Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Erkens c.s. ter vervanging van nr. 12 over het regelen dat het Rijk bij algemene maatregel van bestuur instructieregels moet stellen ten aanzien van de betaalbaarheid voor de gebouweigenaren en -gebruikers in de wijk
36 387 Wijziging van de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
Nr. 13 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE HET LID ERKENS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 121
Ontvangen 27 maart 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel II, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Aan artikel 2.28 wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een
onderdeel toegevoegd, luidende:
k. verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen, met betrekking tot het waarborgen
van de betaalbaarheid van de maatregelen voor de eigenaren en gebruikers van gebouwen
in een gebied waar het gebruik van gas als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b,
van de Gaswet als warmtevoorziening van gebouwen wordt uitgesloten.
Toelichting
Het collectief verduurzamen van een wijk kan grote financiële gevolgen hebben voor
de bewoners van de betrokken wijk. De indieners van dit amendement vinden het daarom
belangrijk dat er wordt gewaarborgd dat de overstap van aardgas naar een duurzaam
alternatief betaalbaar is voor de bewoners. Het kan niet zo zijn dat veel inwoners
van de betreffende wijk er fors op achteruitgaan. Daarom wordt er met dit amendement
geregeld dat het Rijk op AMvB-niveau vergaande instructieregels moet stellen ten aanzien
van de betaalbaarheid voor de gebouweigenaren en -gebruikers in de wijk. Deze instructieregels
dienen uitvoerbaar, transparant, rechtvaardig en uitlegbaar te zijn. Dit geeft bewoners
ook de mogelijkheid om zich bij de rechter op die regels te beroepen, als deze niet
worden nageleefd. De betrokken AMvB zal worden voorgehangen op grond van artikel 23.5,
eerste lid, van de Omgevingswet bij de Kamers.
De waarborg van betaalbaarheid dient met de instructieregels te worden vastgelegd
en deze dienen in samenspraak met het maatschappelijk middenveld te worden uitgewerkt
(onder andere de woonbond, VeH, VNG en Nibud). De investering in maatregelen die bewoners
moeten doen, dient naar verwachting voor een overgroot deel van de inwoners terug
te worden terugverdient. Dat houdt in dat de verwachte kosten gedurende de levensduur
van de voorgenomen verduurzamingsmaatregelen in verhouding staan tot de verwachte
ontwikkeling van kosten van doorgaan met aardgaslevering en/of andere duurzame alternatieven
die in aanmerking komen. Voor gebruikers – waaronder huurders – gaat het onder andere
om de verwachte maandelijkse lasten over verloop van tijd. Naar aanleiding van dit
amendement moet voordat een wijk kan worden aangewezen, worden nagegaan of het op
wijkniveau voor gebouweigenaren en -gebruikers betaalbaar is en of het dus voldoet
aan de instructieregels die op AMvB-niveau hierover zijn gesteld. Daarbij kunnen bestaande
instrumenten ter ondersteuning (bijvoorbeeld subsidiëring) meegenomen worden in de
definitie van betaalbaarheid.
Erkens
Beckerman
Postma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Wytske Postma, Tweede Kamerlid