Amendement : Amendement van het lid Boswijk over een deadline voor het aanwijzen van woningmarktregio's
36 512 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Huisvestingswet 2014, de Omgevingswet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Woningwet in verband met de versterking van de regie op de volkshuisvesting en met het oog op enkele andere met de volkshuisvesting samenhangende maatregelen (Wet versterking regie volkshuisvesting)
Nr. 38 AMENDEMENT VAN HET LID BOSWIJK
Ontvangen 23 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
1. De in artikel 3, zesde lid, van de Huisvestingswet bedoelde aanwijzing geschiedt
eerst binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet en later steeds wanneer
daartoe aanleiding is.
2. Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening kan na het verlopen van
de in het eerste lid bedoelde termijn gemeenten die niet deel uitmaken van een woningmarktregio
toevoegen aan een aangewezen woningmarktregio of ten aanzien van die gemeenten nieuwe
woningmarktregio’s aanwijzen.
Toelichting
Met de wet versterking regie op de volkshuisvesting vindt ook de introductie van de
zogenaamde woningbouwregio’s plaats. De wet beoogt die woningbouwregio’s een centrale
rol te geven in de regie op woningbouw. Gemeenten binnen een woningbouwregio worden
verplicht om gezamenlijk een regionaal volkshuisvestingsprogramma op te stellen, waarin
afspraken worden gemaakt over onder andere de woningbouwopgaven, segmentverdeling,
bijzondere doelgroepen en locaties. Deze afspraken moeten worden afgestemd met de
provincie en het Rijk. De gemaakte afspraken werken door in gemeentelijke woningbouwprogramma’s
en omgevingsplannen. Gemeenten worden geacht deze afspraken daadwerkelijk te vertalen
naar lokaal beleid. Jaarlijks leggen regio’s verantwoording af aan de provincie, die
deze rapportage opneemt in de provinciale voortgangsrapportage aan de Minister. Op
basis daarvan kan het Rijk, indien nodig, bijsturend optreden. Door op regionaal niveau
te werken, wordt bovendien de noodzakelijke samenhang bewaakt tussen woningbouw, infrastructuur,
voorzieningen en duurzaamheid, en wordt voorkomen dat gemeenten elkaar beconcurreren
of in elkaars vaarwater komen.
De indiener beoogt met dit amendement tot snelle vaststelling van de woningbouwregio’s
te komen. Daartoe gebruikt het amendement twee middelen. Als eerste de deadline van
drie maanden na invoering van het wetsvoorstel. Dit zet gemeenten die tegengestelde
belangen hebben aan tot samenwerking voordat een specifieke datum verstrijkt. Zonder
dit amendement hebben gemeenten met tegengestelde belangen of gemeenten die het voordeel
van samenwerking ten opzichte van de status quo niet zien, geen of te weinig prikkel
om deel te nemen aan de samenwerking in een woningbouwregio. Het tweede middel betreft
de aanwijzingsbevoegdheid van de Minister over de woningbouwregio’s na de deadline
van drie maanden. Als er na het verstrijken de deadline van drie maanden gemeenten
zijn die zich nog niet in een woningbouwregio bevinden, komt er met de aanwijzingsbevoegdheid
van de Minister de zekerheid dat binnen afzienbare tijd hierna elke Nederlandse gemeente
zich in een woningbouwregio bevindt.
De indiener beoogt haast te maken met het vaststellen van de woningbouwregio’s omdat
deze de basis vormen voor de samenwerking op het gebied van versterking van de regie
op de volkshuisvesting. Samenwerking vraagt compromissen en oog voor de belangen voor
anderen. De echte samenwerking met concrete gevolgen voor hoeveelheden woningbouw
vindt plaats binnen de vastgestelde woningbouwregio’s. Dit is ook de reden dat is
gekozen voor een deadline van drie maanden. Zo moeten de woningbouwregio’s aan de
slag met het maken van een volkshuisvestingsprogramma. Elke dag die verloren gaat
met het nog moeten vaststellen van die woningbouwregio’s betekent vertraging van die
samenwerking, en de indiener acht dat onverantwoord in tijden van woningnood.
Het vormen van de woningbouwregio hoeft niet bij nul te beginnen, in tegendeel zelfs.
Het merendeel van de Nederlandse gemeenten bevindt zich al in een zogenaamde woondealregio,
waarin al intensief wordt samengewerkt op het gebied van volkshuisvesting en versnelling
van woningbouw. Bij de samenstelling van de op te richten woningbouwregio’s kan grotendeels
worden aangesloten bij die bestaande woondealregio’s, of kan die indeling zelfs rechtstreeks
worden overgenomen. Voor gemeenten voor wie de huidige indeling van de woondealregio’s
niet passend is, of gemeenten die zich niet in woondealregio bevinden, biedt de deadline
meer zekerheid. Deze gemeenten kunnen er door deze deadline van op aan dat zij binnen
drie maanden na inwerkingtreding van de wet, in een passende woningbouwregio kunnen
samenwerken.
Boswijk
Indieners
-
Indiener
Derk Boswijk, Kamerlid