden. Een afschrift van deze brief zal ik aan de Eerste
Kamer verzenden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid