Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van de leden Grinwis en Erkens ter vervanging van nr. 65 over het vaststellen van één kostengebaseerd tarief als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 113 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN ERKENS TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 65
Ontvangen 26 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, kunnen
de methodes, bedoeld in het tweede lid, op voorstel van dat warmtebedrijf en met instemming
van de colleges van de gemeente waarin de betreffende warmtekavels waarvoor het warmtebedrijf
is aangewezen, zijn gelegen, zodanig worden vastgesteld dat voor meerdere warmtekavels
gezamenlijk dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld of berekend die het aangewezen
warmtebedrijf in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1,
tweede lid.
2. In het vijfde lid wordt na «vastgesteld» ingevoegd «, tenzij een warmtebedrijf voor
meer dan een warmtekavel is aangewezen en overeenkomstig lid 3a maximale tarieven
voor deze warmtekavels gezamenlijk worden vastgesteld».
3. Na het zevende lid, onderdeel c, worden twee onderdelen ingevoegd:
ca. of, in het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, de
methodes, bedoeld in het tweede lid, zodanig worden vastgesteld dat de maximale tarieven
worden vastgesteld of berekend per warmtekavel of voor meerdere warmtekavels gezamenlijk,
waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, als bedoeld in lid 3a;
cb. De procedure volgens welke de methodes, bedoeld in het tweede lid, overeenkomstig
lid 3a worden vastgesteld en de voorwaarden waaronder de instemming van een college
kan worden ingetrokken;,
II
Artikel 7.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt «warmtebedrijf of».
2. Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, kan de
methode, bedoeld in het eerste lid, op voorstel van dat warmtebedrijf met instemming
van de colleges van de gemeenten waarin de betreffende warmtekavels waarvoor het warmtebedrijf
is aangewezen, zijn gelegen, zodanig worden vastgesteld dat voor meerdere warmtekavels
gezamenlijk dezelfde beoogde of toegestane inkomsten worden vastgesteld van het aangewezen
warmtebedrijf ten behoeve van het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 2.12.
3. Na het vijfde lid, onderdeel b, worden twee onderdelen ingevoegd:
ba. of, in het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen, de
methode, bedoeld in het eerste lid, zodanig wordt vastgesteld dat de beoogde of toegestane
inkomsten worden vastgesteld per warmtekavel of voor meerdere warmtekavels gezamenlijk,
waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen als bedoeld in lid 3a;
bb. de procedure volgens welke de methode, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig lid 3a
worden vastgesteld en de voorwaarden waaronder de instemming van een college kan worden
ingetrokken;.
III
Artikel 7.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen en de
beoogde of toegestane inkomsten voor dat warmtebedrijf zijn vastgesteld overeenkomstig
artikel 7.6, lid 3a, is het tariefvoorstel gebaseerd op de op grond van artikel 7.6,
lid 3a, vastgestelde beoogde of toegestane inkomsten en stelt het warmtebedrijf tarieven
voor, zodanig dat voor meerdere warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf
is aangewezen, dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld die het aangewezen warmtebedrijf
in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1, tweede
lid.
2. In het derde lid wordt «artikel 7.6, tweede lid, vervangen door «artikel 7.6, tweede
lid en lid 2a».
Toelichting
Dit amendement maakt het mogelijk dat er één kostengebaseerd tarief wordt vastgesteld
voor meerdere kavels waarvoor een warmtebedrijf is aangewezen, als de gemeenten waarin
deze kavels zijn gelegen, daarmee instemmen. Het kan gaan om alle kavels van het warmtebedrijf
of een subset van kavels. Dat maximale tarief kan het aangewezen warmtebedrijf dan
voor desbetreffende kavels in rekening brengen. Na nader onderzoek naar de effecten
van deze socialisering, zal, mits verantwoord, in een algemene maatregel van bestuur
de voorgestelde maatregel mogelijk worden gemaakt. Door alle gebruikers die zijn aangesloten
op collectieve warmtevoorzieningen bij hetzelfde warmtebedrijf hetzelfde tarief te
laten betalen, is de verwachting van de indieners dat er minder verschillen tussen
de tarieven zullen ontstaan en daardoor de tarieven voor een deel van de verbruikers
lager zullen zijn, omdat er sprake zal zijn van betere risicospreiding. Tevens kan
dit de uitlegbaarheid en het draagvlak ten goede komen. De tarieven worden conform
het voorliggende wetsvoorstel door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) per kavel
bepaald. Dit volgt uit de kavelsystematiek die in het wetsvoorstel is opgenomen. De
maximale tarieven zijn namelijk van toepassing op een aangewezen warmtebedrijf en
de aanwijzing van een warmtebedrijf geldt voor een specifieke kavel. De ACM stelt
vanaf fase 2 of maximale tarieven vast, of tariefformules, waarmee het warmtebedrijf
zijn maximale tarieven berekent. Deze tarieven of tariefformules kunnen verschillend
per type collectieve warmtevoorziening worden vastgesteld.
De indieners achten het onwenselijk dat op wetsniveau vastligt dat de tarieven straks
in alle gevallen op kavelniveau worden bepaald als een warmtebedrijf voor meerdere
kavels is aangewezen. De verwachting is namelijk dat de tarieven per kavel sterk uiteen
kunnen gaan lopen. Dit zal, zo verwachten de indieners, begrijpelijkerwijs door veel
burgers niet als rechtvaardig worden gezien, met verder afnemend draagvlak tot gevolg.
Om deze reden stellen indieners met dit amendement voor om het mogelijk te maken één
kostengebaseerd tarief vast te stellen of te berekenen voor meerdere kavels waarvoor
een warmtebedrijf is aangewezen. Alle gebruikers die klant zijn bij dat warmtebedrijf
op de desbetreffende kavels betalen dan hetzelfde tarief. Omdat de kosten dan op bedrijfsniveau
worden gesocialiseerd, zal dit zorgen voor minder tariefverschillen voor deze warmteverbruikers.
Het geeft warmtebedrijven met meerdere kavels ook de mogelijkheid om de risico’s van
de verschillende kavels beter te spreiden. Dit zal zowel in de tweede als de derde
fase van de tariefregulering gelden. Om deze reden worden ook de artikelen 7.6 en
7.7 gewijzigd. Als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen kan de methode
voor het berekenen van de beoogde of toegestane inkomsten en de maximale tarieven
voor een aantal kavels gezamenlijk worden vastgesteld. Kleine collectieve warmtesystemen
vallen buiten de reikwijdte van dit amendement.
Voor het socialiseren van tarieven tussen kavels is de instemming van de gemeenten
waarin die kavels zijn gelegen, vereist. Het socialiseren van tarieven tussen kavels
die in verschillende gemeenten zijn gelegen beperkt namelijk de regierol van de gemeenten.
Zo zijn tarieven voor verbruikers mede afhankelijk van de keuzes ten aanzien van collectieve
warmte die in andere gemeenten worden gemaakt. Daarnaast wordt het proces van het
vaststellen en wijzigen van uitgewerkte kavelplannen, complexer. In uitgewerkte kavelplannen
die gemeenten moeten goedkeuren, wordt namelijk ook een indicatie van tarieven opgenomen.
Doordat tarieven op een kavel ook beïnvloed worden door ontwikkelingen op andere kavels,
kan het moeilijker zijn om deze indicatie te geven. Daarnaast kunnen gemeenten, door
wijzigingen van uitgewerkte kavelplannen niet goed te keuren, investeringen in andere
gemeenten mogelijk blokkeren. Daarom bepaalt het amendement dat de keuze voor socialiseren
van tarieven tussen kavels alleen kan worden gemaakt als de gemeenten waarin de desbetreffende
kavels zijn gelegen, daarmee instemmen. Op deze manier kunnen gemeenten een afweging
maken of de voordelen van socialisering opwegen tegen het beperken van hun eigen regierol.
Bij of krachtens algemeen maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over deze socialisering.
Daarnaast kunnen ook nadere voorwaarden worden gesteld aan de mogelijkheid voor een
gemeente zijn instemming aan deze socialisering in te trekken. Daarbij kan bijvoorbeeld
worden gedacht aan een termijn van een aantal jaar, waarin socialisering na intrekking
van de instemming nog van toepassing is. Het zou namelijk tot veel tariefonzekerheid
leiden voor verbruikers in een bepaalde gemeente als andere gemeenten plotseling niet
meer mee willen doen aan socialisering.
Grinwis Erkens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Tegen |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Tegen |