Brief regering : Nadere informatie inzake nut en noodzaak van CO2-stresstesten
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
32 013
Toekomst financiële sector
Nr. 259
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2018
Uw Kamer heeft mij verzocht nader in te gaan op nut en noodzaak van CO2-stresstesten.1 Recent heeft DNB ook een dergelijke stresstest gepubliceerd, waarin zij theoretische
stressscenario’s van de energietransitie doorrekent voor het Nederlands financieel
systeem.
In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, in
op klimaat- en transitierisico’s voor financiële instellingen, het nut en de noodzaak
van CO2-stresstesten, het belang van transparantie over klimaatimpact en heldere transitiepaden.
Voor de financiële stabiliteit is het van belang dat financiële instellingen de risico’s
op hun balans als gevolg van klimaatverandering in kaart brengen en daar actie op
ondernemen. Daarnaast speelt het gehele bedrijfsleven, waaronder financiële instellingen,
een cruciale rol in het faciliteren van de transitie naar een CO2-neutrale energievoorziening. Beide belangen versterken elkaar.
Klimaat- en transitierisico’s voor de financiële sector
Financiële instellingen lopen twee typen risico’s als gevolg van klimaatverandering
en de transitie naar een CO2-neutrale energievoorziening. Ten eerste lopen zij fysieke risico’s als gevolg van
een veranderend klimaat, bijvoorbeeld door een toename in schade van overstromingen
of droogte. Zo kunnen verzekeraars te maken krijgen met grotere schadelasten. Ook
beleggers en investeerders kunnen geraakt worden door forse afschrijvingen op investeringen
na grote schade. Daarnaast lopen financiële instellingen risico’s door blootstellingen
op sectoren waarin krimp plaatsvindt als gevolg van de transitie naar een CO2-neutrale energievoorziening. Financiële instellingen die relatief veel uitzettingen
hebben op deze sectoren kunnen op den duur te maken krijgen met grote afschrijvingen.
Dit wordt ook wel de koolstofzeepbel genoemd.
Ten aanzien van de fysieke risico’s stelt DNB in haar studie «De Nederlandse financiële
sector veilig achter de dijken?», dat Nederlandse financiële instellingen relatief
beperkt uitzettingen hebben op voor klimaatverandering kwetsbare regio’s.2 Wel stelt DNB dat het aannemelijk is dat schadeverzekeraars worden geconfronteerd
met hogere schadelasten. Om het transitierisico in kaart te brengen heeft DNB voor
dit rapport onderzoek gedaan naar de blootstellingen van financiële instellingen aan
CO2-intensieve sectoren. Deze blootstellingen zijn het grootst voor pensioenfondsen (12,4
procent van het balanstotaal) en banken (11 procent). Bij verzekeraars zijn blootstellingen
een stuk lager (4,5 procent). Klimaatstresstesten bouwen voort op deze bevindingen,
door de effecten van verschillende theoretische transitiescenario’s door te rekenen
op de uitzettingen van instellingen.
Klimaatstresstesten
Door middel van stresstesten wordt de weerbaarheid van financiële instellingen getoetst.
Dit gebeurt door te berekenen hoe financieel-economische schokken balansen raken.
De uitkomsten brengen de kwetsbaarheden voor individuele financiële instellingen,
of het bredere financieel stelsel, in kaart. Instellingen voeren zelf interne stresstesten
uit als onderdeel van hun risicobeheer. Daarnaast voeren ook toezichthouders, waaronder
de Europese Bankautoriteit (EBA), stresstesten uit. Hierbij kijken zij bijvoorbeeld
naar de gevolgen voor banken van het uitbreken van een forse wereldwijde recessie.
Uitkomsten van stresstesten kunnen aanleiding geven voor versterkt toezicht en het
aanscherpen van de prudentiële eisen. Het doel van specifieke klimaatstresstesten
is om kwetsbaarheden van financiële instellingen voor verschillende klimaatscenario’s
in kaart te brengen. In reguliere stresstesten voor schadeverzekeraars besteedt DNB
reeds aandacht aan fysieke risico’s van klimaatverandering. Ook in Europees verband
worden in de stresstesten voor verzekeraars klimaatscenario’s reeds meegenomen.
In de stresstest die DNB 8 oktober jl. heeft gepubliceerd, is voor het eerst doorgerekend
wat de gevolgen van de energietransitie kunnen zijn voor het Nederlands financieel
systeem als geheel.3 DNB kijkt in de stresstest onder andere naar de gevolgen van disruptief klimaatbeleid,
een snelle technologische verandering en de onzekerheid omtrent klimaatbeleid voor
financiële instellingen. DNB laat zien dat deze verschillende scenario’s potentieel
tot grote afschrijvingen kunnen leiden. De uitkomsten van de stresstest verschillen
sterk per type financiële instelling. DNB schrijft dat de effecten afhangen van de
gekozen scenario’s en de modelmatige veronderstellingen.
Volgens DNB zijn verdere stappen te zetten ten aanzien van datakwaliteit en in de
ontwikkeling van de economische modellen om de transitie in te modelleren. Hier ligt
volgens DNB een rol voor toezichthouders en instellingen zelf. In internationaal verband
(Network of Central Banks and Supervisors
for Greening the Financial System, NGFS) werkt DNB al samen met andere toezichthouders aan stresstesten. Verder heeft
de Europese Commissie, in het kader van het actieplan «Duurzame groei financieren»,
de Europese toezichthoudende autoriteiten gevraagd bij te dragen aan het verder ontwikkelen
van klimaatstresstesten, bijvoorbeeld door het uitwerken van scenario’s van de transitie.
Gezien het grensoverschrijdende karakter, ben ik voorstander van internationale en
Europese samenwerking op dat vlak. Ik vind het verder van groot belang dat financiële
instellingen en toezichthouders op korte termijn meer inzicht krijgen in de klimaatimpact
en transitierisico’s die gepaard gaan met hun investeringen. Dat maakt het vervolgens
ook makkelijker om de effecten van verschillende klimaat- en transitiescenario’s door
te rekenen. De stresstest van DNB is een goede eerste stap in de ontwikkeling van
klimaatstresstesten en een aanmoediging in het verder incorporeren van deze risico’s
in het risicobeheer van banken. DNB kijkt daarnaast hoe zij klimaatrisico’s verder
in het toezicht kan verankeren.
Helder transitiepad
Bovengenoemde stresstest laat zien dat zowel beleidsonzekerheid, als het uitblijven
van klimaatbeleid gevolgen kunnen hebben voor de financiële stabiliteit. Via het af
te spreken Nederlandse klimaatakkoord worden langjarige, heldere paden opgesteld met
betrekking tot de energietransitie. In de taakgroep financiering praat de financiële
sector over concrete plannen en aanbevelingen om de beoogde transitie te faciliteren
of te versnellen. Deze betrokkenheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen draagt
mijns inziens tevens bij aan het mitigeren van risico’s en het verduurzamen van investeringen.
Nederlandse financiële instellingen werken daarnaast aan methodieken om de CO2-voetafdruk van hun portefeuille in kaart te brengen, onder andere middels het Platform for Carbon Accounting Financials (PCAF). Dit zal bijdragen aan het identificeren van de CO2-impact van verschillende activa op hun balans en zal een aanzet geven tot het verduurzamen
van hun balansen. Ik vind het in dat kader bemoedigend dat een groep Nederlandse financiële
instellingen zich heeft gecommitteerd aan de klimaatdoelstellingen van het kabinet
via de zogenoemde «Spitsbergen Ambitie.» Deze instellingen willen klimaatverandering
tegengaan via hun financieringen en beleggingen. Hun doel is gezamenlijk de transitie
naar een groene en koolstofarme economie te versnellen. Hiervoor willen zij onder
andere inzicht verkrijgen in hun CO2-voetafdruk en hierover extern gaan rapporteren. Ik steun het werk van deze instellingen
van harte en moedig andere financiële instellingen aan om dit voorbeeld te volgen.
Ook in Europa lopen op dit moment initiatieven om meer duidelijkheid te krijgen over
de duurzaamheid van investeringen.4
Tot slot
Stresstesten spelen een belangrijke rol in het weerbaar houden van het financieel
systeem. Klimaatrisico’s dienen – net als andere relevante risico’s – te worden meegenomen
in deze stresstesten en waar nodig in het toezicht. Dat vraagt om goede data en plausibele
scenario’s. Ik zie hier een belangrijke rol voor financiële instellingen en voor toezichthouders.
Het is dan ook positief dat instellingen deze handschoen oppakken. Een goede eerste
stap is om de CO2-voetafdruk inzichtelijk te maken, en hierover extern te rapporteren. Een volgende
stap is dat instellingen vervolgens ook reductiedoelstellingen gaan stellen. Er lopen
nu gesprekken om dit over de hele breedte van de financiële sector te gaan doen. Ik
ben van mening dat daarmee ook een belangrijke bijdrage kan worden geleverd aan de
transitie.
Gezien het grensoverschrijdend karakter van de klimaatproblematiek, zal ik mij in
Europees en internationaal verband inzetten voor transparantie, het inzichtelijk maken
van de klimaatimpact van investeringen en het publiceren van deze risico’s. Daarbij
zal ik nadrukkelijk ook verwijzen naar de goede initiatieven die in Nederland worden
ontplooid.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën