Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Krul en Bikker ter vervanging van nr. 7 over het kunnen aanwijzen van een nieuwe stofgroep bij ministeriële regeling en een zware voorhangprocedure
36 159 Wijziging van de Opiumwet in verband met het toevoegen van een derde lijst met als doel het tegengaan van de productie van en de handel in nieuwe psychoactieve stoffen en enkele andere wijzigingen
Nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN KRUL EN BIKKER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 71
Ontvangen 20 december 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, aanhef,
na «lijst IA» ingevoegd «dan wel van een stofgroep aangewezen krachtens artikel 3aa,
vijfde lid,».
II
In artikel I, onderdeel D, worden aan het voorgestelde artikel 3aa twee leden toegevoegd,
luidende:
4. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid wordt niet vastgesteld
dan nadat vier weken zijn verstreken nadat het ontwerp van de maatregel is overgelegd
aan de beide Kamers der Staten-Generaal en binnen die termijn niet door of namens
een van beide Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in het ontwerp van de
maatregel geregelde onderwerp wordt geregeld bij wet.
5. Indien naar het oordeel van Onze Minister handelingen als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, ten aanzien van een stofgroep onverwijld moeten worden verboden en
de totstandkoming van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste
lid niet kan worden afgewacht, kan de stofgroep daartoe bij ministeriële regeling
worden aangewezen. Onze Minister draagt ervoor zorg dat tegelijk met de vaststelling
van deze ministeriële regeling het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur
met dezelfde inhoud ter beoordeling aan de ministerraad wordt aangeboden. De ministeriële
regeling blijft, behoudens eerdere intrekking, van kracht totdat de algemene maatregel
van bestuur waarbij die stofgroep wordt aangewezen in werking treedt, doch uiterlijk
tot een jaar na het inwerkingtreden van de regeling.
III
In artikel I, onderdeel Q, wordt na «als bedoeld in lijst IA» ingevoegd «dan wel van
een stofgroep aangewezen krachtens artikel 3aa, vijfde lid,».
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt een drietal stofgroepen op de nieuw te vormen lijst IA gezet.
De indieners constateren dat er echter geen grondslag in de wet wordt opgenomen om
bij ministeriële regeling met spoed een nieuwe stofgroep op de lijst op te nemen.
Een dergelijke grondslag bestaat momenteel wel voor de bestaande lijst I en lijst
II.
De indieners vinden het onwenselijk dat een dergelijke grondslag voor lijst IA niet
in de wet wordt opgenomen. Zonder deze grondslag is het namelijk niet mogelijk om
stofgroepen die mogelijk in de toekomst door criminelen worden ontwikkeld om gebruikt
te worden als designerdrugs, met spoed te kunnen verbieden. Het argument van de regering
dat zij van mening is dat de kans «niet groot» is dat een hele stofgroep met spoed
verboden moet worden en dat het daarom niet passend en proportioneel zou zijn om een
delegatiegrondslag hiertoe in de wet op te nemen, is naar de mening van de indieners
onvoldoende onderbouwd. De ervaring leert immers dat drugscriminelen zeer inventief
zijn in het vinden van mazen in de wet. Er kan daarom een noodzaak voordoen dat een
nieuwe stofgroep vanwege gezondheidsrisico’s geplaatst moet worden op lijst IA van
de Opiumwet. Als op een gegeven moment mogelijk de noodzaak bestaat om een ministeriële
regeling op te stellen waarmee een stofgroep versneld aan lijst IA wordt toegevoegd,
kan op dat moment getoetst worden of dit passend en proportioneel is. Daarnaast stellen
de indieners een zware voorhangprocedure voor met betrekking tot de vaststelling van
de algemene maatregel van bestuur voor het toevoegen van een stofgroep analoog aan
artikel 3a, vierde lid, van de Opiumwet zodat het ontwerp van de maatregel naar de
Kamers wordt gestuurd. Op deze manier wordt ook aangesloten bij de wetsystematiek
zoals aan de orde is bij lijst I en lijst II van de Opiumwet.
Krul Bikker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Harmen Krul, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Mirjam Bikker, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
PVV | 37 | Tegen | |
GroenLinks-PvdA | 25 | Tegen | |
VVD | 24 | Voor | |
NSC | 20 | Voor | |
D66 | 9 | Tegen | |
BBB | 7 | Voor | |
CDA | 5 | Voor | |
SP | 5 | Tegen | |
ChristenUnie | 3 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
PvdD | 3 | Tegen | |
SGP | 3 | Voor | |
FVD | 2 | Tegen | |
Volt | 2 | Tegen | |
JA21 | 1 | Niet deelgenomen |