Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Palland c.s. ter vervanging van nr. 14 over verduidelijking en beperking van het takenpakket en het vooralsnog uitzonderen van ondernemingen met minder dan tien werknemers
35 592 Voorstel van wet van het lid Maatoug tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon
Nr. 20 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID PALLAND C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 14
Ontvangen 23 mei 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt het voorgestelde artikel 13a als volgt gewijzigd:
1. Na het opschrift wordt een lid ingevoegd, luidende:
0. Tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen tijdstip, is dit artikel uitsluitend
van toepassing voor de werkgever waarbij in de regel ten minste tien werknemers werkzaam
zijn. Daarbij kan ter voorkoming van regeldruk worden bepaald in welke omstandigheden
dit artikel van toepassing wordt op werkgevers met een lager aantal werkzame personen,
en kan de taakomschrijving als bedoeld in het vierde lid worden beperkt. De voordracht
voor de genoemde algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier
weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel d wordt «het signaleren» vervangen door «het waar nodig signaleren».
b. In onderdeel e wordt «het geven» vervangen door «het waar nodig geven».
c. Aan onderdeel f wordt toegevoegd «, voor zover sprake is van meldingen als bedoeld
in het eerste lid of toepassing is gegeven aan de onderdelen d en e».
3. Het tiende lid vervalt.
II
Voor de punt aan het slot van artikel IIa wordt ingevoegd «, waarbij in het bijzonder
aandacht wordt geschonken aan de vraag in hoeverre het wenselijk is de reikwijdte
van artikel 13a, eerste tot en met negende lid, uit te breiden naar werkgevers waarbij
minder dan tien werknemers werkzaam zijn».
Toelichting
De indieners delen de opvatting van initiatiefnemer dat het goed is als werknemers
toegang hebben tot een vertrouwenspersoon. Wel delen indieners de opvatting van de
Afdeling advisering van de Raad van State dat een verplichte aanstelling van een vertrouwenspersoon
leidt tot een verhoging van de administratieve en financiële lasten voor werkgevers,
met name voor MKB, kleine stichtingen en verenigingen met personeel.
Initiatiefnemers zijn daaraan tegemoet gekomen door de mogelijkheid op te nemen voor
werkgevers om hierin te voorzien via een externe vertrouwenspersoon, al dan niet georganiseerd
via een branchevereniging of arbodienst.
Indieners beogen met dit amendement het initiatiefvoorstel effectief en efficiënt
te laten werken met zo min mogelijk onnodige administratieve lasten voor kleinere
organisaties, waaronder MKB, kleine stichtingen en verenigingen.
Daarom wordt middels dit amendement het wettelijk voorgeschreven takenpakket van de
vertrouwenspersoon verduidelijkt en beperkt zoals weergeven in het met artikel I,
onderdeel D, voorgestelde artikel 13a, vierde lid, onder d en e en f.
Een (externe) vertrouwenspersoon hoeft niet, indien er geen sprake is van meldingen,
uit zichzelf organisaties te benaderen om beleid door te nemen of ongevraagd advies
te geven. Wel dient een (externe) vertrouwenspersoon op verzoek van de organisatie
of in geval van meldingen de ruimte te hebben / in staat te worden gesteld om alsdan
zelf constateringen te doen / advies te geven inzake het arbeidsomstandighedenbeleid
onder andere inzake de taken genoemd in het vierde lid onder d en e.
De indieners zijn van mening dat in ieder geval kenbaar moet zijn voor de werknemers
en vrijwilligers van een organisatie, vereniging of stichting wie de vertrouwenspersoon
is of welke organisatie deze taak vervult en hoe deze te bereiken is.
De indieners delen de opvatting van de Afdeling advisering van de Raad van State dat
een verplichte aanstelling van een vertrouwenspersoon leidt tot een verhoging van
de administratieve en financiële lasten voor werkgevers, in het bijzonder voor organisaties
met minder dan 10 werknemers. Met dit amendement wordt daarom voorgesteld de reikwijdte
van het initiatiefvoorstel, vooralsnog, te beperken tot organisaties met ten minste
10 werknemers door wijziging van het met artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 13a.
Aan de in artikel IIA neergelegde evaluatiebepaling wordt met dit amendement voorts
toegevoegd dat bij de evaluatie wordt bezien of het wenselijk is de reikwijdte alsnog
uit te breiden naar organisaties tot en met 10 werknemers. Daarbij wordt bezien wat
hiervoor nodig is zonder dat het leidt tot disproportionele extra lasten voor kleine
bedrijven, stichtingen en organisaties met minder dan 10 werknemers. Hierbij denken de indieners
o.a. aan het alsdan mogelijk ontzien of ondersteunen van verenigingen en stichtingen
om te kunnen voldoen aan de wet.
Palland
Ceder
Strolenberg
Den Haan
Van der Plas
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. Palland, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Don Ceder, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M.F. Strolenberg, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Caroline van der Plas, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
N.L. den Haan, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Vergissing |
---|---|---|---|
VVD | 34 | Voor | |
D66 | 24 | Voor | |
PVV | 17 | Tegen | |
CDA | 14 | Voor | |
PvdA | 9 | Voor | |
SP | 9 | Voor | |
GroenLinks | 8 | Voor | |
PvdD | 6 | Tegen | Vergissing |
ChristenUnie | 5 | Voor | |
FVD | 5 | Voor | |
DENK | 3 | Voor | |
Groep Van Haga | 3 | Voor | |
JA21 | 3 | Voor | |
SGP | 3 | Tegen | |
Volt | 2 | Voor | |
BBB | 1 | Voor | |
BIJ1 | 1 | Voor | |
Fractie Den Haan | 1 | Voor | |
Gündogan | 1 | Voor | |
Omtzigt | 1 | Voor |