Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Sneller ter vervanging van nr. 14 over een inspanningsverplichting voor de officier van justitie voor het realiseren van alternatieven voor voorlopige hechtenis
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 42
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SNELLER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR.
14
Ontvangen 3 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 2.5.31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» ingevoegd.
2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Indien de officier van justitie met inachtneming van de bepalingen van deze afdeling
de voorlopige hechtenis vordert, vordert hij indien mogelijk tevens de schorsing van
de tenuitvoerlegging daarvan, hetzij onmiddellijk, hetzij na een bepaald tijdsverloop,
onder vermelding van de aan die schorsing te verbinden voorwaarden.
Toelichting
De toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland krijgt zowel nationale als internationale
kritiek.1 Het wordt te vaak en te gemakkelijk toegepast, terwijl alternatieven middels de schorsing
onder voorwaarden onvoldoende benut worden (gedragsinterventies, huisarrest, contactverbod,
borgsom, elektrisch toezicht). Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat
een derde van de Nederlandse gevangenispopulatie in voorlopige hechtenis zit, aanzienlijk
meer dan het Europese gemiddelde van 25%.2 Vaak blijkt voorlopige hechtenis achteraf onnodig, te herleiden uit het aantal toegekende
schadevergoedingen aan ex-verdachten ter compensatie van de onterecht doorgebrachte
tijd in voorarrest.3 Net als voor reguliere korte detenties geldt voor korte detenties in het kader van
voorlopige hechtenis dat deze detentieschade veroorzaken en dat recidivecijfers na
detentie hoog liggen.4 De indiener onderschrijft derhalve de ambities van de regering om tegemoet te komen
aan de kritiek. Net als de Raad van State5 vraagt indiener zich echter af of het nu voorliggende voorstel voldoende effectief
is om deze ambities waar te maken en stelt zich daarom het voorliggende amendement
voor.
Het initiatief tot het opleggen van voorlopige hechtenis en het verzoeken om de schorsing
daarvan ligt primair bij de officier van justitie. Indien de officier niet om voorlopige
hechtenis verzoekt, kan de rechter deze doorgaans niet bevelen. Daarnaast is het de
officier die de Reclassering inschakelt om onderzoek te doen naar mogelijke alternatieven
voor voorlopige hechtenis middels de schorsing onder voorwaarden en om deze in de
praktijk toe te passen. De Raad van State heeft in haar advies aangegeven dat het
wenselijk is om te overwegen of flankerende maatregelen nodig zijn ten aanzien van
het Openbaar Ministerie (OM) om ervoor te zorgen dat voorlopige hechtenis daadwerkelijk
terughoudender zal worden toegepast.6 De regering kiest hier echter niet voor. De indiener van dit amendement acht een
wettelijke regeling ten aanzien van de officier van justitie om zich actief in te
spannen voor het realiseren van alternatieven voor voorlopige hechtenis middels de
schorsing onder voorwaarden van groot belang. Een dergelijke wettelijke regeling kan
bijdragen aan het terughoudender toepassen van de voorlopige hechtenis, in lijn met
het ultimum remedium-karakter dat zowel in jurisprudentie als in internationale aanbevelingen centraal
staat. Hiermee wordt tevens tegemoetgekomen aan de internationale kritiek op de Nederlandse
praktijk van voorlopige hechtenis.
Sneller
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Joost Sneller, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Tegen |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Tegen |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Tegen |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Tegen |