Brief regering : Verslag Europese Raad van 17 en 18 oktober 2018
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1378
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2018
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese
Raad van 17 en 18 oktober 2018.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD VAN 17 EN 18 OKTOBER 2018
Op 17 oktober vond een Europese Raad in Artikel 50-samenstelling (ER Artikel 50) plaats.
Aansluitend sprak op 18 oktober de Europese Raad (ER), aan het begin in het bijzijn
van de voorzitter van het Europees parlement (EP), de heer Tajani1, over migratie, interne veiligheid en externe betrekkingen. Aansluitend vond een
informele Eurotop in inclusieve samenstelling plaats. De ER werd afgesloten met conclusies
(EUCO 13/18).
Europese Raad in Artikel 50-samenstelling
De ER in Artikel 50-samenstelling besprak – bij aanvang in het bijzijn van de Britse
premier May en de voorzitter van het Europees parlement (EP), de heer Tajani – de
voortgang in de Brexit-onderhandelingen. De Britse premier May verwelkomde de voortgang
die de afgelopen weken is geboekt in de onderhandelingen met de Commissie over een
terugtrekkingsakkoord. Het is echter nog niet mogelijk gebleken om een akkoord te
bereiken over het vermijden van een harde grens op het Ierse eiland. Hier zal verder
aan moeten worden gewerkt.
Hoofdonderhandelaar namens de EU27, de heer Barnier, informeerde de 27 staatshoofden
en regeringsleiders vervolgens over de laatste stand van zaken langs dezelfde lijnen
als daags ervoor in de Raad Algemene Zaken (zie Kamerstuk 21 501-02, nr. 1910) Het VK en de EU27 werken nog steeds aan een terugtrekkingsakkoord en een politieke
verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen. Ondanks vooruitgang op
het terugtrekkingsakkoord moest hoofdonderhandelaar Barnier de ER informeren dat er
geen «decisive progress» is, zoals gedefinieerd tijdens de informele ER in Salzburg. Er ligt nog geen finaal
akkoord over de gehele tekst van het terugtrekkingsakkoord. Zoals bekend is het grootste
punt van discussie nog altijd de zogenaamde «backstop» voor de Ierse grens in het terugtrekkingsakkoord. Het zoeken is naar een oplossing
die de afspraak dat er geen harde grens op het Ierse eiland ontstaat, verenigt met
de Britse wens om geen blijvende verschillen te creëren tussen Noord-Ierland en de
rest van het Verenigd Koninkrijk. Ook over de tekst van de politieke verklaring over
het kader van de toekomstige betrekkingen moet nog nader worden gesproken.
Er zal daarom de komende weken constructief en intensief onderhandeld moeten worden.
Zodra de onderhandelingen daartoe aanleiding geven, zal hoofdonderhandelaar Barnier
de staatshoofden en regeringsleiders aanbevelen weer bij elkaar te komen. De onzekere
situatie noodzaakt verder tot het intensiveren van de inspanningen op contingency planning voor een no deal scenario door lidstaten en door de Commissie. Alle lidstaten die het woord namen
spraken hun steun uit voor de Commissie en benadrukten de noodzaak de eenheid binnen
de EU27 en de benodigde kalmte te bewaren, die nodig zijn voor het bereiken van een
onderhandelingsresultaat dat de belangen van de EU het beste dient.
Voorzitter Tusk concludeerde mondeling als volgt met instemming van alle lidstaten:
de ER in Artikel 50-samenstelling bevestigde zijn volle vertrouwen in de hoofdonderhandelaar
en zijn vastbeslotenheid de eenheid te bewaren; nam er nota van dat er ondanks intensieve
onderhandelingen nog onvoldoende vooruitgang is; riep de hoofdonderhandelaar op om
te blijven proberen een akkoord te bereiken op basis van de eerder aangenomen richtsnoeren;
en staat klaar om een ER bijeen te roepen indien en wanneer de hoofdonderhandelaar
bericht geeft dat er beslissende vooruitgang is geboekt. Vooralsnog staat er geen
buitengewone ER in november gepland.
Europese Raad
Migratie
De staatshoofden en regeringsleiders voerden een discussie over het migratievraagstuk,
aan de hand van de conclusies van de ER van juni jl. (zie voor verslag ER juni Kamerstuk
21 501-20, nr. 1354; Verslag informele Europese Raad Salzburg, zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1365).
Het Oostenrijkse voorzitterschap gaf een stand van zaken van de uitvoering van eerdere
conclusies van de ER, in het bijzonder die van juni 2018. Diverse inspanningen ten
aanzien van de externe migratie-agenda werden genoemd, waaronder de extra inzet op
mensenhandel-/smokkel, het streven naar brede partnerschappen met Afrikaanse landen
en de aanpak van grondoorzaken van irreguliere migratie. Voor wat betreft de interne
dimensie werd verslag uitgebracht over de biechtstoelronde inzake de herziening van
het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS), meer specifiek de impasse rondom
de herziening van de Dublinverordening. Geconstateerd werd dat niet alle lidstaten
zich wensen te verbinden aan concrete en verplichtende resultaten, inclusief herplaatsing
van vluchtelingen. Verder werd gewezen op het voorstel van de Commissie voor verruiming
van het mandaat van de Europese Grens en Kustwacht (Frontex) en gepleit voor spoedige
behandeling door de Raad en het EP.
De hierop volgende discussie verliep langs dezelfde lijnen als bij de bijeenkomsten
in juni en september. Hoewel de alomvattende aanpak door alle lidstaten werd omschreven,
legden de verschillende lidstaten de bekende accenten op de drie in juni onderscheiden
sporen (extern, intern, grensbeheer). Vastgesteld werd dat de uitvoering van de conclusies
inmiddels is opgepakt, maar nog verdere inspanning vergt. Het voorzitterschap werd
tevens aangemoedigd zijn werkzaamheden inzake GEAS-hervorming voort te zetten en zo
spoedig mogelijk af te ronden.
Nederland heeft gepleit voor voortgang op alle onderdelen van de migratieroutes, in
Europa en daarbuiten. Benadrukt werd dat de herziening van het GEAS een verbetering
moet opleveren ten opzichte van de nu geldende regels en moet leiden tot een vermindering
van secundaire stromen. Ten aanzien van de Dublinverordening heeft Nederland zich
uitgesproken tegen de mogelijkheid dat lidstaten de verplichting tot herplaatsing
volledig kunnen afkopen met andere inspanningen. Gewezen werd op de relatie met Schengen
en het MFK: solidariteit is geen keuzemenu. Op het externe vlak bepleitte Nederland
een extra inspanning van EDEO en Commissie om de beoogde brede partnerschappen met
landen van oorsprong en transit in Afrika te realiseren, waarbij gebruik moet worden
gemaakt van de bijzondere banden van individuele lidstaten met betrokken landen. Idem
voor wat betreft de samenwerking met de zuidelijke oeverstaten in de Middellandse
Zee bij SAR-operaties en ontschepingen, waarbij Nederland de duurzaamheid en voorspelbaarheid
van betreffende arrangementen benadrukte.
Interne veiligheid
De ER heeft maatregelen gevraagd tot het beschermen van de democratische stelsels
van de Unie en het tegengaan van desinformatie, onder meer in het kader van de komende
Europese verkiezingen. In dit verband verdienen de door de Commissie voorgestelde
maatregelen inzake electorale samenwerkingsnetwerken, online transparantie, bescherming
tegen cyberincidenten, onrechtmatige datamanipulatie en de bestrijding van desinformatiecampagnes
en inzake de aanscherping van de voorschriften voor de financiering van Europese politieke
partijen, een snelle bespreking en een operationele follow-up door de bevoegde autoriteiten.
De Commissie zal de toepassing van de praktijkcode betreffende desinformatie nog dit
jaar beoordelen. De ER ziet uit naar het actieplan voor een gecoördineerde EU-respons,
dat overeenkomstig zijn conclusies van juni in december 2018 moet worden gepresenteerd.
De ER roept ook op tot het versterken van het vermogen om radicalisering en terrorisme,
met volledige inachtneming van de grondrechten, te voorkomen en aan te pakken. Het
voorstel van de Commissie ter voorkoming van de verspreiding van terroristische online-inhoud
moet met voorrang worden besproken. Uiterlijk aan het einde van de zittingsperiode
moet overeenstemming worden bereikt over de Commissievoorstellen betreffende elektronisch
bewijsmateriaal en toegang tot financiële informatie, en betreffende het beter bestrijden
van witwaspraktijken. De Commissie moet ook zo spoedig mogelijk onderhandelingsmandaten
voor de internationale onderhandelingen over elektronisch bewijsmateriaal indienen.
Het Commissie-initiatief om de bevoegdheden van het Europees Openbaar Ministerie uit
te breiden tot grensoverschrijdende terroristische misdrijven moet nader worden bestudeerd.
Over dit onderwerp is geen discussie gevoerd. De positie van het kabinet blijft dat
het niet overtuigd is van nut en noodzaak van de uitbreiding van het mandaat, en dat
het daarvoor ook geen politieke steun ziet. Dit is conform de motie van het lid Leijten
(zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1360). Het BNC-fiche over dit voorstel is uw Kamer inmiddels toegegaan (Kamerstuk 22 112, nr. 2707). Nederland heeft opgebracht dat naast de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten
en Europol ook Eurojust versterkt moet worden om het hoofd te bieden aan de nieuwe
uitdagingen t.a.v. technologische ontwikkelingen en het veranderende landschap van
veiligheidsdreigingen, bijvoorbeeld door het poolen van materiaal, versterkte partnerschappen met de particuliere sector, samenwerking
tussen instanties en betere toegang tot data.
De ER heeft ook opgeroepen om de onderhandelingen over interoperabiliteit en het EU-mechanisme
voor civiele bescherming af te ronden voor het eind van het jaar.
Externe betrekkingen
Cybersanctieregime
De ER sprak op verzoek van Nederland en het Verenigd Koninkrijk (VK) kort over de
verstoorde cyberoperatie gericht tegen de OPCW in Den Haag die op 4 oktober jl. bekend
is gemaakt. Nederland sprak dank uit voor de ontvangen steun. De ER was van mening
dat de weerbaarheid van de EU tegen cyberaanvallen moet worden vergroot en verzocht
hiertoe maatregelen uit te werken om illegale en kwaadwillige cyberactiviteiten te
bestrijden, inclusief restrictieve EU-maatregelen om cyberaanvallen tegen te gaan.
Deze maatregelen zullen voor het einde van de huidige termijn van de zittende Europese
Commissie moeten zijn afgerond. Dit is de gewenste opstap naar een thematisch EU-cybersanctieregime
om cyberaanvallen tegen te gaan.
Saoedische journalist Jamal Khashoggi
De ER sprak over de schokkende en zeer zorgelijke berichtgeving over de verdwijning
van de Saoedische journalist Jamal Khashoggi. De heer Khashoggi is niet teruggekeerd
van diens bezoek aan het Saoedische consulaat in Istanbul op 2 oktober en sindsdien
ontbreekt elk teken van leven. Nederland heeft zowel en marge van de ER als tijdens
de vergadering zelf zorg uitgesproken over het lot van Khashoggi en opgeroepen tot
een onafhankelijk en diepgaand onderzoek, conform de motie van het lid Omtzigt c.s.
(zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1374). Nederland verwees daarbij naar de verklaringen van Hoge Vertegenwoordiger Mogherini
en Frankrijk, Duitsland en VK. Nederland heeft bovendien gewezen op het strikte wapenexportbeleid
dat Nederland voert in verband met de Saoedische betrokkenheid bij het conflict in
Jemen en andere lidstaten opgeroepen dit voorbeeld te volgen, conform de motie van
het lid Van Ojik c.s. (zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1368).
De ER bekrachtigde de conclusies van de Raad over de voorbereiding van de bijeenkomsten
in het kader van het UNFCCC in Katowice (verslag Milieuraad komt uw Kamer zo spoedig
mogelijk toe).
Informele Eurotop
Tijdens de informele Eurotop is gesproken over de toekomst van de EMU (Economische
en Monetaire Unie). Het betrof een informele bijeenkomst zonder besluiten. Doel was
om een tussenstand op te maken in de aanloop naar de Eurotop in december. Tijdens
de eerdere Eurotop van 29 juni jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1354) is een verklaring opgesteld over de toekomst over de EMU. De Eurogroep heeft daarbij
van de Eurotop de opdracht gekregen deze verklaring verder uit te werken. Via de verslagen
van de Eurogroep en Ecofin wordt uw Kamer, zoals gebruikelijk, op de hoogte gehouden
van deze verdere uitwerking en de lopende besprekingen.
In de verklaring van 29 juni jl. is reeds opgenomen dat er, gegeven het bankenpakket
van mei, nu gewerkt zal gaan worden aan een routekaart om politieke onderhandelingen
over een Europees Depositoverzekeringsstelsel (EDIS) te starten, waarbij vastgehouden
wordt aan alle elementen van de routekaart van 2016, waaronder de voor Nederland belangrijke
discussies over de prudentiële behandeling van staatsobligaties. Ook is in de verklaring
opgenomen dat er consensus was onder de lidstaten om het Europees Stabiliteitsmechanisme
(ESM) de gemeenschappelijke achtervang van het Single Resolution Fund (SRF) te maken
en tegelijkertijd het ESM te versterken. Daarbij zal gewerkt worden op basis van alle
elementen van een ESM-hervorming uit de brief van de voorzitter van de Eurogroep aan
president Tusk.2 Tot slot is opgenomen dat de Eurogroep verder zal spreken over alle andere elementen
in de brief van de voorzitter van de Eurogroep.
De heer Centeno, voorzitter van de Eurogroep, gaf een toelichting op de uitwerking
en de lopende besprekingen. Vervolgens vond een discussie plaats die zich voornamelijk
toespitste op de versterking van het ESM en op een aparte begroting ter stabilisatie
van de Eurozone.
Enkele lidstaten gaven aan voorstander te zijn van het instellen van een aparte begroting
ter stabilisatie van de eurozone, binnen of buiten het Meerjarig Financieel Kader
(MFK), waarbij ook het idee van een Europese werkloosheidsverzekering is geopperd.
Onder andere Nederland heeft gesteld geen voorstander te zijn van een stabilisatiefunctie
voor de eurozone om de gevolgen van economische schokken te kunnen opvangen. Er kunnen
serieuze kanttekeningen worden geplaatst bij de noodzaak van een dergelijke capaciteit,
zoals uiteengezet in de kamerbrief met de Nederlandse visie op de toekomst van de
EMU (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1262). Nederland heeft aangegeven dat in het kader van de onderhandelingen over het MFK
kan worden gesproken over de wijze waarop het concurrentievermogen en opwaartse convergentie
binnen de eurozone kunnen worden bevorderd, bijvoorbeeld door middel van een koppeling
tussen Europese Structuur- en Investeringsfondsen en hervormingen in het kader van
het Europees semester.
Ten aanzien van het ESM bracht Centeno verslag uit van de discussies hierover in de
recente Eurogroep bijeenkomsten. De lidstaten zijn het erover eens dat het ESM versterkt
dient te worden. In de discussie ging het over het mogelijk aanpassen van het instrumentarium
van het ESM en de rol van het ESM bij totstandkoming van programma's. Volgens Nederland
heeft het ESM, met onder andere leningen met een bijbehorend aanpassingsprogramma
en preventieve kredietlijnen, al voldoende instrumenten om lidstaten van noodsteun
te voorzien. Het principe moet immers blijven dat het ESM enkel steun verleent als
dit onontbeerlijk is voor de financiële stabiliteit van het eurogebied of zijn lidstaten.
Wel kunnen de toegangscriteria van de instrumenten verduidelijkt worden en de doeltreffendheid
van de instrumenten vergroot worden.
Tijdens de lunch kwam ook de begroting van Italië aan bod. De Commissie heeft aangegeven
dat de Italiaanse begroting niet lijkt te voldoen aan de Europese begrotingsafspraken
en heeft inmiddels op 18 oktober jl. een brief3 gestuurd aan de Italiaanse Minister van Financiën met het verzoek tot verduidelijking.
Italië heeft op deze brief gereageerd, waarna de Commissie de ontwerpbegroting van
Italië definitief heeft teruggestuurd. Italië heeft nu drie weken de tijd de ontwerpbegroting
te herzien. Na het indienen van deze nieuwe ontwerpbegroting heeft de Commissie twee
weken de tijd om met een nieuwe opinie te komen. Verschillende lidstaten, waaronder
Nederland, hebben aangegeven zich zorgen te maken over de Italiaanse begrotingsontwikkelingen
en de Commissie gesteund door te wijzen op het belang dat de begrotingsregels worden
gerespecteerd, waar de Commissie op toeziet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken