Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Omtzigt en Van der Plas ter vervanging van nr. 11 over het uitbreiden van de mogelijkheid van wetenschappelijk onderzoek
36 275 Regels aangaande een tijdelijke uitwisseling van persoonsgegevens ter identificering van de ouders die gedupeerd zijn als gevolg van problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en geconfronteerd zijn met uithuisplaatsing van kinderen (Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT)
Nr. 16 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN OMTZIGT EN VAN DER PLAS TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 111
Ontvangen 29 maart 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde een onderdeel ingevoegd, luidende:
instelling voor hoger onderwijs:
een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
II
Artikel 2, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. het verrichten van wetenschappelijk onderzoek al dan niet in opdracht van de commissie,
het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, een door Onze Minister van
Justitie en Veiligheid aan te wijzen instelling of onderzoek door de commissie, naar
de samenhang van de problemen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag en de uithuisplaatsing
van UHP KOT-kinderen.
III
Na artikel 6, derde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onze Minister verstrekt op verzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
of een aangewezen instelling als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, de
lijst van UHP KOT-kinderen, ten behoeve van het in dat onderdeel genoemde doel.
IV
Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «kunnen,» vervangen door «geven,», wordt na «aan de commissie
inzage geven» vervangen door «aan de commissie of aan de door de commissie aangewezen
instelling voor hoger onderwijs inzage» en wordt na «Instellingsbesluit» ingevoegd
«, tenzij het een dossier betreft in een zaak waarin door een gerecht nog geen einduitspraak
is gewezen».
2. In het vierde lid, aanhef, wordt na «commissie» ingevoegd «of een door de commissie
aangewezen instelling voor hoger onderwijs».
3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt na «Instellingsbesluit» ingevoegd «en artikel 2,
tweede lid, onderdeel d».
Toelichting
Via gegevenskoppeling is vast komen te staan dat meer dan 2.000 kinderen, die slachtoffer
zijn van het toeslagenschandaal uit huis geplaatst zijn (geweest) sinds 2015. Het
werkelijke aantal kinderen dat uithuisgeplaatst is, is nog hoger, omdat cijfers van
voor 2015 ontbreken en omdat alleen uithuisplaatsingen na een rechterlijke uitspraak
geregistreerd worden.
De prangende vraag is: zouden deze kinderen zonder het toeslagenschandaal ook uit
huis geplaatst zouden zijn. Hiervoor is wetenschappelijk onderzoek nodig. De Tweede
Kamer heeft in november 2021 unaniem de motie-Omtzigt c.s. aangenomen over onafhankelijk
onderzoek naar uithuisplaatsingen in het toeslagenschandaal.2 Tot nu toe kon dat onderzoek niet plaatsvinden, omdat de databestanden niet gekoppeld
konden worden: dit amendement voorziet er in dat onafhankelijk onderzoek op dossierniveau
wel kan plaatsvinden.
Het is van groot belang, dat het onderzoek ook daadwerkelijk kan worden uitgevoerd
en niet door een betrokken partij kan worden tegengehouden. Daarom is artikel 6a,
tweede lid gewijzigd, zodat de kinderbescherming, de gecertificeerde instelling en
de Raad voor de rechtspraak of het gerecht, in beginsel moeten meewerken aan het verschaffen
van inzage. Hoewel het onderzoek zich niet richt op de juistheid van de rechterlijke
beslissing, is aan de zorg van de Raad voor de Rechtspraak tegemoetgekomen door dossiers
van nog lopende procedures uit te zonderen. Voor het overige is zowel de AVG als de
UAVG op de onderzoeken van toepassing, waardoor de privacy van betrokkenen is gewaarborgd.
Toegevoegd is, dat het wetenschappelijk onderzoek al dan niet in opdracht van de commissie,
het WODC of de Minister van Justitie en Veiligheid mag worden uitgevoerd. In het voorstel
was niet duidelijk geregeld, dat de commissie daartoe aan instellingen voor hoger
onderwijs opdracht kan geven (artikel 2). Het WODC en de Minister van Justitie en
Veiligheid zijn toegevoegd, omdat daardoor ook het WODC of een andere door de Minister
van Justitie en Veiligheid aan te wijzen instelling opdracht voor onderzoek kan geven.
De mogelijkheid van onderzoek door het WODC of een door de Minister van Justitie en
Veiligheid aan te wijzen instelling brengt ook met zich mee, dat de UHP KOT-lijst
ook aan het WODC en de Minister van Justitie en Veiligheid ter beschikking wordt gesteld,
indien dit voor onderzoek nodig is.
Het Instellingsbesluit vermeldt niet met zoveel woorden wetenschappelijk onderzoek.
Daarom is in artikel 6a, vierde lid, verwezen naar de doelstelling van de verwerking
zoals in artikel 2 van de wet is vermeld.
Omtzigt
Van der Plas
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Caroline van der Plas, Tweede Kamerlid