Amendement : Amendement van het lid Van Baarle over het alsnog verplichten van kleine werkgevers om de werkwijze op schrift te stellen bij verboden onderscheid
35 673 Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met de invoering van de verplichting om over werkwijze te beschikken die gericht is op het creëren van gelijke kansen in het proces van werving en selectie en het toezicht daarop (Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie)
Nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID VAN BAARLE
Ontvangen 8 maart 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 2a als volgt gewijzigd:
1. Na het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
7a. In afwijking van het zevende lid geldt de verplichting tot schriftelijke vastlegging
wel voor werkgevers voor wie in de regel ten hoogste 25 werknemers arbeid verrichten
indien:
a. er sprake is van een gerechtelijke veroordeling voor arbeidsmarktdiscriminatie in
de afgelopen drie jaar;
b. het College voor de Rechten van de Mens tot het oordeel is gekomen dat er verboden
onderscheid is of wordt gemaakt als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische
ziekte, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid of artikel 646 vanBoek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
2. In het achtste lid wordt «of zevende lid, tweede zin,» vervangen door «zevende lid,
tweede zin, of lid 7a».
Toelichting
Het wetsvoorstel eist van werkgevers dat zij – bij de aanbieding van een betrekking
en de behandeling bij de vervulling van een openstaande betrekking – over een werkwijze
beschikken die gericht is op voorkoming van arbeidsmarktdiscriminatie. Voor werkgevers
met meer dan 25 werknemers moet deze werkwijze op schrift worden gesteld. Een werkgever
met minder dan 25 werknemers moet wel de werkwijze hebben maar hoeft deze niet schriftelijk
vast te leggen. Indien het vermoeden bestaat dat de werkgever niet beschikt over een
werkwijze die gericht is op voorkoming van arbeidsmarktdiscriminatie, kan de toezichthouder
als eis tot naleving stellen dat deze op schrift wordt gesteld.
Dit amendement zorgt ervoor dat de werkgevers met minder dan 25 werknemers die gerechtelijk
zijn veroordeeld of een oordeel is van het College voor de Rechten van de Mens voor
het maken van verboden onderscheid, alsnog worden verplicht om hun werkwijze op schrift
te stellen. Deze werkgevers hebben immers aantoonbaar geen (werkende) werkwijze tegen
discriminatie. Er gaat tevens een preventieve werking uit van deze maatregel. Veroordeelde
werkgevers die geen beleid hebben moeten er werk van maken en een werkwijze tegen
arbeidsmarktdiscriminatie op schrift stellen. Hierdoor zullen veroordeelde werkgevers
worden geactiveerd en zal er bewustwording ontstaan omtrent het voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie.
Tevens voorziet dit amendement in de mogelijkheid dat de toezichthouder kan handhaven
dat veroordeelde werkgevers hun werkwijze tegen arbeidsmarktdiscriminatie op schrift
stellen.
Van Baarle
Indieners
-
Indiener
Stephan van Baarle, Kamerlid