Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Ploumen, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 20 november 2018, over het bericht dat er te weinig ziekenhuispersoneel is voor bevallingen
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 130
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2018
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 20 november jl. (Handelingen II 2018/19,
nr. 25) heeft uw Kamer verzocht om een brief over de berichtgeving dat er een tekort
is aan ziekenhuispersoneel en deze te willen ontvangen voor het Algemeen overleg Zwangerschap
& geboorte van 29 november aanstaande. Uit de berichtgeving komt naar voren dat verloskundigen
steeds meer moeite moeten doen om een plek te vinden waar vrouwen kunnen bevallen.
De verloskundige heeft dan contact met meerdere ziekenhuizen. De KNOV geeft aan dat
het kan leiden tot onveilige situaties. Met deze brief ga ik in op de gesignaleerde
problematiek waarmee ik tegemoet kom aan uw verzoek.
Toegankelijkheid tot verloskundige zorg
Allereerst wil ik benadrukken dat het voor mij voorop staat dat vrouwen die moeten
bevallen kunnen rekenen op goede verloskundige zorg. De Inspectie voor Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) heeft mij laten weten dat zij tot op heden geen signalen heeft ontvangen
dat de patiëntveiligheid in gevaar is geweest. Ook zijn er geen calamiteiten gemeld.
Ook bij de NZA waren geen signalen over het feit dat er onvoldoende zorg is ingekocht
door zorgverzekeraars of dat er situaties zijn ontstaan waarin de zorg niet kon worden
geleverd. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ziet toe op de naleving van de zorgplicht
door zorgverzekeraars.
Het feit dat er geen signalen zijn binnengekomen, hoeft niet te betekenen dat er geen
knelpunten zijn waar men in de praktijk tegenaan loopt. De NZa gaat daarom in gesprek
met de ROAZ regio om in beeld te brengen wat precies de situatie is. Daarnaast moeten
zorgverzekeraars, in het kader van de zorgplicht, zorgen dat bepaalde afdelingen voor
acute verloskunde niet sluiten, omdat deze extra belangrijk zijn voor een goede spreiding
van de geboortezorg in Nederland. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) brengt op mijn verzoek periodiek in kaart wat de «gevoelige» afdelingen zijn
voor de vigerende 45-minuten norm. Het laatste rapport van het RIVM heeft u recent
van mij ontvangen1.
Er moet meer inzicht komen in beschikbare plekken per ziekenhuis
Uit de berichten blijkt dat verloskundigen geregeld meerdere ziekenhuizen moeten bellen
voordat ze met een zwangere ergens terecht kunnen. Voor verloskundigen is niet altijd
snel inzichtelijk in welke ziekenhuizen plek is waardoor zij meerdere ziekenhuizen
moet bellen. Dit moeten de zorgaanbieders en zorgverzekeraars in een regio met elkaar
regelen. In Amsterdam en Utrecht heeft het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) er
bijvoorbeeld voor gezorgd dat eerstelijns verloskundigen in het «Acuut Zorgportaal»
kunnen zien in welk ziekenhuis er op dat moment verloskundige capaciteit is. Dit bespaart
tijd en onrust bij het zoeken naar een plek voor barende vrouwen die in het ziekenhuis
moeten of willen bevallen. Op dit moment wordt dit systeem nog niet altijd correct
ingevuld en ziekenhuizen buiten de ROAZ regio hebben zich niet aangesloten bij het
portaal. Terwijl in sommige gevallen wel uitgeweken moet worden naar een ziekenhuis
buiten de regio. Het ROAZ Utrecht is zich hiervan bewust en heeft contact met de ziekenhuizen
over nut en noodzaak hiervan. Verder onderzoekt het ROAZ Utrecht welke oplossingen
mogelijk zijn voor het creëren van meer beschikbare plekken voor vrouwen. Bijvoorbeeld
door de doorstroom te verbeteren door de ontslagprotocollen op elkaar af te stemmen.
Ook zoeken zij buiten de regio contact met ziekenhuizen om afspraken te maken over
het overnemen van geplande zorg. Hoewel er nog stappen te zetten zijn, geeft ROAZ
Utrecht het goede voorbeeld, waarvan ik het belangrijk vind dat andere regio’s dit
zullen volgen.
Goed omgaan met schaars personeel
Er kunnen pieken voorkomen in het aantal vrouwen dat in een bepaalde week is uitgerekend
en/of bevalt. In dit soort gevallen komt het geregeld voor dat een zwangere niet kan
bevallen in het ziekenhuis of geboortehuis van haar voorkeur. Daarbij speelt ook de
krappe arbeidsmarkt een rol. Door de krappe arbeidsmarkt proberen ziekenhuizen het
schaarse personeel zo goed mogelijk in te zetten binnen de organisatie. Dat betekent
soms ook dat er minder ruimte overblijft om pieken op te vangen.
Goede regionale afspraken via het ROAZ zoals hierboven beschreven, waaronder meer
inzicht voor verloskundigen bij welk ziekenhuis zij terecht kunnen, zijn daarom ontzettend
belangrijk. Deze problemen zijn het grootst in de regio’s Utrecht, Noord-Holland en
Zuid-Holland, maar in alle regio’s is afgesproken dat als er sprake is van een acute
situatie dat de zwangere niet geweigerd mag worden.
Om te zorgen voor voldoende medisch personeel in ziekenhuizen investeer ik jaarlijks
fors in het opleiden van zowel specialisten als gespecialiseerd verpleegkundig en
medisch ondersteunend personeel. Dat doe ik op basis van ramingen van het Capaciteitsorgaan
en kostendekkende financiering. Daarnaast stel ik jaarlijks € 200 mln. beschikbaar
via de Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg voor op-, bij- nascholing van personeel
in ziekenhuizen. Ook investeer ik jaarlijks € 112 mln. via het Stagefonds Zorg in
voldoende en goede stagebegeleiding door werkgevers.
Werken in de Zorg
De arbeidsmarktopgave is groot; niet alleen in de verloskunde maar breder in de zorg.
Denk aan de wijk, de ouderenzorg, de ziekenhuizen en de kraamzorg. Daarom heeft VWS
dit voorjaar een zorgbreed actieprogramma Werken in de Zorg gelanceerd (bijlage bij
Kamerstuk 29 282, nr. 303). Het zwaartepunt van het actieprogramma ligt in de regio met 28 regionale actieplannen
voor de aanpak van tekorten. Dit steunen we onder meer met de scholingsimpuls SectorplanPlus
(330 mln) voor scholing van nieuwe medewerkers en de IkZorg-campagne.
We volgen de aanpak in de regio’s nauwgezet. Een onafhankelijke adviescommissie toetst
de regionale actieplannen en doet voorstellen voor verbetering. Voor het stimuleren
van (inter)regionale kennisdeling over onder andere de aanpak van werkdruk en inzet
van innovatie start op korte termijn een actie-leer-netwerk.
Tot slot
Het kan niet zo zijn dat een ziekenhuis een zwangere vrouw in een levensbedreigende
situatie weigert en de veiligheid in het geding komt. De afspraak van de regio’s om
zwangeren in acute situaties niet te weigeren biedt perspectief. Verloskundigen die
hebben aangegeven dat er gevaarlijke situaties optreden, of dat er situaties zijn
waarin de zorg niet kan worden geleverd, wil ik met klem oproepen hiervan melding
te maken bij de IGJ en of de NZa. Dan kunnen zij deze signalen onderzoeken. Op dit
moment gebeurt het nog te vaak dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars hun omgeving
te weinig betrekken in het proces om te komen tot wijzigingen in het zorgaanbod. Daarom
wil ik regio’s – verloskundig samenwerkingsverband, ziekenhuis, zorgverzekeraars en
andere betrokken partijen – oproepen de dialoog te voeren met de inwoners uit de omgeving
over de organisatie van de (geboorte)zorg. Waar nodig zal ik partijen hier op aanspreken
en/of het gesprek op gang brengen.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg