Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Van der Graaf en Bisschop ter vervanging van nr. 21 over een prejudiciële procedure in de Wiv 2017
36 263 Tijdelijke regels inzake specifieke wettelijke voorzieningen voor het uitvoeren van onderzoeken door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst naar landen met een offensief cyberprogramma tegen Nederland of Nederlandse belangen alsmede voorzieningen inzake de mogelijkheid tot vaststelling van een nieuwe eindtermijn voor gebruik door de diensten van in het kader van hun taakuitvoering met bijzondere bevoegdheden verworven bulkdatasets en de invoering van een bindende toets ex ante van verleende toestemmingen voor de real time interceptie van verkeers- en locatiegegevens (Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen)
Nr. 24
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER GRAAF EN BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 211
Ontvangen 16 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na hoofdstuk 3 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK 3A WIJZIGING WET OP DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN 2017
Artikel 14f
In paragraaf 3.2.2.2 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 wordt
na artikel 37 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 37a
1. De toetsingscommissie kan op verzoek van Onze betrokken Minister of ambtshalve de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een rechtsvraag stellen ter beantwoording
bij wijze van een prejudiciële uitspraak, indien een antwoord op deze vraag nodig
is voor haar oordeel als bedoeld in artikel 36 of 37.
2. De Afdeling bestuursrechtspraak kan de vraag herformuleren.
3. De Afdeling bestuursrechtspraak ziet af van beantwoording indien zij oordeelt dat
de vraag zich niet voor beantwoording bij wijze van prejudiciële uitspraak leent of
de vraag van onvoldoende gewicht is om beantwoording te rechtvaardigen. De Afdeling
bestuursrechtspraak kan zich bij de vermelding van de gronden van haar uitspraak beperken
tot dit oordeel.
4. De Afdeling bestuursrechtspraak doet zo spoedig mogelijk uitspraak.
5. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de procedure
voor het behandelen van een verzoek als bedoeld in het eerste lid.
6. De voordracht voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der Kamers der Staten-Generaal besluit
niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan.
7. De toetsingscommissie neemt haar oordeel als bedoeld in artikel 36 of 37 met inachtneming
van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak.
Toelichting
In haar rapport beveelt de Evaluatiecommissie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017 aan om het stelsel van toezicht aan te vullen met een rol voor de rechter. Deze
rechter bepaalt de grenzen van het speelveld van toezicht door de uitleg van wettelijke
begrippen, de invulling van toetsingsnormen en de intensiteit van de toetsing. Daarbij
doet zij de aanbeveling dat een richtinggevende uitspraak middels een prejudiciële
procedure over de interpretatie van centrale wettelijke begrippen en de invulling
van de open toetsingsnormen (proportionaliteit, subsidiariteit, noodzakelijkheid,
gerichtheid maar ook het object en de intensiteit van toetsing) kan worden gedaan.
De Evaluatiecommissie is van mening dat voor een prejudicieel oordeel (als een concreet
geval bij de TIB voorligt en de TIB of de Minister willen een prejudicieel oordeel
van de Afdeling) een spoedprocedure zal moeten worden gehanteerd.
Dit amendement introduceert de mogelijkheid voor de toetsingscommissie om ambtshalve,
dan wel op verzoek van de Minister, een rechtsvraag aan de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State voor te leggen. Deze prejudiciële procedure voorziet daarmee
in de mogelijkheid om interpretatievraagstukken, die aan de orde kunnen zijn bij de
toetsing van een toestemming over de uitoefening van een bevoegdheid, voor te leggen
aan de Afdeling. De toetsingscommissie neemt haar beslissing over het wel of niet
in stand houden van de toestemming met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling.
Het amendement regelt daarnaast een delegatiegrondslag om de werkwijze voor de prejudiciële
procedure nader uit te werken. Indieners stellen zich voor dat dit in samenspraak
met de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Toetsingscommissie
gebeurt. Daarbij dient in ieder geval aandacht te zijn voor het maken van schriftelijke
en/of mondelinge opmerkingen van de zijde van de Minister in deze procedure en binnen
welke termijn die moeten worden gemaakt. Via een zware voorhangprocedure zullen ook
beide Kamers der Staten-Generaal betrokken worden bij het vaststellen van de definitieve
regeling.
Van der Graaf Bisschop
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Niet deelgenomen |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Tegen | |
D66 | 23 | Tegen | |
PVV | 16 | Tegen | |
CDA | 14 | Tegen | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Voor | |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Voor | |
BBB | 4 | Tegen | |
DENK | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 2 | Voor | |
Volt | 2 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Ephraim | 1 | Niet deelgenomen | |
Fractie Den Haan | 1 | Tegen | |
Gündogan | 1 | Tegen | |
JA21 | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |