Brief regering : Geannoteerde agenda Europese Raad van 17 en 18 oktober 2018
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1367
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2018
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor
de Europese Raad van 17 en 18 oktober 2018.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD VAN 17 EN 18 OKTOBER 2018
Op 17 oktober vindt een Europese Raad (ER) artikel 50 bijeenkomst plaats. Aansluitend
vindt er op 18 oktober een reguliere ER plaats waar wordt gesproken over migratie,
interne veiligheid en externe betrekkingen. De concept-conclusies zijn via delegates portal toegankelijk (document 11817/18). Tot slot vindt op dezelfde datum een informele Eurozonetop
plaats.
Europese Raad in Artikel 50-samenstelling
Voorafgaand aan deze ER zal de ER in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50) op woensdag
17 oktober de voortgang in de Brexit-onderhandelingen bespreken. Sinds de informele
ER van 19 en 20 september jl. is er beperkt vooruitgang geboekt in de onderhandelingen
over de Iers/Noord Ierse grenskwestie, de governance van het terugtrekkingsakkoord en de beschermde oorsprongsbenamingen (geografische
indicaties). Hoofdonderhandelaar Barnier zet alles op alles om vóór deze ER Artikel
50 met de onderhandelaars van het VK tot overeenstemming te komen over alle nog openstaande
punten van het terugtrekkingsakkoord. Het moeilijkste onderdeel daarbij is de zogenoemde
«backstop» voor de Iers/Noord-Ierse grens. Ook in de gesprekken over de politieke
verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen wordt hard gewerkt om voor
de aankomende ER Artikel 50 vooruitgang te boeken. De handelsaspecten van het kader
van het toekomstig economisch partnerschap blijven in deze gesprekken het grootste
knelpunt. Alleen bij voldoende voortgang op de openstaande punten zal de ER Artikel
50 oproepen tot een extra ER in november 2018 om het terugtrekkingsakkoord en de daarbij
gaande politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen te kunnen
finaliseren.
Het kabinet zal tijdens deze ER Artikel 50 wederom steun uitspreken voor de inzet
van hoofdonderhandelaar Barnier in de Brexit-onderhandelingen om zo spoedig als mogelijk
tot een evenwichtig pakket te komen en het belang van behoud van de EU27-eenheid benadrukken.
Europese Raad
Migratie
Naar verwachting zal de Europese Raad de stand opmaken van het migratievraagstuk,
aan de hand van de conclusies van de Europese Raad van juni jl. (zie voor verslag
ER juni Kamerstuk 21 501-20 nr. 1354; Verslag informele ER Salzburg, zie Kamerstuk 21 501-20, nr. 1365). Voor het kabinet is, in lijn met het staande beleid, belangrijk dat de ER de integrale
aanpak van migratie bekrachtigt.
In de discussie zal o.a. worden stilgestaan bij de verschillende migratiestromen,
de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel, ontscheping en maatregelen om grondoorzaken
van irreguliere migratie aan te pakken. Ook zal de stand van zaken worden besproken
inzake de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS).
Het kabinet streeft voortgang na op alle onderdelen van de migratieroutes, in Europa
en daarbuiten. Doel is om inspanningen ten aanzien van de externe migratie-agenda
te intensiveren, te weten inzet op mensenhandel-/smokkel, aanpakken van grondoorzaken
van irreguliere migratie (armoede, instabiliteit, onveiligheid, klimaatverandering
en het gebrek aan sociaaleconomisch perspectief). Daarnaast roept het kabinet de Europese
Dienst voor Extern Optreden (EDEO) op om zijn inzet ten aanzien van het overeenkomen
van brede partnerschappen met Afrikaanse landen te intensiveren.
Tevens zullen regeringsleiders van gedachten wisselen over de ontwikkeling van ontschepingsarrangementen
in Noord-Afrika en gecontroleerde centra in de EU, waartoe de Europese Raad in juni
heeft opgeroepen. Het kabinet pleit voor een duurzame regeling met betrekking tot
de ontscheping van migranten aan beide zijden van de Middellandse Zee in samenwerking
met UNHCR en IOM. Hierbij dient aan alle internationale kaders inzake zeerecht, asielrecht
alsmede mensenrechten te worden voldaan. Er liggen vooralsnog geen concrete voorstellen
aan specifieke derde landen voor.
Het Oostenrijks voorzitterschap zal de uitkomsten van de biechtstoelronde met betrekking
tot de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS), meer specifiek
de impasse rondom de herziening van de Dublinverordening, toelichten. In het algemeen
geldt dat voor het kabinet de herziening van het GEAS een verbetering moet opleveren
ten opzichte van de nu geldende regels en moet leiden een vermindering van secundaire
stromen. De inzet van het kabinet ten aanzien van de Dublinverordening is dat lidstaten
zich verbinden aan concrete en verplichtende resultaten. Het kabinet is tegenstander
van dat lidstaten de verplichting tot herplaatsing volledig zouden kunnen afkopen
met andere inspanningen. Solidariteit is immers geen keuzemenu. De ER zal naar alle
waarschijnlijkheid ook spreken over de wetgevingsvoorstellen die Commissievoorzitter
Juncker in zijn Staat van de Unie presenteerde. Ook hier is van toepassing dat het
kabinet meent dat de voorstellen moeten bijdragen aan een verbetering van het huidige
asielacquis en terugkeerbeleid.1 Uw Kamer wordt over het kabinetsstandpunt per BNC-fiche geïnformeerd.
Interne veiligheid
De ER zal raadsconclusies aannemen over interne veiligheid als follow-up van de informele
ER in Salzburg van 20 september jl. Er wordt een algemene discussie verwacht. Nederland
zal erop toezien dat er geen richtinggevende besluiten worden genomen t.a.v. de recent
uitgebrachte Commissievoorstellen waar die nog niet tussen kabinet en uw Kamer zijn
besproken.
Strategische interne veiligheidsagenda
Naar verwachting zal de ER om aandacht vragen voor het verder opbouwen van veerkracht
tegen aanslagen waarbij chemische, biologische, radioactieve of nucleaire middelen
worden gebruikt. Nederland vindt de versterking van de (nationale) operationele inzet
op dit terrein van belang. Het beschermen tegen deze vormen van dreiging is primair
de verantwoordelijkheid van de lidstaten; de Commissie kan een ondersteunende rol
spelen juist door expertise en ervaringen bij elkaar te brengen en te ontsluiten voor
de lidstaten.
De ER zal naar verwachting ook oproepen tot een prioritaire aanpak van cyber veiligheid.
Het kabinet steunt het cyber security pakket van de Europese Commissie van september
2017, in het bijzonder voor een permanent mandaat voor ENISA, het Europees Agentschap
voor Netwerk en Informatiebeveiliging en een Europees kader voor cyberbeveiligingscertificering
voor ICT-producten en -diensten.2 Tijdens de State of the Union op 12 september jl. heeft de Commissie een voorstel
bekendgemaakt voor een EU Cyber Security Industrial, Technology and Research Competence Centre. Hierbij heeft uw Kamer een behandelvoorbehoud geplaatst. Het BNC-fiche over dit
voorstel ontvangt u op korte termijn.
Ook vraagt de ER mogelijk aandacht voor grensoverschrijdende vorderingen van digitaal
bewijs (e-evidence). Het kabinet is van mening dat er evenwichtige wetgeving moet
komen die effectief is en fundamentele rechten respecteert. Het Nederlands standpunt
is verder toegelicht in twee BNC-fiches3 ter zake. De ER zal verder waarschijnlijk oproepen de voorstellen over interoperabiliteit
voor het einde van het jaar af te ronden en zo snel mogelijk te implementeren. Het
kabinet hecht aan een gebalanceerd akkoord. Het kabinet vindt het belangrijk dat de
EU informatie-uitwisselingprocessen effectief en efficiënt zijn waardoor eindgebruikers
zoals grens- en immigratiemedewerkers, en politieambtenaren, sneller en vollediger
informatie beschikbaar hebben om hun taken te kunnen uitoefenen. Het kabinet hecht
daarnaast aan een zorgvuldige implementatie waarbij de rechten t.a.v. gegevensbescherming
zijn gewaarborgd.
Daarnaast zal de ER mogelijk oproepen tot het afronden van de onderhandelingen over
het EU civiele beschermingsmechanisme voor het einde van het jaar. Het kabinet onderschrijft
het doel dat ten tijde van crisis er efficiënt en effectief gehandeld moet worden.
Rampen- en crisisbeheersing beschouwt Nederland echter als een in eerste instantie
nationale aangelegenheid. Voor Nederland is de raadspositie die in juli werd bereikt
het uitgangspunt voor de onderhandelingen met het EP.
Mocht tot slot worden gesproken over de uitbreiding van het mandaat van het Europees
Openbaar Ministerie (EOM) naar terroristische misdrijven, dan is de positie van Nederland
onveranderd ten opzichte van de vorige bespreking in Salzburg, waar Nederland heeft
aangegeven dat het niet overtuigd is van nut en noodzaak van de uitbreiding van het
mandaat, en dat er geen politieke steun is voor een dergelijke uitbreiding [Kamerstuk
21 501-20, nr. 1365]. Dit is ook in lijn met de motie Leijten [Kamerstuk 21 501-20, nr. 1360]. Het BNC-fiche over dit voorstel ontvangt u op korte termijn.
Voorstellen verkiezingen Europees parlement
De Europese Raad zal mogelijk spreken over het pakket voorstellen van de Europese
Commissie omtrent de verkiezingen voor het Europees parlement, ter bescherming van
het vrije- en eerlijke proces van verkiezingen en versterking van de weerbaarheid
van democratische systemen van de Unie. Een kabinetsappreciatie komt u binnenkort
toe middels een BNC-fiche. Voorop staat dat het kabinet zeer hecht aan vrije, open
en eerlijke verkiezingen. Nederland is zich bewust van de risico’s die de moderne
digitale tijd met zich mee brengt. Het kabinet heeft dan ook een positieve grondhouding
ten aanzien van het uitwisselen van kennis, best practices en relevante informatie
tussen lidstaten. Echter, de lidstaten zijn zelf verantwoordelijk voor de organisatie
en uitvoering van de Europese verkiezingen in hun eigen land en voor de wet- en regelgeving
over hun nationale partijen. Een akkoord op de voorstellen is nodig voor de Europese
verkiezingen om het gewenste effect te bereiken. Het kabinet zal erop toezien dat
de bespreking in de ER niet vooruit loopt op de behandeling van de voorstellen in
de verantwoordelijke Raadsformatie (Justitie en Binnenlandse Zaken).
Actieplan voor een gecoördineerde reactie op desinformatie
De ER zal naar verwachting herhalen met belangstelling uit te zien naar het actieplan
van de Commissie voor een gecoördineerde aanpak van desinformatie, mede met het oog
op de verkiezingen van het Europees parlement. Het kabinet hecht aan een gecoördineerde
aanpak van desinformatie, zoals ook uitgedragen tijdens de ER van juni 2018, waarbij
in de eerste plaats een rol is weggelegd voor niet-gouvernementele actoren zoals de
media en online platforms. Vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid van de
pers moeten daarbij te allen tijde gewaarborgd zijn. De overheid heeft een rol in
het geval dat de nationale veiligheid in geding is door desinformatie. Het kabinet
staat positief tegenover het feit dat partijen op 27 september jl. een gemeenschappelijke
gedragscode hebben opgesteld inzake online desinformatie, aangezien hiermee de sociale
mediabedrijven zelf hun verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van desinformatie.
Externe betrekkingen
Follow-up Salisbury
De ER zal naar verwachting op verzoek van het Verenigd Koninkrijk stilstaan bij de
follow-up van het lopende onderzoek naar de aanslag in Salisbury in maart 2018.
Cyber/OPCW
De ER zal op verzoek van Nederland en het Verenigd Koninkrijk (VK) stilstaan bij de
verstoorde cyberoperatie gericht tegen de OPCW in Den Haag die op 4 oktober jl. bekend
is gemaakt. De EU heeft bij monde van de voorzitter van de ER Tusk, de voorzitter
van de Commissie Juncker en Hoge Vertegenwoordiger Mogherini haar bezorgdheid uitgesproken
over de poging de integriteit van deze internationale organisatie te ondermijnen.
Dat vraagt om verhoogde alertheid en het verder vergroten van de weerbaarheid ten
aanzien van cyberdreigingen, en op het gebied van chemische, biologische, radiologische
en nucleaire dreigingen al dan niet in de context van een hybride conflictsituatie.
Nederland en het VK zullen in dit kader pleiten voor de instelling van een nieuw wereldwijd
thematisch EU-sanctieregime om kwaadaardige cyberactiviteiten te adresseren. Dit vloeit
wat het kabinet betreft logisch voort uit de operationalisering van de zogeheten «Cyber
Diplomatic Toolbox» en dient ertoe de prijs op onverantwoordelijk gedrag in het cyberdomein
op te voeren.
Informele Eurotop
Op 18 oktober aanstaande zal er tijdens de lunch en marge van de ER worden gesproken
over de toekomst van de EMU. Tijdens de Eurotop van 29 juni jl. is een verklaring
opgesteld over de Economische en Monetaire Unie (EMU). Daarin staat onder andere dat
gegeven het bankenpakket van mei er nu gewerkt zal gaan worden aan een routekaart
om politieke onderhandelingen over een Europees Depositoverzekeringsstelsel (EDIS)
te starten, waarbij vastgehouden wordt aan alle elementen van de routekaart van 2016,
waaronder de voor Nederland belangrijke discussies over de prudentiële behandeling
van staatsobligaties. Ook is in de verklaring opgenomen dat er consensus was onder
de lidstaten om het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) de gemeenschappelijke achtervang
van het Single Resolution Fund (SRF) te maken en tegelijkertijd het ESM te versterken. Daarbij zal gewerkt worden
op basis van alle elementen van een ESM-hervorming uit de brief van de voorzitter
van de Eurogroep aan president Tusk.4 Daarnaast zal de Eurogroep, die van de ER de opdracht heeft gekregen om de deelonderwerpen
van de ER-conclusies uit te werken, verder spreken over alle andere elementen in de
brief van de voorzitter van de Eurogroep. In de Eurotop van december 2018 zal weer
gesproken worden over de toekomst van de EMU.
Het doel van de bijeenkomst op 18 oktober is het opmaken van de tussenstand in de
aanloop naar de Eurotop in december. Er zullen geen besluiten worden genomen. De verwachting
is dat discussie zich zal concentreren op het versterken van het ESM en de door sommige
lidstaten gewenste begrotingscapaciteit voor de eurozone. Daarnaast kunnen de andere
onderwerpen uit de hierboven genoemde brief aan de orde komen. Uw Kamer is, zoals
gebruikelijk, door middel van verslagen van de Ecofin en Eurogroep, op de hoogte gehouden
van de lopende besprekingen.
Zoals eerder gemeld, is een aantal lidstaten voorstander van het instellen van een
aparte begroting ter stabilisatie van de eurozone. Het kabinet is geen voorstander
van een stabilisatiefunctie voor de eurozone om de gevolgen van de economische schokken
op te vangen. Bij de redenering voor de noodzaak van een dergelijke capaciteit kunnen
serieuze kanttekeningen worden geplaatst, zoals uiteengezet in de kamerbrief met de
Nederlandse visie op de toekomst van de EMU (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1262). Wat het kabinet betreft kan in het kader van de onderhandelingen over het Meerjarig
Financieel Kader (MFK) worden gesproken over de wijze waarop het concurrentievermogen
en opwaartse convergentie binnen de eurozone kunnen worden bevorderd, bijvoorbeeld
door middel van een koppeling tussen Europese Structuur en Investeringsfondsen en
hervormingen in het kader van het Europees Semester.
De lidstaten zijn het erover eens dat het ESM versterkt dient te worden. Het ESM is
op dit moment enkel verantwoordelijk voor de financiering van steunprogramma’s. Het
uitonderhandelen en het monitoren van beleidsvoorwaarden is belegd bij de Commissie,
in overleg met de ECB en waar mogelijk met het IMF. Om de effectiviteit van de besluitvorming
van steunprogramma’s te vergroten, dient het ESM volgens het kabinet een grotere rol
te spelen bij het uitonderhandelen en monitoren van programma’s, zonder dat de zeggenschap
van de lidstaten wordt aangepast. Daarnaast vindt het kabinet dat het raamwerk voor
de ordelijke herstructurering van onhoudbare overheidsschuld kan worden versterkt.
Er bestaan verschillende opvattingen onder lidstaten over de wenselijkheid hiervan.
Het kabinet staat in principe open voor het onderbrengen van de achtervang voor het
gemeenschappelijke resolutiefonds (SRF) bij het ESM, mits dit onderdeel is van een
brede ESM-hervorming, inclusief bovengenoemde elementen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken