Brief regering : Geannoteerde agenda Milieuraad van 20 december 2018
21 501-08 Milieuraad
Nr. 747 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2018
Op 20 december a.s. vindt in Brussel de laatste Milieuraad onder Oostenrijks voorzitterschap
plaats. Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
de Minister van Economische Zaken en Klimaat, en de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, de geannoteerde agenda voor deze Raad.
Tijdens deze Raad zullen de LIFE-verordening 2021–2027 en de verordening voor CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen in 2025 en 2030 op de agenda staan. Over eventuele
wijzigingen in de agenda wordt u mondeling geïnformeerd tijdens het AO Milieuraad
op 6 december.
LIFE-verordening 2021–2027
Tijdens de Milieuraad beoogt het Oostenrijks voorzitterschap een voortgangsrapportages
te geven, en een gedeeltelijke algemene oriëntatie over de LIFE-verondering 2021–2027
aan te nemen. In juni 2018 presenteerde de Commissie, als onderdeel van het volgende
meerjarig financieel kader (MFK), een voorstel voor een verordening inzake de vaststelling
van een programma voor het milieu en voor klimaatactie (LIFE) voor 2021–2027. LIFE
heeft een relatief bescheiden budget en speelt de rol van katalysator ter ondersteuning
van kleinschalige acties om duurzame productie-distributie- en consumentenpraktijken
op te starten die behoud, bescherming, en verbetering van de kwaliteit van het milieu
beogen. De Commissie stelt een verruiming van het programma voor, mede door een overheveling
van het thema «clean energy transition» vanuit het programma Horizon Europe. Daarmee
zou LIFE voortaan ruimte bieden voor innovatieve projecten op het gebied van schone
energie. Daarnaast ziet de Commissie een belangrijke rol voor het thema natuur in
het LIFE-programma. Dat vertaalt zich naar een grotere intensivering dan bij de andere
bestaande LIFE thema’s (milieu, biodiversiteit en klimaat).
Inzet Nederland
Nederland steunt de versterkte aandacht voor klimaat en natuur in het voorstel voor
het volgende MFK. Nederland staat positief tegenover de ambities en doelen van het
LIFE-programma, waarmee invulling wordt gegeven aan de Nederlandse prioriteiten rondom
innovatie, klimaat en duurzaamheid. Nederland vindt synergie met programma’s als de
structuurfondsen, het gemeenschappelijk landbouwbeleid en Horizon Europe belangrijk
voor de effectieve invulling van de katalysatorfunctie van LIFE. Hierbij gaat het
onder andere om de uitrol van technische innovaties voortkomend uit andere EU-programma’s.
Nederland steunt tot slot de ambities van het LIFE-programma op het terrein van hernieuwbare
energie, circulaire economie en biodiversiteit. Zoals vastgelegd in de Kamerbrief
van 1 juni 20181 over de Kabinetsappreciatie van het Commissie MFK-voorstel, maken de onderhandelingen
over de toekomst van het LIFE-programma, wat betreft de financiële aspecten, integraal
onderdeel uit van de onderhandelingen over het MFK 2021–2027. Het kabinet hecht eraan
dat de algemene oriëntatie van LIFE niet vooruit loopt op de integrale besluitvorming
betreffende het MFK.
Indicatie krachtenveld
Het LIFE-programma en de voorgestelde intensivering van het budget kan rekenen op
brede steun van de Europese lidstaten. Er bestaat echter wel discussie over de hoogte
van cofinanciering, de geografische balans in de verdeling van het budget over de
lidstaten, en de financiering van de capaciteitsopbouw van nationale contactpunten.
Verordening voor CO2-normen zware bedrijfsvoertuigen in 2025 en 2030
Het Oostenrijks voorzitterschap zegt aan te sturen op een algemene oriëntatie tijdens
deze Milieuraad. Daarmee kan de triloog worden gestart met het Europees Parlement
en de Europese Commissie. In mei van dit jaar presenteerde de Commissie haar voorstel
voor nieuwe CO2-normen voor zware bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens en bussen). Het voorstel behelst
een reductiepercentage van minus 15% in 2025 en minus 30% in 2030, met 2019 als referentiejaar.
Zoals toegelicht in het BNC-fiche2 ziet Nederland ruimte voor aanscherping van deze door de Commissie voorgestelde reductiepercentages.
Nederland vindt bovendien de stimuleringsmaatregelen voor laag- en nul-emissie voertuigen
niet doelmatig en marktverstorend.
Inzet Nederland
Nederland steunt het doel van het voorstel om de CO2-uitstoot binnen de EU te reduceren, maar wil het voorstel op onderdelen aanscherpen.
Om die reden heeft Nederland een alternatief voorstel ingediend. Hierbij zoekt Nederland
de samenwerking met andere lidstaten. In dat voorstel wordt het ambitieniveau aangescherpt
en worden de steunmaatregelen voor laag- en nul-emissie voertuigen aangepast. Tijdens
de Milieuraad zal Nederland, samen met andere gelijkgestemde landen en op basis van
het alternatieve voorstel, aangeven dat de CO2-reductiepercentages kunnen worden aangescherpt en dat de steunmaatregelen voor laag-
en nul-emissievoertuigen moeten worden aangepast.
Indicatie krachtenveld
Diverse lidstaten hebben nog geen definitief standpunt ingenomen. Dit komt deels door
de technische complexiteit van het dossier. Landen zijn nog zoekende naar hun positie
en dat kan betekenen dat er ruimte voor beïnvloeding is. Vandaar dat Nederland het
initiatief heeft genomen om het alternatief voorstel in te dienen. Enkele lidstaten
zijn net als Nederland van mening dat het ambitieniveau van het voorliggende voorstel
nog kan worden aangescherpt. Echter, er is ook een groep lidstaten die heeft aangegeven
het voorstel van de Commissie toereikend te vinden. Dat maakt het zoeken en bereiken
van een compromis niet eenvoudig. Het is daarom niet zeker dat het lukt om tijdens
deze Milieuraad een hoofdlijnenakkoord te bereiken.
Het Europees Parlement (EP) heeft op 14 november plenair gestemd, en is voorstander
van meer ambitie. Op 25 oktober 2018 heeft de milieucommissie het verslag van rapporteur
Eickhout met meerderheid van stemmen aangenomen3. In het verslag pleit het EP voor een reductiepercentage van 20% in 2025 en 35% in
2030. Ook het aandeel van laag- en nul-emissievoertuigen moet volgens het verslag
omhoog. Hiervoor stelt het EP een benchmark voor in combinatie met een bonus/malus
systeem. Ook is het EP kritisch over de super-credits voor bussen die de Commissie
in het kader van deze richtlijn voorstelt, omdat CO2-normen voor bussen buiten de scope van deze richtlijn vallen.
Diversen
Inkomend EU-voorzitter Roemenië zal het programma voor de komende zes maanden presenteren.
Het Oostenrijkse Voorzitterschap heeft op het moment van het versturen van deze brief
de verdere invulling van de diversenpunten nog niet geconcretiseerd, buiten de indicatie
dat er terugkoppelingen zullen worden gegeven van recente internationale bijeenkomsten.
Stand van zaken richtlijn plastic wegwerpproducten
Met deze brief informeer ik u tevens over de stand van zaken rond het voorstel4 voor een richtlijn betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten
op het milieu (de zgn. single-use plastics richtlijn). Deze is niet opgenomen op de
agenda van deze Milieuraad. De Oostenrijkse voorzitter wil het momentum benutten en
heeft ingezet op een politieke overeenkomst met het Europees Parlement (EP), nog tijdens
zijn termijn als voorzitter, om zeker te zijn dat afronding binnen het mandaat van
het huidige EP en Commissie mogelijk blijft. Het Voorzitterschap heeft daarvoor in
Coreper een onderhandelingsmandaat gekregen van de Raad. Het EP heeft op 24 oktober
plenair gestemd over het voorstel. Daarmee is een nieuwe onderhandelingsfase ingegaan
tussen EP, Raad en Commissie (triloog).
In het algemeen kan ik aangeven dat het EP, net als Nederland, voorstander is van
het verder verhogen van het ambitieniveau van het Commissievoorstel. Over het algemeen
is de Raad iets behoudender, hoewel er ook binnen de Raad meerdere lidstaten zijn
die de onderhandelingen met het EP willen gebruiken om de ambitie en impact te versterken.
Hierbij wordt onder andere gekeken naar de verdere concretisering van de consumptiereductiedoelstelling
voor «on-the-go» verpakkingen, een sterke basis voor EPR-schema’s (extended producer responsibility) als bindend instrumentarium voor het organiseren van producentenverantwoordelijkheid
en een ambitieuze doelstelling voor inzameling van plastic flessen met het oog op
recycling.
De Commissie en een aantal lidstaten benadrukken daarnaast het belang van juridische
helderheid en een geharmoniseerde aanpak met het oog op de interne markt. Uiteraard
zal Nederland binnen deze onderhandelingen blijven inzetten op een ambitieus pakket
van maatregelen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.