Amendement : Amendement van het lid Van der Laan c.s. over een mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een tijdelijke verhoging van de studiefinanciering te regelen
36 229 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs, de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd en de verruiming van de 1-februariregeling voor ho-studenten die zijn doorgestroomd vanuit het mbo (Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs)
Nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LAAN C.S.
Ontvangen 15 februari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Na artikel 3.18a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.18b. Grondslag voor tijdelijke verhoging normbedragen studiefinanciering
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de normbedragen, genoemd
in artikel 3.18, voor studiejaren na het studiejaar 2023–2024 worden verhoogd met
een bij die algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag.
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
II
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt na artikel 4.3 een artikel» vervangen door «worden na artikel
4.3 twee artikelen».
2. Na artikel 4.3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4.3b. Grondslag voor tijdelijke verhoging basistoelage
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het bedrag van de basistoelage,
genoemd in artikel 4.3, voor de schooljaren na het schooljaar 2023–2024 worden verhoogd
met een bij die algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag.
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement geeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de bevoegdheid
om de normbedragen studiefinanciering op te hogen zonder dat daar een wetswijziging
voor nodig is. Dit amendement maakt het mogelijk sneller en gemakkelijker in te spelen
op onverwachte ontwikkelingen op het gebied van koopkracht in aanvulling op de reguliere
indexatiesystematiek
In de Wet studiefinanciering 2000 is in een eenmalige verhoging van de basisbeurs
voor studiejaar 2023–2024 voorzien. Het amendement maakt het technisch mogelijk de
tijdelijke verhoging van de basisbeurs zoals voorgesteld is door de leden van D66,
CDA en CU mogelijk te maken voor latere studiejaren. 1 De verhoging de normbedragen komt bovenop de in artikel 3.18 opgenomen bedragen.
De bedragen uit artikel 3.18 worden jaarlijks op grond van artikel 11.1 WSF 2000 op
1 januari geïndexeerd. Een verhoging op basis van dit artikel wordt niet geïndexeerd.
Een vergelijkbare regeling wordt getroffen voor de basistoelage voor leerlingen op
grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
De algemene maatregel van bestuur waarin dit wordt geregeld wordt vier weken voorgehangen
bij beide Kamers der Staten-Generaal.
Van der Laan Peters Van der Graaf
Indieners
-
Indiener
J.M.P. van der Laan, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid