Brief regering : Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel
33 714 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met de invoering van herziening bij aanslagen (Wet vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst)
Nr. 8 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2018
Het kabinet heeft bij zijn aantreden besloten tot het doen intrekken van een aantal
wetsvoorstellen. Dit is bij brief van de Minister-President van 1 november 2017 (Kamerstuk
34 700, nr. 50) aan de Tweede Kamer meegedeeld. Het betreft op het terrein van Financiën de volgende
wetsvoorstellen:
a) Wetsvoorstel vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst (Kamerstuk 33 714);
b) Wetsvoorstel Btw-constructies met (on)roerende zaken (Kamerstuk 30 061).
Ten aanzien van het wetsvoorstel onder a zullen de in het wetsvoorstel voorgestelde
aanpassingen van het heffingssysteem niet langer op die wijze worden gerealiseerd.
Met betrekking tot het wetsvoorstel onder b wordt opgemerkt dat deze door de ontwikkeling
in de Europese en Nederlandse jurisprudentie omtrent de toepassing van het leerstuk
«misbruik van recht» niet meer nodig is voor het dragende deel dat ziet op de bestrijding van de in dit
voorstel beoogde constructies. De Belastingdienst kan dit leerstuk «misbruik van recht» inmiddels als een meer gericht middel inzetten ter bestrijding van de in de toelichting
bij het wetsvoorstel beschreven btw-constructies. Overige onderdelen van het wijzigingsvoorstel
zijn in de loop der tijd al op andere wijze geregeld of kunnen op andere wijze geregeld
worden.
Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik de voorstellen van wet hierbij in.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën