Amendement : Amendement Van der Lee over verlaging van het tarief van de eerste schijf van box 1 van de inkomstenbelasting met 0,02 procentpunt
36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)
Nr. 56 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LEE
Ontvangen 24 oktober 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
De in artikel I, onderdeel A, opgenomen tabel komt te luiden:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan
maar niet meer dan
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag
dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte
van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te
boven gaat
I
II
III
IV
–
€ 38.110
–
9,30%
€ 38.110
€ 75.549
€ 3.544
36,95%
€ 75.549
–
€ 17.377
49,50%
II
De in artikel I, onderdeel B, opgenomen tabel komt te luiden:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan
maar niet meer dan
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag
dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte
van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te
boven gaat
I
II
III
IV
–
€ 40.038
–
9,30%
€ 40.038
€ 75.549
€ 3.723
36,95%
€ 75.549
–
€ 16.844
49,50%
III
In artikel II, onderdeel A, wordt het daarin vermelde procentpunt verhoogd met 0,01 procentpunt.
IV
Na artikel VI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIA
In de Wet inkomstenbelasting 2001 worden met ingang van 1 januari 2034 in de in artikel 2.10,
eerste lid, opgenomen tabel en de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel de
in de laatste kolom van die tabellen als eerste en tweede vermelde percentages verlaagd
met 0,01 procentpunt.
ARTIKEL VIB
In de Wet inkomstenbelasting 2001 worden met ingang van 1 januari 2045 in de in artikel 2.10,
eerste lid, opgenomen tabel en de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel de
in de laatste kolom van die tabellen als eerste en tweede vermelde percentages verlaagd
met 0,01 procentpunt.
V
De in artikel VII, onderdeel B, opgenomen tabel komt te luiden:
Bij een belastbaar loon van meer dan
maar niet meer dan
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag
dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte
van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat
I
II
III
IV
–
€ 38.110
–
9,30%
€ 38.110
€ 75.549
€ 3.544
36,95%
€ 75.549
–
€ 17.377
49,50%
VI
De in artikel VII, onderdeel C, opgenomen tabel komt te luiden:
Bij een belastbaar loon van meer dan
maar niet meer dan
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag
dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte
van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat
I
II
III
IV
–
€ 40.038
–
9,30%
€ 40.038
€ 75.549
€ 3.723
36,95%
€ 75.549
–
€ 16.844
49,50%
VII
In artikel VIII wordt het daarin vermelde procentpunt verhoogd met 0,01 procentpunt.
VIII
Na artikel XII worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XIIa
In de Wet op de loonbelasting 1964 worden met ingang van 1 januari 2034 in de in artikel 2.10,
eerste lid, opgenomen tabel en de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel de
in de laatste kolom van die tabellen als eerste en tweede vermelde percentages verlaagd
met 0,01 procentpunt.
ARTIKEL XIIB
In de Wet op de loonbelasting 1964 worden met ingang van 1 januari 2045 in de in artikel 2.10,
eerste lid, opgenomen tabel en de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel de
in de laatste kolom van die tabellen als eerste en tweede vermelde percentages verlaagd
met 0,01 procentpunt.
IX
In artikel XXXIV wordt «de artikelen II, onderdeel A, III, IV, V en VI» vervangen
door «de artikelen II, onderdeel A, III, IV, V, VI, VIA en VIB» en wordt «de artikelen VIII,
IX, X, XI en XII» vervangen door «de artikelen VIII, IX, X, XI, XII, XIIA en XIIB».
Toelichting
Dit amendement verlaagt het tarief van de eerste schijf in box 1 van de inkomstenbelasting
met 0,02%-punt. Het kabinet heeft in het wetsvoorstel Belastingplan 2024 voorgesteld
om het tarief van de eerste schijf van box 1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet
IB 2001) en het tarief van de eerste schijf van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet
LB 1964) met 0,04%-punt te verhogen, deels omdat geen invulling is gevonden voor de
taakstelling «opmerkelijke belastingconstructies».
De indiener van dit amendement vindt het onwenselijk dat iedereen die inkomstenbelasting
betaalt in box 1 moet meebetalen voor het ontbreken van een volledige invulling van
deze taakstelling, te meer omdat het budgettaire beslag van fiscale regelingen in
Nederland, die lang niet allemaal noodzakelijk of zelfs doelmatig zijn, tientallen
miljarden bedraagt. Dit amendement maakt de verhoging van het eerste schijf-tarief
daarom gedeeltelijk ongedaan door dat tarief met 0,02%-punt te verlagen vanaf 1 januari
2024.
De budgettaire derving van de verlaging bedraagt € 90 miljoen. Dit wordt gedekt door
het extra verlagen van het lage percentage van de vrijstelling goingconcernwaarde
van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 (SW 1956) naar 32%. De laatstgenoemde
verlaging wordt geregeld door middel van een amendement op het wetsvoorstel Wet aanpassing
fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 20241.
Omdat de verlaging van het lage percentage van de vrijstelling goingconcernwaarde
van de bedrijfsopvolgingsregeling in de SW 1956 in 2025 leidt tot een lagere budgettaire
opbrengst dan in 2024, regelt dit amendement dat het tarief in de eerste schijf van
box 1 in de Wet IB 2001 en het tarief van de eerste schijf in de Wet LB 1964 per 1 januari
2025 met 0,01%-punt wordt verhoogd om de lagere opbrengst te dekken.
Tot slot wordt met dit amendement geregeld dat het tarief van de eerste schijf van
box 1 in de Wet IB 2001 en het tarief van de eerste schijf in de Wet LB 1964 per 1 januari
2034 en 1 januari 2045 met 0,01%-punt wordt verlaagd. Dit is mogelijk door de oplopende
opbrengst van de verlaging van het lage percentage van de vrijstelling goingconcernwaarde
van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956. De tabel hieronder toont
de budgettaire gevolgen van beide amendementen.
Tabel: Budgettaire gevolgen (miljoen euro, + is saldo verbeterend/lastenverzwarend)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
Struc.
Aanpassing BOR
114
56
61
66
70
75
143
Verlaging tarief eerste schijf IB/LB
– 90
– 47
– 48
– 49
– 48
– 48
– 143
De budgettaire opbrengst in 2024 is het gevolg van schenkingen die in anticipatie
op de verlaging van het vrijstellingspercentage in de BOR naar voren worden gehaald.
Van der Lee
Indieners
-
Indiener
Tom van der Lee, Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Tegen | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 16 | Tegen | |
CDA | 14 | Tegen | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Tegen | |
ChristenUnie | 5 | Tegen | |
FVD | 5 | Tegen | |
BBB | 4 | Tegen | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Tegen | |
Groep Van Haga | 2 | Tegen | |
Volt | 2 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Ephraim | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Niet deelgenomen | |
JA21 | 1 | Tegen | |
Omtzigt | 1 | Voor |