Brief regering : Rapport "Toezicht arbeid werknemer op, aan of rondom zeeschepen"
25 883 Arbeidsomstandigheden
31 409
Zee- en binnenvaart
Nr. 338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2018
Voor de concurrentiepositie van Nederland is een level playing field met de ons omringende
landen van groot belang. In de beantwoording van de Kamervragen van 17 mei 2018 van
de leden Wiersma en Remco Dijkstra (beiden VVD) is aangegeven dat de Inspectie SZW
een vergelijkend onderzoek zou doen om te bezien hoe de Nederlandse wetgeving en toezicht
op arbeid aan boord van zeeschepen zich verhoudt tot de situatie in omringende landen
(Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2114). In de betreffende Kamervragen en in een verzoek van de vaste Commissie van SZW
van 10 oktober 2018 is gevraagd naar de boeteoplegging aan de reder van de «Oasis
of the Seas». In reactie hierop wil ik u laten weten dat de beslissing op bezwaar
is genomen.
Hierbij ontvangt u zoals toegezegd het rapport «Toezicht op arbeid door werknemers op, aan en rondom zeeschepen1. Een vergelijkend onderzoek naar toezicht op arbeidsmarktwetten in Nederland, Frankrijk,
België en Duitsland» van de Inspectie SZW. Dit onderzoek is breder dan alleen de scheepsbouw waar in de
beantwoording van de Kamervragen op in is gegaan. Het heeft ook raakvlakken met de
zeescheepvaart. Het onderzoek geeft inzicht in de wet -en regelgeving en handhavingspraktijk
in deze landen. Aangezien op onderdelen behoefte bestaat aan nadere informatie heeft
de Staatssecretaris de Inspectie SZW verzocht aanvullend onderzoek te doen.
De internationale afspraken ten aanzien van de rechten van zeevarenden zijn vastgelegd
in het Maritiem Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie. Daarnaast
kan tegelijkertijd nationale arbeidswetgeving van toepassing zijn. Eerlijk, gezond
en veilig werk zijn hierbij de uitganspunten. Voor de uitwerking in de praktijk is
zowel relevant de specifieke arbeidswetgeving, zoals de Wet arbeid vreemdelingen (Wav)
en de Wet minimumloon (Wml) als de wijze van toezicht en handhaving van deze wetgeving
in Nederland. De genoemde wetgeving heeft tot doel het voorkomen van oneerlijke concurrentie
op arbeidsvoorwaarden en verdringing op de arbeidsmarkt.
In de beantwoording van de Kamervragen is aangegeven dat ik eventuele onduidelijkheden
in de toepassing van de regelgeving (Wav en Wml) met sociale partners zou bespreken.
Hierover is constructief overleg gevoerd door en met sociale partners. Daarbij is
een aantal punten besproken ten aanzien van zowel de scheepsbouw als de zeevaart;
zoals de mogelijkheden die de huidige regelgeving biedt, het beter laten aansluiten
van de terminologie in de Wav-regelgeving bij de maritieme wetgeving en de reikwijde
van de Wml.
Met betrekking tot de mogelijkheden die de huidige regelgeving biedt is sinds 1 juli
2017 de «Regeling internationaal handelsverkeer», geïntroduceerd in het Besluit uitvoering
Wet arbeid vreemdelingen (Buwav). Deze regeling biedt de mogelijkheid om buitenlandse
werknemers werkzaamheden te laten verrichten in het kader van een traject. Hiervoor
hoeft alleen toestemming van UWV te worden gevraagd, er is geen tewerkstellingsvergunning
nodig. Door UWV wordt getoetst of deze werkzaamheden geen verdringing opleveren. Voor
deze werknemers dient minimaal het Wettelijk minimumloon betaald te worden. Met sociale
partners wordt besproken in hoeverre deze regeling tegemoetkomt aan de wens om buitenlands
personeel voor korte tijd en zonder een tewerkstellingsvergunning aan te vragen in
te zetten bij werkzaamheden op zeeschepen die in een dok of in een Nederlandse haven
liggen.
Ten aanzien van de Wav is de insteek verder om de terminologie in de Wav-regelgeving,
die ziet op de zeescheepvaart zoals het begrip «schepelingendienst» beter aan te laten
sluiten bij het Maritiem arbeidsverdrag en de toepasselijke maritieme wetgeving.
Ten aanzien van de Wml is wenselijk om te verduidelijken dat de Wml alleen van toepassing
is op de zeescheepvaart als er sprake is van een substantiële binding met Nederland.
Op dit moment vindt nog overleg plaats tussen sociale partners, de Minister van IenW
en mij om duidelijk te krijgen wanneer de Wml van toepassing zou moeten zijn.
Uitgangspunt bij de verduidelijking van de Wav en Wml is dat er een evenwicht is tussen
eerlijk, veilig en gezond werk enerzijds en anderzijds de concurrentiekracht van de
Nederlandse maritieme sector. Voor die concurrentiekracht is het niet alleen van belang
te kijken naar het eigen beleid en toezichts- en handhavingspraktijk, maar ook naar
die in ons omringende landen. Om een level playing field te bereiken is het dus belangrijk
om dit te agenderen bij deze landen.
Ik streef ernaar u vóór het kerstreces te informeren over de uitkomsten van het overleg
over de verduidelijking van de Wav en Wml.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Indieners
-
Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid