Amendement : Amendement van het lid Van Nispen over een hardheidsclausule voor het beëindigen van een in een strafbeschikking opgelegde geldboete
36 636 Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering)
Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN
Ontvangen 17 februari 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 7.5.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor een in een strafbeschikking
opgelegde geldboete van de eerste categorie.
Toelichting
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) ziet dagelijks mensen in situaties waarin
de (standaard)regels niet passen en bij strikte toepassing kunnen leiden tot schrijnende
situaties. Als iemand wel wil, maar niet kan betalen, denkt het CJIB inmiddels mee
over een passende oplossing. Verdere verbetering is mogelijk door ruimte in beëindigingsmogelijkheden
en daarmee maatwerk te kunnen bieden in situaties waar voortzetting van de tenuitvoerlegging
geen redelijk doel meer dient. Dit stelt het CJIB in de Stand van de Uitvoering 2023.
Met dit amendement wil indiener realiseren dat niet alleen een in een vonnis of arrest
opgelegde geldboete kan worden beëindigd door het CJIB, maar het CJIB ook de wettelijke
mogelijkheid geven om deze bevoegdheid toe te passen bij geldboetes opgelegd in een
strafbeschikking. Dat is nu al de bestaande werkwijze voor strafbeschikkingen tot
340 euro, maar wordt beperkt tot een hardheidsclausule bij geldboeten in vonnissen
en arresten, dus niet langer voor OM-strafbeschikkingen. Indiener vindt die beperking
onwenselijk en draait die bij amendement terug, zodat de menselijke maat door het
CJIB kan worden toegepast bij strafrechtelijke geldboetes, opgelegd in een vonnis
of arrest of OM-strafbeschikking.
Van Nispen
Indieners
-
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid