Amendement : Amendement van de leden Nijboer en Grinwis over middelen voor een nationaal doorbouwgarantiefonds
36 410 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024
Nr. 14
AMENDEMENT VAN DE LEDEN NIJBOER EN GRINWIS
Ontvangen 16 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 3 Woningmarkt van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag
verhoogd met € 175.000 (x € 1.000).
Toelichting
Met dit amendement wordt € 175 miljoen beschikbaar gesteld voor het oprichten van
een nationaal doorbouwgarantiefonds. Met dit doorbouwgarantiefonds kunnen bouwprojecten
die niet van de grond komen omdat er niet genoeg woningen verkocht zijn, toch doorgang
vinden.
Op dit moment vinden woningbouwprojecten doorgang vanaf het moment dat 70% van de
woningen in een project verkocht zijn, omdat verzekeraars vanaf dat punt een nieuwbouwgarantie
afgeven. In slechte tijden kan het echter lang duren voordat 70% van de nieuwbouwwoningen
in een project verkocht zijn. Zo lang dat een project mogelijk helemaal niet wordt
gebouwd. De doorbouwgarantie is erop gericht het probleem van tijdelijke vraaguitval
op te vangen. Voor de uitvoering van de doorbouwgarantie wordt een aparte stichting
opgericht. Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, geeft de stichting bij start bouw
een afnamegarantie af voor de koopwoningen die op het moment van oplevering niet zijn
verkocht. Door deze afnamegarantie heeft de ontwikkelaar de zekerheid dat deze koopwoningen
bij start bouw zijn verkocht. De stichting koopt deze woningen op met een korting.
Daarnaast is de ontwikkelaar de stichting een vergoeding verschuldigd voor het afgeven
van de garantie. De afnamegarantie maakt het mogelijk dat de bouw kan starten. Gedurende
de bouwperiode probeert de projectontwikkelaar de reeds onverkochte woningen (waarvoor
de afnamegarantie is verleend) alsnog te verkopen. Idealiter resulteert dit alsnog
in 100% verkoop waardoor de afnamegarantie onbenut blijft. Indien dit niet het geval
is, worden de woningen die op moment van oplevering nog niet aan de markt zijn verkocht,
afgenomen door de stichting.
Indieners roepen de regering op om met de vrijgemaakte middelen het bovengenoemde
fonds en de stichting op te richten. Hiermee wordt voorkomen dat het woningtekort
verder toeneemt en wordt anticyclisch bouwen gestimuleerd. Uiteraard moet gebruik
van dit fonds niet geheel vrijblijvend zijn en zal er een premie worden geheven voor
het afgeven van de garantie. Verlies en winst blijft hierdoor op de lange termijn
in balans.
Het doorbouwgarantiefonds is een sterke wens van de Woningbouwcoalitie, bestaande
uit Koninklijke Bouwend Nederland, NEPROM, WoningBouwersNL, NVM, IVBN, Aedes en Vereniging
Eigen Huis. Deze coalitie riep de Kamer eerder dit jaar op om een doorbouwgarantie
al ruim voor 2024 gereed te maken om het risico te vermijden dat we geconfronteerd
worden met een daling van de woningbouwproductie van 50% in 2024, een uitstroom van
personeel in de bouwsector en het verder oplopen van het toch al grote woningtekort.
De Kamer heeft eerder dit jaar bij motie aangegeven zo snel mogelijk een tijdelijke
doorbouwgarantie in het leven te willen roepen.1 De doorbouwgarantie is onderdeel van het IBO Breder instrumentarium woningbouw en
grond wat in 2023 en 2024 zal plaatsvinden.2 Echter duurt dat onderzoek te lang om de aanstaande bouwcrisis af te wenden. Uit
de recente geschiedenis weten we wel wat de gevolgen zijn als de bouw stilvalt. Dat
moeten we koste wat kost voorkomen.
In augustus 2020 is het rapport «Contouren Doorbouwgarantie» opgeleverd3, waarbij rekening is gehouden met een krimp van ruim 15% van de bouwproductie. Dit
rapport geeft aan: «De benodigde reservering vanuit het Rijk voor het aankopen van
de woningen bedraagt jaarlijks circa € 145 miljoen. Als gevolg van de verkoop van
woningen komt (een deel van) dit bedrag ook weer terug. Eventuele winsten/verliezen
die worden gemaakt, worden in beginsel gelijkmatig gedeeld met gemeenten en provincies.
Het daadwerkelijke risico dat het Rijk daarmee jaarlijks loopt, bedraagt circa € 48
miljoen (1/3 van € 145 miljoen).»
ABF Research prognosticeert een daling van de bouwproductie van 7,4% in 2024 en nog
eens 11,4% in 20254, wat een daling van circa 18% in twee jaar veronderstelt. De benodigde financiering
ligt daarmee op € 175 miljoen met een daadwerkelijk risico van circa € 58 miljoen.
Dekking voor dit amendement wordt gevonden in het amendement van het lid Van der Lee
c.s. op het Belastingplan 2024, met betrekking tot een verhoging van de tarieven van
box 2 en 3 en van de bankenbelasting.5
Nijboer Grinwis
Indieners
-
Indiener
H. Nijboer, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Pieter Grinwis, Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Tegen | |
D66 | 23 | Voor | |
PVV | 16 | Voor | |
CDA | 14 | Tegen | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Voor | |
BBB | 4 | Tegen | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 2 | Voor | |
Volt | 2 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Ephraim | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Voor | |
JA21 | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |