Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Hijink en Mohandis ter vervanging van nr. 17 over betrokkenheid van de IGJ
35 515 Bepalingen over gegevensuitwisseling ter bevordering van samenwerking binnen het zorgdomein en van doelmatige en rechtmatige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp (Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)
Nr. 20
AMENDEMENT VAN DE LEDEN HIJINK EN MOHANDIS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR.
171
Ontvangen 16 maart 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 2.1, tweede lid, wordt na «van deze gegevens» ingevoegd «in overeenstemming
met de Inspectie gezondheidszorg en jeugd».
2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2a. In afwijking van artikel 1.2 verstrekken de in het eerste lid genoemde instanties
de in dat lid bedoelde gegevens aan de Inspectie gezondheidszorg en jeugd voor de
beoordeling of sprake kan zijn van een gerechtvaardigde overtuiging als bedoeld in
het tweede lid. De Inspectie is bevoegd tot verwerken van deze gegevens ten behoeve
van zijn toezichthoudende taak op grond van de Jeugdwet en de Wet kwaliteit, klachten
en geschillen zorg.
Toelichting
Het voorliggende wetsvoorstel regelt dat gemeenten en zorgverzekeraars zorgaanbieders
of natuurlijke personen mogen aanmelden voor een waarschuwingsregister, als er een
«gerechtvaardigde overtuiging» bestaat dat zij zich schuldig maken aan zorgfraude.
Indieners vinden het echter onwenselijk dat zorgverzekeraars en gemeenten hier zelfstandig
toe kunnen besluiten, ook als dit gebeurt op basis van een protocol. Dit amendement
regelt daarom dat deze gerechtvaardigde overtuiging eerst moet worden bevestigd door
de IGJ, voordat een zorgaanbieder of natuurlijke persoon in het waarschuwingsregister
wordt opgenomen. Dit zorgt er bovendien voor dat de IGJ automatisch op de hoogte wordt
gesteld wanneer er een gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat een zorgaanbieder
of natuurlijke persoon zich schuldig maakt aan zorgfraude. Daardoor kan de IGJ op
dat moment ook gelijk ingrijpen om de negatieve gevolgen van die zorgfraude t.a.v.
de kwaliteit van de zorg voor patiënten of cliënten te stoppen. Indieners wijzen er
namelijk op dat, wanneer er sprake is van zorgfraude, er vrijwel altijd ook sprake
is van problemen met de kwaliteit van zorg. Als geld dat bedoeld is voor de zorg aan
patiënten of cliënten in eigen zak wordt gestoken kan dit namelijk niet worden besteed
aan kwalitatief goede zorg. In het geval dat er een sterk dossier ligt op basis waarvan
er de gerechtvaardigde overtuiging bestaat dat er sprake is van zorgfraude is dit
dus een overduidelijke aanwijzing dat de kwaliteit mogelijk niet op orde is. Het gebruik
van deze dossiers past daarom ook goed bij de bestaande praktijk van risicogestuurd
toezichthouden door de IGJ.
Hijink Mohandis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Mohammed Mohandis, Tweede Kamerlid