Brief regering : Besteding middelen politie
29 628 Politie
Nr. 820
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2018
Met deze brief wil ik uw Kamer informeren dat het kabinet de komende jaren extra wil
                  investeren in de politie.
               
Op de aanvullende post bij het Ministerie van Financiën staan voor 2018 nog middelen
                  van het regeerakkoord van het kabinet Rutte III voor de politie met een omvang van
                  € 52 mln. Daarnaast heeft het kabinet eerder dit jaar € 58 mln. extra beschikbaar
                  gesteld aan de politie. De besteding van deze middelen beoogt het verbeteren van de
                  veiligheid van het politiepersoneel en de verdere verhoging van de inzetbaarheid van
                  de politiecapaciteit.
               
Vergroten inzetbaarheid met € 91 mln.
Met het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) investeert dit kabinet € 291 mln. in de opbouw van structureel extra capaciteit
                  voor de politie. Deze capaciteit zal de komende jaren worden geworven en opgeleid.
                  De politie kent de aankomende jaren een groot verloop van met name pensioengerechtigde
                  medewerkers. Om deze uitstroom en geleidelijke instroom te overbruggen is incidenteel
                  € 58 mln. extra beschikbaar gesteld voor de politie om de inzetbaarheid op niveau
                  te houden en flexibel in te kunnen zetten.1 Uit de middelen die voor 2018 nog op de aanvullende post staan, wordt hier € 33 mln.
                  aan toegevoegd zodat het totaal op € 91 mln. komt. Deze € 91 mln. komt ten goede aan
                  de inzetbaarheid van de bestaande politiecapaciteit, wat de komende jaren op lokaal
                  niveau direct merkbaar zal zijn.
               
De maatregel kan lokaal op verschillende manieren ingezet worden, die elk leiden tot
                     meer voor politiewerk inzetbare uren. De uitwerking van de maatregelen gebeurt op
                     lokaal niveau door de politie in afstemming met het lokaal gezag. Dit sluit aan bij
                     de wens van het kabinet om meer ruimte te bieden voor het op lokaal niveau maken van
                     keuzes. Hierdoor kan meer rekening worden gehouden met de diversiteit van de problematiek
                     binnen en tussen de eenheden. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld worden aangewend voor
                     het inzetten van overuren of het inhuren van niet-executieve medewerkers waardoor executieve medewerkers vrij gemaakt worden voor de
                     uitvoering van de politietaak.
                  
Omdat iedere eenheid met de negatieve effecten van uitstroom te maken zal hebben wordt
                     het grootste deel van de middelen conform de huidige sterkteverdeling verdeeld. Daarnaast
                     wordt de instroom van DKDB-medewerkers en recherchekundigen versneld. Deze recherchekundigen kunnen vervolgens binnen
                     de eenheden worden ingezet.
                  
Om echter ook recht te doen aan verschillen in de samenstelling van het personeelsbestand
                  tussen de eenheden zullen enkele eenheden een groter deel van de € 91 mln. ontvangen.
                  Daarnaast heb ik ervoor gekozen binnen de € 91 mln. eenmalig extra middelen (€ 7,5
                  mln. in totaal) te reserveren voor de eenheden Limburg, Zeeland-West-Brabant en Brabant-Oost.
                  Deze drie eenheden worden momenteel geconfronteerd met een synthetische drugsproblematiek
                  in combinatie met milieucriminaliteit. In de bijlage treft u de verdeling van de middelen
                  over de eenheden. Hierbij is een klein deel van de middelen gereserveerd voor sociale
                  lasten als gevolg van de extra overuren binnen de eenheden.
               
Toegangsbeveiliging
Het Crisis Respons Team Toegangsbeveiliging van de politie heeft urgente risico’s
                  vastgesteld ten aanzien van de toegangsbeveiliging van politiegebouwen. Gelet op de
                  aard van het werk van de politie – denk aan privacyaspecten, opsporingsbelangen en
                  bijzondere opsporingsmethoden – is het van belang dat de politie haar werk kan verrichten
                  binnen goed beveiligde domeinen. Daaronder valt ook de fysieke beveiliging van de
                  politiegebouwen.
               
Omdat in alle eenheden een kwalitatieve verbetering noodzakelijk is, zal een nieuwe
                  landelijke toegangsbeveiliging ingevoerd worden die robuust genoeg is om zowel cyber
                  als fysieke dreigingen het hoofd te bieden. Met deze investering wordt € 19 mln. van
                  de beschikbare middelen aangewend.
               
Deze besluitvorming wordt bij Najaarsnota 2018 geformaliseerd. Daarnaast is er voor
                  de jaren 2019 e.v. een structurele reeks beschikbaar van ca € 29 mln. Over de besteding
                  van deze middelen ben ik nog in gesprek met de korpschef en de gezagen. Besluitvorming
                  over deze structurele middelen vindt plaats bij de voorjaarsbesluitvorming van het
                  kabinet.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
Bijlage 1: Verdeling van de € 91 mln. over de eenheden
                  
Eenheden
2019
2020
2021
Totaal
Noord Nederland
1,3
1,5
1,5
4,4
Oost Nederland
2,3
2,7
2,7
7,8
Midden Nederland
1,6
1,9
1,9
5,4
Noord Holland
1,2
1,4
1,4
3,9
Amsterdam
1,8
2,1
2,1
5,9
Den Haag
2,0
2,3
2,3
6,6
Rotterdam
2,0
2,4
2,4
6,8
Zeeland West-Brabant
1,1
1,3
1,3
3,7
Oost Brabant
1,1
1,2
1,2
3,5
Limburg
1,0
1,1
1,1
3,2
Regionale Eenheden
15,4
17,8
17,9
51,2
Landelijk Eenheid
1,8
2,1
2,1
6,1
Totaal verdeel EH
17,3
20,0
20,1
57,4
Trekkingsrecht inhuur eenheden bij PDC
4,2
1,7
0,3
6,2
Sociale lasten ivm overuren voor eenheden
1,9
2,0
2,1
6,0
Bijzondere problematiek personeelsopbouw
                            
                            
                            
                            
– Rotterdam
0,5
0,3
0,2
1,0
– Den Haag
0,5
0,3
0,2
1,0
– Limburg
1,0
0,5
0,5
2,0
Aanvullende problematiek
                            
                            
                            
                            
– Limburg
1,5
0,8
0,3
2,5
– Zeeland West Brabant
1,5
0,8
0,3
2,5
– Oost Brabant
1,5
0,8
0,3
2,5
DKDB + Recherchekundigen
5,0
3,0
2,0
10,0
Totaal te besteden
34,9
30,1
26,2
91
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid