Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Beckerman ter vervanging van nr. 66 over het vastrecht fors te verlagen en op te splitsen in een eigenaarsdeel en een gebruikersdeel
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 101
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 66
Ontvangen 25 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
5a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een aangewezen
warmtebedrijf het tarief dat voor een kleinverbruiker op grond van artikel 7.2, eerste
lid, is vastgesteld, in het geval de kleinverbruiker geen gebouweigenaar is, voor
daarbij te bepalen goederen en diensten in afwijking van het eerste lid, geheel of
gedeeltelijk in rekening brengt bij de gebouweigenaar van het gebouw dat de kleinverbruiker
in gebruik heeft.
2. Na het zesde lid, onderdeel a, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
aa. welk deel van de tarieven overeenkomstig lid 5a in rekening wordt gebracht bij de
gebouweigenaar, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verhuurder van de
kleinverbruiker dan wel de vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm
waarbij hij is aangesloten.
II
Artikel 7.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
7a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een warmtebedrijf
het tarief dat voor een kleinverbruiker op grond van artikel 7.16, eerste lid, is
vastgesteld, in het geval de kleinverbruiker geen gebouweigenaar is, voor daarbij
te bepalen goederen en diensten in afwijking van het eerste lid, geheel of gedeeltelijk
in rekening brengt bij de gebouweigenaar van het gebouw dat de kleinverbruiker in
gebruik heeft.
2. Na het achtste lid, onderdeel a, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
aa. welk deel van de tarieven overeenkomstig lid 7a in rekening wordt gebracht bij de
gebouweigenaar, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verhuurder van de
kleinverbruiker dan wel de vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm
waarbij hij is aangesloten.
III
Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens de artikelen 7.1, lid 5a en zesde lid, onderdeel
b, en 7.15, lid 7a en achtste lid, onderdeel b, vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
IV
Artikel 12.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, wordt «artikel 7.1, eerste lid» vervangen door «artikel
7.1, eerste lid en lid 5a».
2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 7.15, eerste lid» vervangen door «artikel
7.15, eerste lid en lid 7a».
3. In het achtste lid, onderdeel c, wordt « artikel 7.1, eerste lid» vervangen door
«artikel 7.1, eerste lid en lid 5a».
Toelichting
Dit amendement bevat de mogelijkheid om bij of krachtens het algemene maatregel van
bestuur te bepalen dat, in het geval de verbruiker niet de eigenaar is van het gebouw
waar warmte wordt geleverd, de tarieven van bepaalde goederen of diensten volledig
of deels in rekening te brengen bij de gebouweigenaar. Daarbij kan gedacht worden
aan verhuurders of VvE’s. Als voorbeeld kunnen worden genoemd eenmalige tarieven zoals
het aansluittarief, dat niet alleen ten behoeve van de huidige bewoner maar ook ten
behoeve van toekomstige bewoners wordt betaald.
Ook biedt het amendement de mogelijkheid om het vastrecht voor warmteverbruikers –
het vaste tarief dat kleinverbruikers betalen ongeacht hun verbruik – te verlagen
door het op te splitsen in een eigenaarsdeel en een gebruikersdeel. Als het vastrecht
wordt gesplitst, betalen bewoners alleen voor een deel van het vaste tarief. De rest
kan in rekening worden gebracht bij de gebouweigenaar. De kosten voor huurders kunnen
overigens ook op een andere manier omlaag worden gebracht, bijvoorbeeld met subsidie.
Het kabinet onderzoekt op dit moment het bredere vraagstuk van de verdeling van de
kosten van verwarming, dus niet alleen bij duurzame warmte, tussen verbruikers en
gebouweigenaren. Afhankelijk van de gekozen richting kan het wel of niet wenselijk
zijn om een deel van kosten van warmte bij de gebouweigenaar neer te leggen. Het is
daarom goed om in de Wcw verschillende opties mogelijk te maken.
Een splitsing van tarieven, indien ingevoerd, vergroot het draagvlak voor warmtenetten
onder verbruikers en beschermt kwetsbare groepen tegen overmatige kosten, zonder dat
dit ten koste gaat van de exploitatiezekerheid van warmtebedrijven. Als de verhuurder
de kosten niet kan doorberekenen in de huur of servicekosten, leidt dit tot extra
kosten voor verhuurders, wat het draagvlak voor warmtenetten onder verhuurders kan
verminderen. Bij de belangenafweging die hoort bij de beslissing om sommige tarieven
geheel of deels bij de gebouweigenaar neer te leggen wordt het parlement betrokken
via een voorhangprocedure bij de nadere uitwerking van deze regeling.
Beckerman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Tegen |