Brief regering : Inzet bij de 14e Conferentie van Partijen van het Biodiversiteitsverdrag
26 407 Biodiversiteit
Nr. 112
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2018
Met deze brief informeer ik u over de Nederlandse inzet tijdens de 14e Conferentie van Partijen bij de Conventie inzake Biologische Diversiteit die van
                  17 tot en met 29 november a.s. plaatsvindt in Sharm-El-Sheikh, Egypte.
               
Voor deze verdragsconferentie heeft de Europese Unie één gezamenlijke EU-positie bepaald
                  in de Raadsconclusies die op 9 oktober 2018 door de Milieuraad van de EU zijn vastgesteld.
                  Uw Kamer heeft de Nederlandse inzet voor deze Raadsconclusies besproken tijdens het
                  Algemeen Overleg ter voorbereiding op de EU Milieuraad, op 2 oktober 2018. De Raadsconclusies
                  leggen op hoofdlijnen de prioriteiten en gewenste uitkomsten van de Europese lidstaten
                  vast. Dat neemt niet weg dat er ruimte is voor eigen accenten en speerpunten van Nederland,
                  die zowel tijdens de EU-positiebepaling en onderhandelingen in Egypte naar voren zullen
                  worden gebracht.
               
In deze brief geef ik een overzicht van de belangrijkste onderwerpen van de vergadering
                  en de Nederlandse inzet op die onderwerpen. Nederland zal tijdens de verdragsvergadering
                  vertegenwoordigd worden door een ambtelijke delegatie.
               
Procesafspraken nieuw biodiversiteitsraamwerk 2020
Het huidige strategische raamwerk van het verdrag met de twintig globale biodiversiteitsdoelen
                  (Aichi-doelen), loopt tot 2020. Het is de bedoeling om tijdens Conferentie van Partijen
                  15 (CoP-15) in 2020 te Beijing, China, een nieuw strategisch raamwerk vast te stellen.
                  Tijdens CoP-14 moeten belangrijke procesafspraken gemaakt worden om tot dat nieuwe
                  raamwerk te komen. Feit is dat de doelen van het Biodiversiteitsverdrag keer op keer
                  niet gehaald worden, terwijl het belang van goede biodiversiteit voor de mensheid
                  steeds duidelijker wordt. Ik zet mij in voor een stevig nieuwe strategisch plan voor
                  het Biodiversiteitsverdrag, met de nadruk op implementeerbaarheid. Daarbij past een
                  proces voor nationale toezeggingen («national commitments») en een formele status
                  voor inspanningen van zogenaamde non-state-actors.
               
Integratie van biodiversiteit in andere sectoren
Veel menselijke activiteiten leiden tot een verlies aan biodiversiteit. Om biodiversiteit
                  te behouden en duurzaam te gebruiken is het nodig dat in alle maatschappelijke sectoren
                  rekening gehouden met biodiversiteit. Tijdens de verdragsvergadering wordt in het
                  bijzonder gekeken naar integratie in de sectoren energie en mijnbouw, infrastructuur,
                  de productiesector en gezondheid. De Nederlandse delegatie zal het belang van milieueffectrapportages
                  en strategische milieueffectrapportages benadrukken, en onze goede ervaringen daarmee
                  voor het voetlicht brengen. Daarnaast zal de delegatie benadrukken dat het belangrijk
                  is om afspraken te maken samen met het bedrijfsleven.
               
Digitale Genetische Informatie
Tijdens de verdragsvergadering zal een besluit genomen moeten worden over Digitale
                  Genetisch informatie (DGI) in relatie tot afspraken over toegang tot genetische informatie
                  en gelijke verdeling van de baten. De toegang tot deze informatie wordt geregeld binnen
                  het protocol van het verdrag (Nagoya protocol). De afspraken in het protocol staan
                  onder spanning, omdat tegenwoordig genetische informatie op zeer eenvoudige wijze
                  gedigitaliseerd kan worden. Er is in het verleden niet expliciet afgesproken of deze
                  digitale genetische informatie al dan niet onder de werking van het verdrag valt.
                  Als afgesproken wordt dat dit wel het geval moet zijn, zal dat ontwikkelingen en innovaties
                  belemmeren en vertragen, bijvoorbeeld op het gebied van vaccin ontwikkeling, zaadveredeling
                  en Climate Smart Agriculture. Nederland zal daarom nadruk leggen op het belang van
                  vrije beschikbarheid van data.
               
Synthetische Biologie
In het kader van het Cartagenaprotocol bij het Verdrag zijn afspraken gemaakt over
                  voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met genetisch gemodificeerde organismen. De wetenschappelijke
                  ontwikkelingen op dit terrein gaan hard en het is daarom de vraag of aanvullende voorzorgmaatregelen
                  nodig zijn. Er wordt in het bijzonder gediscussieerd over de noodzaak tot aanvullende
                  afspraken over de techniek voor het ontwikkelen van «genedrives» die ervoor zou kunnen
                  zorgen dat nieuw genetisch materiaal langer aanwezig blijft in een populatie. Nederland
                  wil voorkomen dat specifieke toepassingen van synthetische biologie worden geblokkeerd
                  door opleggen van extra verplichtingen indien dit op grond van de milieurisicobeoordeling
                  niet noodzakelijk is.
               
Bestuivers
Nederland organiseert in de marge van de vergadering evenementen met betrekking tot
                     de Coalition of the Willing on Pollinators. Een aantal landen en de EU zullen tijdens
                     de CoP lid worden van deze door Nederland georganiseerde Coalitie door ondertekening
                     van de opgestelde declaratie.
                  
Partijen committeren zich daarmee tot het werken aan actieplannen voor bestuivers
                     en tot samenwerking en kennisdeling.
                  
Klimaat
Nederland vindt dat goede afstemming nodig is tussen de afspraken over biodiversiteit
                  en klimaat. Door te zorgen voor gezonde natuur kunnen we tegelijk klimaatverandering
                  mitigeren en kunnen we ons door grotere veerkracht beter aanpassen aan veranderingen.
               
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
                  C.J. Schouten
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
