Brief regering : Voortgang visserijbeleid
32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
29 675
Zee- en kustvisserij
Nr. 92
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2018
Met deze brief informeer ik u over de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU
en Marokko over een nieuw visserijprotocol, de stand van zaken omtrent de implementatie
van Fully documented fisheries in relatie tot de aanlandplicht en de verlenging van het vigerende beleid ten aanzien
van mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s) met één jaar.
Visserijprotocol EU-Marokko
De afgelopen maanden vonden onderhandelingen plaats over een nieuw EU-visserijprotocol
met Marokko. Het vorige vierjarige visserijprotocol tussen de EU en Marokko liep op
14 juli jongstleden af. Het betreft een belangrijk protocol voor de Nederlandse pelagische
sector, die ruim 80% van de visvangst op grond van het Protocol voor zijn rekening
neemt. Parallel aan de onderhandelingen over het nieuwe visserijprotocol werden onderhandelingen
gevoerd over een wijziging van de overkoepelende visserijpartnerschapovereenkomst,
zodat deze tevens van toepassing is op de wateren grenzend aan de Westelijke Sahara.
Dit was nodig omdat het EU-hof in februari oordeelde dat de visserijpartnerschapsovereenkomst
niet van toepassing is op de wateren die grenzen aan de Westelijke Sahara.
De Europese Commissie presenteerde op 8 oktober jl. het onderhandelingsresultaat en
het rapport over het consultatieproces en de gevolgen van de aanpassing aan de Raad.
Het kabinet is van mening dat de Commissie alle redelijke en haalbare stappen heeft
ondernomen om de instemming van de bevolking van de Westelijke Sahara te verkrijgen.
De oplossing zoals gepresenteerd zal naar verwachting een positief effect hebben op
de economische ontwikkeling van het gebied. Nederland is dan ook voornemens in te
stemmen met het besluit tot ondertekening, dat naar verwachting op 29 november aanstaande
zal worden vastgesteld in de Raad voor Concurrentievermogen.
Fully documented fisheries
Uw Kamer is in juni (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1112) en in oktober jl. (Kamerstuk 32 201, nr. 91) geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de aanlandplicht en de invoering
van de pilot Fully documented fisheries (FDF) als voorwaarde voor de uitzondering van schol van de aanlandplicht. Dit is
een pilot waarbij camera’s aan boord van schepen de vangst en discards moeten gaan
monitoren. Dit zou beter inzicht in de vangst- en discardhoeveelheden en samenstelling
moeten geven, dat kan worden ingezet om onderzoek naar selectiviteit en overleving
te versterken.
Sinds oktober wordt de pilot FDF in overleg met de sector en kennisinstellingen nader
uitgewerkt. Over de opzet en aanpak is gerapporteerd naar de Europese Commissie. Omdat
de uitzondering voor schol, waar de pilot aan gekoppeld is, is verkort van drie jaar
naar één jaar is de opzet van de pilot aangepast. Om een spoedige start van de pilot
te bewerkstelligen zal de invoering van FDF op deelnemende schepen meer gespreid plaatsvinden,
waarbij begonnen wordt met drie schepen en de overige zeven schepen gedurende het
jaar instromen. Ook is de opzet zo dat na één jaar al tussenresultaten beschikbaar
zijn. De ambitie is om ook in opvolgende jaren de pilot voort te zetten.
Nederland zal volgend jaar pleiten voor een verlenging van de uitzondering voor schol.
Het is daarom zaak dat er snel een start wordt gemaakt, zodat Nederland aan de Europese
Commissie kan laten zien dat serieus werk gemaakt wordt van de pilot. De planning
is nog altijd dat in januari de eerste systemen op de schepen worden geïnstalleerd.
Verlenging MZI-beleid
Met de nota «MZI-beleid 2015–2018» wordt het beleid beschreven voor mosselzaadinvanginstallaties
(MZI’s) voor de jaren 2015 tot en met 2018 (Kamerstuk 29 675, nr. 178). De MZI’s zijn al sinds 2010 het belangrijkste alternatief voor het verkrijgen van
mosselzaad ten behoeve van de kweek van mosselen. Dit alles is een uitvoeringsonderdeel
in het kader van de afspraken over de transitie van de mosselsector en natuurherstel
in de Waddenzee, het zgn. «mosselconvenant 2008» (Kamerstuk 29 675, nr. 50).
Zoals is toegezegd (Kamerstuk 29 675 nr. 178) wordt het onderhavige MZI-beleid in 2018 geëvalueerd, waarbij de resultaten hiervan
zullen worden gebruikt voor het vervolgbeleid ná 2018. Deze evaluatie is inmiddels
al geruime tijd in volle gang, doch de afronding hiervan zal niet voor het einde van
het jaar worden gerealiseerd. Dit wordt vooral veroorzaakt door de benodigde intensieve
afstemming met belanghebbenden en andere gebruikers in de Waddenzee. Teneinde de benodigde
zorgvuldigheid te betrachten, is gemeend dat deze afstemming meer tijd in beslag zal
nemen dan vooraf was voorzien.
Gelet hierop heb ik besloten het vigerende MZI-beleid voor één jaar te verlengen.
Dit houdt onder meer in dat de thans geldende randvoorwaarden voor de MZI’s ook in
2019 van toepassing zullen zijn. De verwachting is dat de evaluatie van het MZI-beleid
in de loop van 2019 zal worden afgerond. Op basis van deze resultaten ben ik voornemens
om het nieuwe MZI-beleid voor de periode vanaf 2020 vast te stellen. Ik zal Uw Kamer
hierover in de loop van 2019 nader informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit