Brief regering : Verslag van de Jaarvergadering van de Wereldbankgroep van 11 tot 14 oktober 2018 in Bali, Indonesië
26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee
Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2018
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Financiën, het verslag aan van de Jaarvergadering
van de Wereldbankgroep (»de Bank») die plaatsvond van 11 tot 14 oktober 2018 in Bali,
Indonesië. Op 25 september 2018 is uw Kamer per brief geïnformeerd over de beoogde
Nederlandse inzet (Kamerstuk 26 234, nr. 216).
De Jaarvergadering stond dit keer in het teken van wereldwijde ontwikkelingen, waaronder
toenemende schulden en technologische veranderingen, en de vraag hoe de Bank daarop
moet inspelen. Hoewel de Bank constateerde dat extreme armoede afneemt, blijkt het
bereiken van de «pockets of the poor» buitengewoon moeilijk. De concentratie van extreme armoede in fragiele staten en
conflictgebieden maakt ontwikkeling complex, hetgeen nog verder wordt bemoeilijkt
door de toenemende schuldenproblematiek.
In het Development Committee, de plenaire ministeriële bijeenkomst van de Jaarvergadering, stonden ontwikkelingsvraagstukken
rondom menselijk kapitaal, schuldhoudbaarheid, disruptieve technologieën en ontwikkelingen
op financieel-technologisch vlak (FinTech) op de agenda.
Nederland ondersteunde in het Development Committee en in gesprekken met het Bankmanagement de beleidsinzet van de Bank en riep de Bank
op tot voortzetting van het leiderschap op de bovengenoemde thema’s, onder meer door
leningen, onderzoek en assistentie van klantlanden, en meer en betere inzet in fragiele
en door conflict getroffen landen, inclusief grotere aanwezigheid van staf in de betrokken
landen.
De schriftelijke interventie die Nederland namens de Kiesgroep inbracht in het Development Committee1 is bijgevoegd, evenals het Communiqué2 van de vergadering.
Net als veel andere delegaties sprak Nederland zijn medeleven uit met de nabestaanden
van de ramp op Sulawesi. Nederland verwelkomde de door de Wereldbank aangeboden hulp
bij de wederopbouw en het versterken van de weerbaarheid tegen natuurrampen.
Human Capital Project
Tijdens de Jaarvergadering was brede overeenstemming over het belang van ontwikkeling
van menselijk kapitaal (gezondheidszorg en onderwijs) voor duurzame en inclusieve
groei en het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Snelle technologische ontwikkelingen
maken investeren in menselijk kapitaal alleen maar belangrijker, willen samenlevingen
niet achterblijven. De Bank heeft, in lijn met de inzet van Nederland, aangekondigd
de eigen inzet op het gebied van menselijk kapitaal te zullen intensiveren.
President Kim presenteerde op de Jaarvergadering de Human Capital Index, een belangrijk instrument om staten aan te zetten tot investeringen in menselijk
kapitaal. Voor de berekening van deze index wordt gebruik gemaakt van door staten
beschikbaar gestelde data over kindersterfte, onderwijs en gezondheidszorg. De Bank
hoopt dat door publieke aandacht voor de rangschikking van landen (Nederland staat
op nummer 9 op deze lijst van in totaal 157 landen) regeringen gestimuleerd worden
tot extra investeringen in de sociale sectoren. Een groep van 28 landen heeft zich
aangemeld als zogeheten early adopters van het Human Capital Project. De Bank zal in samenspraak met klantlanden de ontwikkeling van menselijk kapitaal
stimuleren. De aanbevelingen uit het World Development Report 2019 over menselijk kapitaal zullen hier een belangrijke rol bij spelen. Nederland vindt
het bemoedigend dat landen uit de focusregio’s van het Kabinet, waaronder Ethiopië,
Irak, Jordanië en Libanon, zich bij de groep early adopters hebben aangesloten. Hieruit blijkt opnieuw dat de Bank een katalyserend effect kan
hebben op de Nederlandse ontwikkelingsinzet.
Nederland heeft het Human Capital Project positief ontvangen en de noodzaak benadrukt van sociale inclusie en aandacht voor
gemarginaliseerde groepen, met bijzondere aandacht voor toegang tot onderwijs voor
meisjes. Nederland heeft ook de nadruk gelegd op de noodzakelijke operationele maatregelen
van de Bank zelf, in het bijzonder de intensivering van het leningenprogramma voor
onderwijs. Ook pleitte Nederland voor aandacht van de Bank en klantlanden voor het
vergroten van de staatskasinkomsten voor de benodigde investeringen in menselijk kapitaal,
mede in het licht van de toenemende schuldenlast in lage-inkomenslanden en in opkomende
economieën.
Schuldhoudbaarheid in opkomende economieën en lage-inkomenslanden
Tijdens de Jaarvergadering was er ook bijzondere aandacht voor de toegenomen risico’s
voor schuldhoudbaarheid in veel ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Zowel
het Bankmanagement als de meeste landen benadrukten de ernst van de – toenemende –
problematiek op dit vlak. Er was overeenstemming dat een stevige inzet vereist is
van lenende landen, crediteuren, de Bank en het IMF om tijdig verdere escalatie te
voorkomen. In het Development Committee spitsten de interventies zich naast de toegenomen schuldenlast ook toe op de toegenomen
complexiteit en de gebrekkige transparantie ervan in combinatie met een beperkte schuldmanagementcapaciteit,
vooral van lage inkomenslanden. Net als veel andere landen heeft Nederland de gepresenteerde
gezamenlijke benadering van de Bank en het IMF ondersteund om overheden te assisteren
via verbeterde analyses en datatransparantie, versterkte vroegtijdige signaleringssystemen,
het opschalen van beheercapaciteit en het aanjagen van structurele hervormingen. Ook
hebben Nederland en veel andere landen de dialoog door de Bank en het IMF met crediteuren
en debiteuren hierover verwelkomd.
Nederland heeft verder benadrukt dat de Bank ook in haar eigen beleid optimaal rekening
moet houden met de beheersing van de schuldenlast van landen. Daarbij heeft Nederland
er bij de Bank op aangedrongen haar financiering selectief in te zetten en optimaal
te richten op versterking van de economie van de betrokken landen. Tenslotte heeft
Nederland ook aangekondigd zijn eigen inspanningen ten behoeve van technische assistentie
van de Bank en het IMF op het gebied van schuldenmanagement en -transparantie te intensiveren.
De Bali FinTech agenda en disruptieve technologieën
De Bank ziet veel kansen in technologische veranderingen voor effectieve en efficiënte
ontwikkeling van landen. In het Development Committee werd het potentieel van technologie omarmd. De Bali FinTech agenda moet richting
geven aan de inzet van zowel de Bank als het IMF ten aanzien van het gebruikmaken
van ontwikkelingen op financieel technologisch vlak (FinTech).
De Bank werd opgeroepen om het ontwikkelingspotentieel van deze technologieën te ontsluiten.
Zowel de vergrote toegang tot financiële diensten als de versterking van systemen
voor overmaking van remittances kunnen op significante wijze bijdragen aan het vergroten van de inkomsten en de economische
ontwikkeling van ontwikkelingslanden. Ook op het vlak van financiële inclusie kunnen
grote stappen gezet worden, onder meer door het aanmaken van een digitale identiteit
om zo toegang te krijgen tot financiële diensten.
Specifiek vroeg Nederland aandacht voor het voorkomen dat toegang tot technologieën
voor gemarginaliseerde groepen belemmerd wordt. In lijn met de inzet van het Kabinet,
en in het belang van de allerarmsten, bepleitte Nederland dat allen moeten kunnen
profiteren van de voordelen van disruptieve technologieën.
Andere aandachtspunten die Nederland opbracht betroffen de risico’s die gepaard gaan
met het gebruik van (financiële) technologie, onder meer door mogelijk misbruik van
data door staten waardoor grondrechtelijke vrijheden (zoals privacy) in het gedrang kunnen komen, en de risico’s van fraude en financiering van terrorisme.
Stand van zaken kapitaalverhogingen
In aanloop naar de Jaarvergadering is op 1 oktober de vereiste meerderheid van formele
stemmen bereikt voor de kapitaalverhoging van de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD). Voor de vereiste meerderheid van formele stemmen voor de kapitaalverhoging
van de International Finance Corporation (IFC) is de stem van de VS vereist, die in dit Bankonderdeel een vetorecht heeft.
De VS heeft opnieuw zijn commitment uitgesproken aan het pakket, maar voor beide formele stemmen van de VS is instemming
van het Congress nodig, die in de loop van 2019 wordt verwacht. Verschillende landen, waaronder Nederland,
hebben wederom alle landen opgeroepen tot een snelle en volledige afronding van de
goedkeuring van de kapitaalverhoging. Dit is met name belangrijk om de private sectorstrategie
van de Bank ten volle uit te kunnen voeren.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking