Brief regering : Toezeggingen gevangeniswezen en TBS
24 587 Justitiële Inrichtingen
29 452
Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel
Nr. 741
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2018
Met deze brief doe ik een aantal toezeggingen gestand ten aanzien van het gevangeniswezen
en de TBS, waaronder toezeggingen die ik recent heb gedaan tijdens het AO gevangeniswezen
van 6 september 2018 (Kamerstuk 24 587, nr. 736) en het AO strafrechtelijke onderwerpen van 8 november 2018. Ik zal hierna achtereenvolgens
ingaan op de onderwerpen veiligheid, re-integratie van ex-gedetineerden en zorg. Tot
slot informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van het onderzoek naar het incident
met Telefonie voor Justitiabelen.
Veiligheid
Incident contrabande in JC Zaanstad
Op 11 oktober 2018 heeft de Telegraaf foto’s en filmpjes laten zien die zijn gemaakt
vanuit Justitieel Complex (JC) Zaanstad. Ik vind zowel het feit dat de beelden gemaakt
konden worden met een telefoon als de inhoud van de beelden onacceptabel. Er is door
JC Zaanstad direct actie ondernomen. Een grondige zoekactie op de betreffende afdeling
heeft ertoe geleid dat de betreffende telefoon is gevonden. De gedetineerden die betrokken
waren bij de video’s zijn geïdentificeerd en bestraft. Dit geldt ook voor de gedetineerden
die betrokken waren bij het filmpje dat op 15 oktober 2018 werd gepubliceerd op de
internetsite Dumpert.nl.
Naar aanleiding van deze vondsten heeft DJI besloten tot het uitvoeren van geïntensiveerde
zoekacties in JC Zaanstad. Deze geïntensiveerde zoekacties zijn uitgevoerd met inzet
van functionarissen van de Landelijke Bijzondere Bijstand (LBB) van de Dienst Vervoer
en Ondersteuning (DV&O). Daarbij zijn ook speurhonden ingezet, die in staat zijn drugs
en telefoons op te sporen.
Hieronder staat een overzicht van de contrabande die tijdens twaalf geïntensiveerde
zoekacties (in de periode 15 oktober tot en met 8 november 2018) is aangetroffen op
de onderzochte afdelingen.1
In totaal zijn tijdens de speciale zoekacties in deze periode in JC Zaanstad 425 cellen
geïnspecteerd en verschillende gemeenschappelijke ruimten gecontroleerd.
Aangetroffen contrabande tijdens geïntensiveerde zoekacties in JC Zaanstad:
Hasj/Wiet
40
Hulpmiddelen drugs
5
Harddrugs
2
Medicatie1
38
Lader
9
Telefoon/smartphone
11
Headset
2
Sim kaart
2
Geld /waardeartikel
8
Gegevensdrager
1
Steekwapen2
2
Slag-stootwapen
1
Scheermes
4
X Noot
1
Deze medicatie wordt soms door gedetineerden opgespaard en verhandeld met andere gedetineerden.
Dit is onwenselijk uit oogpunt van orde en vanuit zorg voor de gedetineerden. Desondanks
gebeurt het dat medicatie zich verspreidt als contrabande onder gedetineerden.
X Noot
2
De aangetroffen steekwapens betroffen voorwerpen die zijn aangescherpt en daardoor
als steekwapen zouden kunnen dienen.
Ondanks het feit dat in de inrichtingen voortdurend maatregelen worden getroffen om
contrabande tegen te houden, is het aantal contrabande dat is aangetroffen hoog. De
aanwezigheid van deze contrabande vind ik niet acceptabel. Ze vormen een risico voor
de orde en veiligheid in de inrichting en passen niet bij een omgeving waarin de gedetineerde
werkt aan een succesvolle terugkeer in de samenleving. Ook softdrugs die buiten de
PI’s worden gedoogd, zijn binnen de gevangenis niet toegestaan. Bekend is dat de helft
van de gedetineerdenpopulatie problemen heeft met alcohol en/of drugs. Veel gedetineerden
hebben dan ook de neiging om hier binnen de inrichting naar op zoek te gaan en het
naar binnen te smokkelen. De aangetroffen hoeveelheden betroffen in vrijwel alle gevallen
gebruikershoeveelheden.
In de gevallen waarin de aangetroffen contrabande naar een gedetineerde kon worden
herleid, is de betreffende gedetineerde door de directeur gesanctioneerd, conform
de wettelijke mogelijkheden in de vorm van straffen en maatregelen.
Indien sprake is van vermoedens van voortgezet crimineel handelen, worden de aangetroffen
telefoons voor onderzoek aangeboden aan het Gedetineerden Recherche Informatiepunt
(GRIP) van de politie. De politie beoordeelt vervolgens of de aangeboden telefoons
daadwerkelijk worden onderzocht.
Het tegengaan van contrabande vergt een afweging van de verschillende belangen. Daarbij
wordt ingezet op veiligheid door o.a. een strenge toegangscontrole van gedetineerden,
bezoekers en personeel, een goede muurbeveiliging, urinecontroles en celinspecties
en tegelijkertijd op resocialisatie door bijvoorbeeld bezoek en het oefenen met re-integratieverlof
ten behoeve van een veilige terugkeer in de maatschappij. Dit betekent dat er contacten
zijn met de wereld buiten de PI en er daardoor ook risico’s zijn op het binnenbrengen
van contrabande.
DJI investeert in vakmanschap, waaronder veiligheidsbewustzijn, om personeel toe te
rusten met voldoende handvatten om de toezichtsactiviteiten uit te voeren.
Verder heb ik in mijn visie op gevangenisstraffen, die ik op 17 juni 2018 aan uw Kamer
heb aangeboden, een aantal andere maatregelen aangekondigd.2 Ik vind het belangrijk dat het gedrag van gedetineerden, waaronder het smokkelen
en bezit van contrabande, zwaarder gaat meewegen bij het toekennen van vrijheden en
bij de voorwaardelijke invrijheidstelling. Het nieuwe regime van de beperkt beveiligde
afdeling waar gedetineerden verblijven die extramurale arbeid verrichten, wordt gescheiden
van de intramurale capaciteit om vermenging en overdracht van contrabande te voorkomen.
Ook heb ik bij uw Kamer een wetsvoorstel ingediend voor de strafbaarstelling van de
smokkel van contrabande (Kamerstuk 34 982). Daarnaast investeer ik in innovatie en techniek om contrabande verder tegen te
gaan. Zo loopt er een proef met een GSM-paraplu om ongewenste telefoonsignalen te
detecteren en te blokkeren. In het voorjaar van 2019 wordt een rapport opgeleverd.
Ook is gekeken naar security scanners als mogelijkheid voor een ander type apparatuur voor de toegangscontrole. Deze bleken
echter onvoldoende effectief. Momenteel wordt verkend welke technologieën beschikbaar
zijn en kunnen worden ingezet bij DJI. Daarnaast start ik met een onderzoek naar het
tegenhouden van drones.
De zoekacties blijven binnen heel DJI plaatsvinden.
Verloftoekenningen aan tbs-gestelden
Zoals ik aan uw Kamer heb toegezegd licht ik, naar aanleiding van berichtgeving in
de Telegraaf, het tbs-verlofstelsel hieronder toe.3 De behandeling in het kader van de tbs-maatregel is erop gericht herhaling van het
misdrijf in de toekomst te voorkomen en de tbs-gestelde op een veilige en verantwoorde
wijze terug te laten keren in de samenleving. Iedere twee jaar bepaalt de rechter
in een verlengingszitting over het al dan niet verlengen van de maatregel.
Hiervoor wint de rechter advies in bij de behandelaars en de officier van justitie.
Als de rechter de tbs-maatregel niet (voorwaardelijk) beëindigt, dan loopt de behandeling
door. De beslissing van de rechter de tbs-maatregel te verlengen staat los van de
vraag of een tbs-gestelde in het kader van zijn behandeling met verlof kan.
Zonder verloftraject is het niet mogelijk de tbs-gestelde voor te bereiden op een
veilige en gefaseerde terugkeer in de samenleving. Een tbs-gestelde krijgt pas verlof
als de behandeling dusdanig is gevorderd dat wordt ingeschat dat geen direct delictgevaar
meer aanwezig is en het verlof verantwoord wordt geacht.
Het verloftraject wordt heel zorgvuldig en stapsgewijs ingezet. Eerst gaat iemand
met begeleid verlof, daarna volgen de fasen van onbegeleid verlof, transmuraal verlof
en proefverlof.
Aan elke beslissing over de volgende verloffase liggen adviezen van de behandelende
kliniek en het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) ten grondslag. De adviezen zijn
gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde risicotaxatie-instrumenten. Wanneer de kliniek
verneemt dat de tbs-gestelde zich niet aan de voorwaarden houdt die aan zijn verlofplan
zijn verbonden of wordt verdacht van een strafbaar feit, of andere omstandigheden
zich voordoen die het recidiverisico doen verhogen, zal de kliniek bezien of de verlofvoorwaarden
moeten worden aangepast of de verlofmachtiging moet worden ingetrokken.
In aanloop naar besluitvorming over de machtiging verlof wordt door de kliniek en
door het Informatiepunt Detentieverloop (IDV) van het OM contact opgenomen met nabestaanden
en slachtoffers. Dat contact dient twee doelen. Er wordt uitgelegd wat het verlof
van een tbs-gestelde inhoudt en daarnaast wordt geïnventariseerd hoe bij het verlof
zoveel mogelijk rekening kan worden gehouden met wensen en belangen van de slachtoffers
en nabestaanden. Zo kunnen locatie- en gebiedsverboden als voorwaarde bij het verlof
worden opgenomen. De slachtoffers en nabestaanden worden tevens geïnformeerd wanneer
een nieuwe verlofmachtiging wordt afgegeven.
Zonder al te zeer op de individuele casussen in te gaan, constateer ik dat het AVT
in deze casussen voldoende voortgang in de behandeling heeft gezien om positief te
adviseren over het gevraagde verlof. Daarnaast kan ik bevestigen dat er contact is
geweest met de nabestaanden voor- en nadat de verlofmachtigingen zijn afgegeven. Dit
neemt niet weg dat het bericht dat een tbs-gestelde met verlof gaat zeer ingrijpend
kan zijn voor de betrokken slachtoffers en nabestaanden.
Re-integratie
Taal, onderwijs en arbeid in PI’s
Zoals ik tijdens het AO strafrechtelijke onderwerpen van 8 november 2018 heb toegezegd,
informeer ik uw Kamer over het huidige aanbod aan taal, onderwijs en arbeid in de
PI’s en over de wijze waarop deelname in de toekomst minder vrijblijvend wordt. Gedetineerden
hebben recht op het volgen van onderwijs en deelname aan andere educatieve activiteiten
voor zover deze zich verdragen met de aard en duur van de detentie en met de persoon
van de gedetineerde. Voor alle gedetineerden is een basisaanbod aan onderwijs beschikbaar,
dat bestaat uit Nederlands, Engels, rekenen, computervaardigheden en alfabetisering.
Daarnaast is het vanuit het plusprogramma ook mogelijk om vervolg- of vakopleidingen
te volgen, zoals een opleiding boekhouden en ondernemersvaardigheden.4
Deelname aan deze activiteiten wordt opgenomen in het detentie- en re-integratieplan
(D&R-plan) van de gedetineerde, als deze activiteiten voortvloeien uit de concrete
re-integratie- en gedragsdoelen van de gedetineerde die in dit plan worden gesteld
en bijdragen aan een succesvolle re-integratie. Afhankelijk van de re-integratiedoelen
van de gedetineerde kan dit onder andere het volgen van onderwijs of het (beter) leren
van de Nederlandse taal betreffen.
In mijn visie op gevangenisstraffen heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind dat
re-integratieactiviteiten minder vrijblijvend worden ingevuld (bijlage bij Kamerstuk
29 279, nr. 439). Uitvoering van de concrete afspraken in het D&R-plan zal daarom intensiever worden
gemonitord. Het niet nakomen van deze afspraken wordt meegewogen bij beslissingen
over het verlenen van interne en externe vrijheden.
Gedrag binnen detentie gaat ook een grotere rol spelen bij penitentiaire arbeid. Op
dit moment geldt een recht en plicht op arbeid, maar in de praktijk werkt verplichte
deelname aan arbeid niet altijd goed: ongemotiveerde gedetineerden zitten hun tijd
in de arbeidszaal uit, presteren niet of nauwelijks en houden andere gedetineerden
van het werk. In mijn visie heb ik uiteengezet dat onderdeel van de normalisatie van
arbeid is dat gedetineerden worden aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid
om van de deelname aan arbeid een succes te maken. Dit is van belang voor een succesvolle
re-integratie in de maatschappij en arbeidsmarkt na afloop van detentie. In het wetsvoorstel
betreffende de wijziging van detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
zullen daarom enkele wijzigingsvoorstellen worden opgenomen die prikkels inbouwen
om de arbeidsprestaties van gedetineerden te verbeteren en het mogelijk maken om ongemotiveerde
gedetineerden (tijdelijk) uit te sluiten van arbeid. Uitgangspunt blijft dat voor
een actieve invulling van detentie en succesvolle re-integratie zoveel mogelijk gedetineerden
arbeid verrichten en hiertoe gemotiveerd worden.
Procesevaluatie Social Impact Bond (SIB)
Naast arbeid binnen detentie, is arbeid buiten detentie van belang voor een succesvolle
re-integratie. Met deze brief bied ik uw Kamer de uitkomsten aan van de «Procesevaluatie
Social Impact Bond werk na detentie».5 Doel van deze SIB is om middels publiek-private samenwerking, door gebruik te maken
van een financieringsconstructie genaamd SIB, effectieve arbeidstoeleiding te bevorderen
onder (ex-) gedetineerden.
In dit onderzoek is enerzijds nagegaan hoe de SIB-constructie is vormgegeven en of
een dergelijke constructie ook voor toekomstige pilots ingezet kan worden en anderzijds
hoe de arbeidstoeleidingsinterventie is uitgevoerd.
Bij een SIB formuleert de opdrachtgever de doelstellingen en de randvoorwaarden. De
investeerder selecteert een uitvoerende partij en betaalt deze. Pas bij het behalen
van de doelstellingen betaalt de opdrachtgever aan de investeerder. De onderzoekers
constateren dat betrokken partijen enthousiast zijn over de samenwerking en dat veel
inzicht is verkregen over de wijze waarop SIB's in de toekomst kunnen worden opgezet.
De SIB wordt als een veelbelovende constructie gezien voor het ontwikkelen en testen
van innovatieve en doelgerichte projecten waarvoor anders onvoldoende overheidsgelden
beschikbaar worden gesteld.
Naast de procesevaluatie wordt ook een effectmeting uitgevoerd, waarmee wordt onderzocht
of de personen uit de behandelgroep na de looptijd van het programma beter in staat
zijn om zelf in hun levensonderhoud te voorzien en minder terugvallen in de criminaliteit.
De mate van succes en de uitbetaling aan de investeerders hangt af van de mate van
recidive en arbeidsdeelname.
De onderzoekers constateren dat de arbeids- en recidivedoelstellingen van de SIB mogelijk
te ambitieus zijn geformuleerd. Er zijn op basis van tussenmetingen in de effectmeting
aanwijzingen dat de beoogde toename van duurzame arbeid niet voldoende gerealiseerd
gaat worden. Dit kan echter pas definitief in 2021 bij de effectmeting worden vastgesteld.
Dit onderzoek geeft mij een belangrijk inzicht in het proces van het werken met een
SIB. De resultaten van dit onderzoek kunnen ook er aan bijdragen om het instrument
SIB op rijksniveau en op gemeentelijk niveau verder te brengen. In afwachting van
de definitieve resultaten van de effectmeting worden de (tussen)resultaten en werkzame
bestanddelen in het programma Koers en Kansen meegenomen.
Zorg
Hierbij bied ik uw Kamer een advies aan van de Raad voor de Strafrechtstoepassing
en Jeugdbescherming (RSJ) over gedetineerden met psychische problematiek6. In navolging van een uitgebreider onderzoek in 2012 bracht de RSJ deze zomer een
advies uit over psychische zorg voor gedetineerden. Ik ben tevreden over het feit
dat de RSJ verbeteringen heeft aangetroffen. Tegelijkertijd signaleert de RSJ knelpunten
en doet een aantal aanbevelingen. Mijn reactie hierop volgt begin 2019, waarbij ik
het resultaat van een analyse naar het verloop van forensische zorgtrajecten én de
door mij, in het VAO gevangeniswezen van 3 oktober 2018 (Handelingen II 2018/19, nr.
8, item 8), toegezegde analyse naar de druk op zowel de EZV- als PPC-capaciteit betrek.7
Daarnaast bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport «Pilotevaluatie doorzorgfunctionaris
PI» aan8, dat door het WODC in opdracht van DJI is uitgevoerd. Om de toegang tot zorg in detentie
te verbeteren en de verbinding tussen zorg binnen en buiten het gevangeniswezen te
versterken, heeft DJI in zeven inrichtingen geëxperimenteerd met de inzet van een
zogeheten «Doorzorgfunctionaris». De functionaris is een psychiatrisch geschoolde
zorgprofessional, zoals een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige. De focus van de
werkzaamheden van de doorzorgfunctionaris ligt op het motiveren van gedetineerden
voor zorg en het realiseren van zorg, door samen te werken met zorginstellingen waar
iemand met psychische problemen na het uitzitten van zijn detentie naartoe kan (continuïteit
van zorg).
De uitkomst van de evaluatie is dat de doorzorgfunctionaris van toegevoegde waarde
is. De komst van deze functionaris brengt met zich mee dat vaker wordt samengewerkt
met ketenpartners en het onderlinge contact beter verloopt. Ook pakt hij of zij problematiek
van gedetineerden op die eerder slechts beperkt of op dat moment niet kon worden opgepakt
door de aanwezige psychologen in de PI. Met als resultaat dat psychologen worden ontlast
en dus meer tijd kunnen besteden aan het behandelen van gedetineerden. Kortom: een
groter aantal gedetineerden krijgt zorg tijdens en na detentie, en gestarte trajecten
worden vaker voortgezet als iemand van buiten naar binnen komt of andersom.
Uit het experiment kunnen ook lessen worden getrokken. Zo constateren de onderzoekers
dat bij PI’s onduidelijkheid bestond, en soms nog bestaat, over de afbakening van
taken van de doorzorgfunctionaris ten opzichte van de taken van de casemanager, die
een bijdrage levert op de vijf basisvoorwaarden voor re-integratie waarvan zorg er
één is.
Op grond van de opgedane ervaringen bezie ik hoe gevolg kan worden gegeven aan dit
experiment. Hierbij betrek ik deze evaluatie en andere initiatieven op het terrein
van continuïteit van zorg.
Telefonie voor Justitiabelen
Ter voorkoming van voortgezet crimineel handelen binnen detentie worden telefoongesprekken
van gedetineerden door DJI opgenomen. Gesprekken tussen gedetineerden en advocaten
zijn hiervan uitgesloten. Bij brief van 7 november 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd
dat er desondanks toch gesprekken tussen gedetineerden en advocaten zijn opgenomen
en dat ik hier een onafhankelijk onderzoek naar zal instellen, aangezien het onacceptabel
is dat de vertrouwelijkheid van gesprekken tussen advocaten en gedetineerden onvoldoende
gewaarborgd is geweest.9
Het doel van dit onderzoek is, zoals ook in bovengenoemde brief is opgenomen, vast
te stellen hoe het heeft kunnen gebeuren dat gesprekken tussen gedetineerden en advocaten
zijn opgenomen, wat de consequenties hiervan zijn geweest en hoe ervoor wordt gezorgd
dat dit in de toekomst niet meer kan gebeuren. Daarnaast zal onderzocht worden hoe
lang het opnemen zoals hierboven omschreven heeft plaatsgevonden.
Het onderzoek strekt zich uit tot de beschikbare gegevens. Relevant daarbij is de
wettelijke bewaartermijn voor opgenomen gesprekken en het feit dat DJI heeft gewerkt
conform de afspraken in het tussen DJI en de NOvA gesloten «Convenant Nummerherkenning
DJI» en het hierbij behorende «Dossier Afspraken en Procedures Nummerherkenningsysteem»,
waardoor de inhoud, maar niet de loggegevens, van ruim 3.000 abusievelijk opgenomen
gesprekken is gewist.
Graag informeer ik uw Kamer dat er de afgelopen weken meerdere malen overleg is geweest
tussen mijn ministerie en de NOvA. Tijdens deze contacten is besloten een onafhankelijke
commissie in te stellen om eerdergenoemd onderzoek te verrichten. Op dit moment wordt
deze commissie samengesteld. Deze zal bestaan uit een voorzitter, een IT-deskundige
en een jurist. Daarbij acht ik het van belang dat in de commissie kennis aanwezig
is van een grote uitvoeringsorganisatie. Daarnaast is van belang dat het de commissie
vrij staat om – indien noodzakelijk – een derde partij aan te trekken om technisch
onderzoek te verrichten. Verder wordt op dit moment samen met de NOvA gewerkt aan
een onderzoeksopdracht.
Ik zal uw nader Kamer informeren zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn.
Ik wil uw Kamer ten aanzien van de telefoonvoorzieningen binnen DJI voorts nog informeren
over de omstandigheid dat DJI op dit moment door een drietal eisers, waaronder de
Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, is betrokken in een kort geding over
het gebruik van een voicemailfunctionaliteit van de door DJI gebruikte telefonievoorziening.
Kort gezegd is in deze procedure door eisers het standpunt opgenomen dat het verplichte
gebruik van de voicemail in een tweetal inrichtingen een belemmering is voor het vrije
verkeer tussen gedetineerden en advocaten. Deze procedure is onder de rechter, zodat
ik er op dit moment niet verder op in kan gaan.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.