Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Hijink c.s ter vervanging van nr. 20 over betrokkenheid van de IGJ
35 515 Bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)
Nr. 23 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 20
Ontvangen 13 april 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.1a
1. De verstrekking door het college, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, kan niet eerder
plaatsvinden dan nadat het onderzoek waardoor het college tot de gerechtvaardigde
overtuiging is gekomen, is voorgelegd aan de toezichthouder die is aangewezen op grond
van artikel 6.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, en die
tot dezelfde gerechtvaardigde overtuiging is gekomen. De toezichthouder doet onverwijld
melding van de verstrekking door het college aan de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.
2. De verstrekking door de ziektekostenverzekeraar, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
kan niet eerder plaatsvinden dan nadat het onderzoek, waardoor de ziektekostenverzekeraar
tot de gerechtvaardigde overtuiging is gekomen, is voorgelegd aan de Nederlandse Zorgautoriteit
en die tot dezelfde gerechtvaardigde overtuiging is gekomen. De Nederlandse Zorgautoriteit
doet onverwijld melding van de verstrekking door de ziektekostenverzekeraar aan de
Inspectie gezondheidszorg en jeugd.
3. De gegevens in het onderzoek worden geanonimiseerd voordat ze worden overlegd aan
de toezichthouder respectievelijk aan de Nederlandse Zorgautoriteit.
Toelichting
Het voorliggende wetsvoorstel regelt dat gemeenten en zorgverzekeraars zorgaanbieders
of natuurlijke personen mogen aanmelden voor een waarschuwingsregister, als er een
«gerechtvaardigde overtuiging» bestaat dat zij zich schuldig maken aan zorgfraude.
Indieners vinden het echter onwenselijk dat zorgverzekeraars en gemeenten hier zelfstandig
toe kunnen besluiten, ook als dit gebeurt op basis van een protocol.
Dit amendement regelt daarom dat deze gerechtvaardigde overtuiging eerst moet worden
bevestigd door de NZa, voordat een zorgaanbieder of natuurlijke persoon door een zorgverzekeraar
in het waarschuwingsregister wordt opgenomen. In het geval dat een gemeente een zorgaanbieder
of natuurlijke persoon wil opnemen in het waarschuwingsregister, regelt dit amendement
dat de gerechtvaardigde overtuiging eerst getoetst dient te zijn door de instantie
die in die gemeente is aangewezen als toezichthouder op de Wmo 2015. Dat heeft als
bijkomend voordeel dat deze toezichthouder gelijk kan ingrijpen om de kwaliteit van
zorg te waarborgen, indien hier aanleiding voor is. Indieners wijzen er namelijk op
dat, wanneer er sprake is van zorgfraude, er vrijwel altijd ook sprake is van problemen
met de kwaliteit van zorg. Als geld dat bedoeld is voor de zorg aan patiënten of cliënten
in eigen zak wordt gestoken kan dit namelijk niet worden besteed aan kwalitatief goede
zorg. In het geval dat er een sterk dossier ligt op basis waarvan er de gerechtvaardigde
overtuiging bestaat dat er sprake is van zorgfraude is dit dus een overduidelijke
aanwijzing dat de kwaliteit mogelijk niet op orde is.
Daarnaast regelt dit amendement dat de NZa en de lokale toezichthouder verplicht worden
om de IGJ te informeren wanneer een zorgaanbieder wordt opgenomen in het waarschuwingsregister.
Dit zorgt ervoor dat de IGJ automatisch op de hoogte wordt gesteld wanneer er een
gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat een zorgaanbieder of natuurlijke persoon
zich schuldig maakt aan zorgfraude. Daardoor kan de IGJ op dat moment ook gelijk ingrijpen
om de negatieve gevolgen van die zorgfraude t.a.v. de kwaliteit van de zorg voor patiënten
of cliënten te stoppen. Het gebruik van deze dossiers past daarom ook goed bij de
bestaande praktijk van risico gestuurd toezicht houden door de IGJ.
Hijink
Mohandis
Werner
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Mohammed Mohandis, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
L.M. Werner, Tweede Kamerlid